strijden met uitgangspunten, er vindt een weging plaats. Ik
heb er verder nog niet eens een oordeel over uitgesproken,
maar gezegd dat ik het heel gevaarlijk vind wanneer je dat
plan als politieke partij over gaat nemen. Dat is een andere
zaak, daar zit voor mij een nuance in. Je kunt je achter een
plan stellen en dat bepleiten, maar - en dit is in dit geval
gebeurd - een plan van iemand is het plan van een politieke
partij geworden. Ik vind dat een terrein waar je heel voor
zichtig mee moet zijn.
De heer Greving: Mijnheer de voorzitter, ik wil graag even
ingaan op de motie die de D66-fractie heeft voorgelegd.
In de commissievergadering heb ik ook gevraagd of er nog
mogelijke bezuinigingen te vinden waren in het plan dat het
college voorstelde. Ik heb daar weliswaar ook mijn waardering
uitgesproken voor het plan dat er toen lag van de D66-frac-
tie. Het plan is nu van tafel. In de discussie die wij er in
de commissie over gehad hebben heeft de wethouder mij duide
lijk gemaakt en mij er van overtuigd, dat het hier gaat om
een integrale invulling van het plan, een waardevol plan.
Dat is de reden waarom mijn fractie de motie van de D66-
fractie niet zal steunen.
De heer Timmermansweth.De heer Hoogeveen heeft nog een
keer aangegeven dat wij weliswaar twee jaar geleden al een
moeilijke situatie hadden, maar dat de financiële situatie
zich in negatieve zin heeft ontwikkeld en er dus alleszins
aanleiding is om een en ander nog eens opnieuw te bezien. Wat
ik toch niet helemaal begrijp is dat in een tijd van iets
minder financiële voorspoed de D66-fractie heeft gemeend
tegen het beschikbaar stellen van f 2,5 miljoen te moeten
stemmen. Nu is het zo dat de tijden zijn veranderd en zijzelf
met een motie komen om wel f 2,5 miljoen beschikbaar te
stellen. (De heer Hoogeveen: Dat geld is al beschikbaar
gesteldJa, maar de D66-fractie was daar tegen en nu be
grijp ik dat zij zegt van, laten wij dat dan toch maar over
nemen. Ik constateer namelijk dat als je inderdaad vindt dat
zoveel geld - dat vond de D66-fractie toen - moet worden
uitgetrokken voor een reconstructie van een stadsplein, en je
vindt dat de situatie nu slechter is, dan had ik het op zich
zelf logischer gevonden als de D66-fractie had voorgesteld om
helemaal niets uit te geven aan het plein. Dan was er sprake
van een substantiële mogelijkheid om andere financiële noden
te kunnen verwerken.
Ik constateer daarnaast dat de uitbreiding zoals die hier
voorstaat voornamelijk kostendekkend is. Ten opzichte van de
62
situatie van 1989 is er financieel niet eens zo gek veel
veranderd. Derhalve lijkt mij de motie van de D66-fractie
niet zinvol.
De heer Heins spreekt over een deadline voor wat betreft het
kunstwerk. Die deadline is nog niet vastgesteld. Wij hebben
wel een brief gestuurd naar de firma Coop Himmelblau waarin
wij aangegeven hebben dat wij op een later moment zullen
terugkomen op de opdracht.
Ik stel mij voor dat het verstandig is om binnenkort in de
commissie inzicht te verschaffen in welke stappen en welke
tijdsbestekken daarvoor nodig zijn.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
Ik breng eerst in stemming de motie ingediend door de heer
Hoogeveen en Bakker van de D66-fractie.
De motie van de heren Hoogeveen en Bakker van de D66-fractie
wordt verworpen met 26 tegen 5 stemmen. Voor stemde de leden
van de D66-fractie.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over punt 27.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van b. en w.met de aantekening dat de D66-fractie
geacht wil worden te hebben tegengestemd.
Punt 28 en 29 (bijlage nr. 162 en 139).
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig de
voorstellen van b. en w.
Punt 30 (bijlage nr. 168).
De Voorzitter: Aan de orde is preadvies inzake het nemen van
een besluit over het toetreden tot het Klimaatverbond.
De heer Heins: De PAL/Groen Links-fractie ondersteunt het
voorstel en het voorgenomen besluit van het college om toe te
63