probleem zich vooral in eerste instantie toespitste op de problematiek die bij Het Nieuwe Hoek speelde. Daar waren ook financieel de grootste problemen te verwachten en daar ging het natuurlijk ook om de situatie waarin het huidige uitzicht van Het Nieuwe Hoek voor een deel zou worden weggenomen. Daar hebben wij ons op geconcentreerd, als daar geen oplossing voor was, was het relatief een probleem voor de Stichting Bonifatiustoren. Om dat op voorhand op te lossen leek niet zo zinvol Nadat wij na lange omzwerving er eindelijk uit zijn gekomen, waarbij wij heel nadrukkelijk in dat traject zowel de belan gen van Het Nieuwe Hoek en Patrimonium als woningbouwcorpora tie, maar ook de argumenten zoals die in eerste instantie door de stichting naar voren zijn gebracht, hebben geïnte greerd in dat plan. Er is niet voor niets sprake van verbete ringen ten opzichte van het eerste prijswinnende plan. Daarna hebben wij onmiddellijk contact opgenomen met de stichting, dat is toch ook al weer enige tijd geleden, om daar duidelijkheid over te krijgen. Ik moet helaas constate ren dat die duidelijkheid er nog steeds niet keihard is. Er worden wat problemen aangedragen van wij zijn het er eigen lijk niet mee eens, maar....enz. Wat dat betreft is ook het besluitvormingstraject binnen de stichting wat mij betreft nog niet helder. Dat is de verklaring, voorzitter, waarom het gegaan is zoals het gegaan is. De heer Krol: Twee opmerkingen voorzitter. Ik wil allereerst de nieuwsgierigheid van de heer Ten Hoeve even bevredigen. Er zullen twee leden van de CDA-fractie tegenstemmen De tweede opmerking is dat mij geen signalen bereikt hebben dat de minderheid zich heeft laten overtuigen door de woorden van de wethouder. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.met de aantekening dat de heren Bie- mans en Bilker van de CDA-fractie geacht willen worden te hebben tegengestemd. 46 Punt 21 (bijlage nr. 157). De Voorzitter: Aan de orde is voorbereidingsbesluit ex arti kel 21 van de Wet op de ruimtelijke ordening voor de percelen Noordvliet 203, 217 en 219 te Leeuwarden. Mevrouw Van Ulzen: Mijn fractie wil de winkelier die hier wil uitbreiden niet hinderen. Op 27 april jl. is na inspraaktoe standen het voorbereidingsbesluit goedgekeurd, dat is slechts acht weken geleden. Als er nu na vijf jaar iets veranderd, het zij zo, maar binnen acht weken is toch wel erg snel. Twee maanden geleden was er kennelijk een bouwkundig bezwaar, anders was het plan niet zo gemaakt en mocht de hoogte niet meer dan 6 meter zijn. Nu binnen 8 weken, mag het 10 meter zijn. Dan vraag je je toch af waarom dan een zo onnodig beperkend bestemmingsplan gemaakt. Nu nemen wij telkens opnieuw voorbereidingsbesluiten, daarmee creëren wij eigen lijk een schijnzekerheid. Wij maken het instituut bestem mingsplannen belachelijk en wat ik veel erger vind, onszelf ook. De heer Heins: Wij zijn zeer verheugd dat de eerste stap gezet wordt naar een oplossing van de problematiek op deze hoek. Het is misschien mevrouw Van Ulzen ontgaan, maar er stonden hier een paar krotten die gelukkig afgebroken zijn, want die dreigden een verpauperende werking voor de hele buurt te veroorzaken. Ik denk dat je dan wat water in de wijn moet doen ten aanzien van een aantal maten en regels die je hebt. Datgene dat nu gebouwd wordt is niet het mooiste van het mooiste, maar het is in ieder geval een hele grote verbe tering ten opzichte van de situatie zoals die daar vorig jaar was. Ik denk dat dat een goede zaak is voor de hele buurt. De heer Timmermans (weth.Voorzitter, het frappeert mij dat mevrouw Van Ulzen voortdurend om zich heen blijft slaan en vervolgens niet de consequentie trekt om tegen iets te zijn. Wij hebben hier uitgebreid in de commissie over gesproken, wij hebben ook aangegeven waarom in het verleden het bestem mingsplan zo is ontstaan. Toen was er een bouwplan dat in samenspraak met de buurt tot stand was gekomen. Iedereen was daarmee blij en gelukkig. Daardoor zijn wij ook in staat geweest om dat bestemmingsplan zonder één bezwaarschrift vastgesteld te krijgen en dus ook goedgekeurd te krijgen. Dat was op zichzelf een goede zaak. Het initiatief is inderdaad niet doorgezet. 47

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1992 | | pagina 24