Het genoemde rapport maakt melding van een onderzoek door het
ECN in opdracht van het Ministerie van VROM om na te gaan of
versneld de C02-emissie kan worden teruggebracht tot het
niveau van de Toronto-doelstelling. Dit betekent 20% reductie
in het jaar 2005. Hoewel dit technisch mogelijk lijkt, zal
dit investeringen meebrengen vanaf het jaar 1995 van f 5 tot
f 8 miljard per jaar, naast de f 3 tot 4 miljard die nu per
jaar door Nederland wordt uitgegeven aan de terugdringing van
het energiegebruik.
Dat brengt mij tot de conclusie dat wil men 50% terugdringen
van de C02-emissie in 2010, om dit te bereiken een investe
ring nodig is van ca. f 15 miljard per jaar gedurende 15
jaar. Milieudefensie zelf noemt in de begeleidende stukken
een bedrag van f 12 miljard per jaar. Omgerekend naar de
Leeuwarder begrippen een bedrag van f 85 miljoen per jaar
gedurende 15 jaar of een bedrag van ca. f 1000,per inwo
ner. Milieudefensie wil deze bedragen vooral innen via mi
lieuheffingen op olie, gas en elektriciteit. En dat terwijl
de omvang van het broeikaseffect nog niet eens vaststaat.
Mijnheer de voorzitter, milieubeleid moet zorgvuldig worden
voorbereid en uitgevoerd in internationaal verband. Als wij
jaarlijks f 1.000,per inwoner over hebben, zou het dan
niet beter zijn dit direct ten goede te laten komen van de
Derde Wereld of het te investeren in de Oost Europese indus
trie? Terwijl wij zelf uiteraard onze inspanningen in inter
nationaal verband blijven voortzetten volgens het NMP+plan?
De richting waarin oplossingen gezocht moeten worden ver
schilt niet, wel de prioriteitsstelling voor de komende 15
tot 20 jaar. Alles zetten op terugdringing van de C02-emissie
is op dit moment niet nodig, ook gelet op de resultaten van
de UNCED-conferentie in Rio de Janeiro.
Het gaat ook, zo heeft de wethouder in de commissievergade
ring reeds opgemerkt, om de geloofwaardigheid van de poli
tiek. Nu een zo vergaand intentiebesluit nemen zonder een
deugdelijke onderbouwing maakt naar mijn mening de politiek
ongeloofwaardig. Over bestuurlijke vernieuwing gesproken.
Uitspraken die niet waargemaakt kunnen worden daar ben ik
niet voor in. Dat laat onverlet mijn streven en ons gezamen
lijk streven naar maximale bescherming van ons milieu.
Daarom geef ik dan ook in overweging Milieudefensie te be
richten dat wij door reeds vastgesteld beleid de door haar
voorgestelde weg tot milieubescherming zijn ingeslagen en dat
wij bij de vaststelling van de actieplannen van ons Milieu-
uitvoeringsprogramma hernieuwd aandacht zullen besteden aan
vermindering van de C02-emissie.
66
Daarmee het voorstel van het college niet te aanvaarden.
Mevrouw Van der Kloet: Voorzitter, in het Collegeprogramma
staat: "Wij zijn bezig de aarde onbewoonbaar te maken". En
iets verderop: "Dat voorlopig vooral andere meer kwetsbare
delen van de wereld getroffen worden, stelt ons voor de eisen
van gerechtigheid en solidariteit". Keiharde maar terechte
uitspraken die een ambitieuze doelstelling op het terrein van
milieu rechtvaardigen. In dat licht beschouwd vindt de Partij
van de Arbeid het toetreden tot het Klimaatverbond een goede
stap. Het toont aan dat het ons ernst is met het uitgangspunt
dat milieuproblemen niet afgewenteld mogen worden op toekom
stige generaties en dat wij bereid zijn hier het maximaal
mogelijke te doen om daar - en dat zijn dan die kwetsbare
delen van de wereld waar in het Collegeprogramma over gespro
ken wordt - ook nog vooruitgang mogelijk te maken. De vraag
is dan of je ook te ambitieus kunt zijn, met het risico dat
je daarbij de realiteit uit het oog verliest. De heer Greving
suggereert dat laatste eigenlijk en hij zegt ook nog eens -
hij heeft dat in de commissie ook al gedaan - dat ons een
ecologische ramp te wachten staat als Milieudefensie in haar
brochure met halvering van de uitstoot van C02 ook bedoelt de
natuurlijke uitstoot. Ik denk dat de Vereniging Milieudefen
sie geprobeerd heeft in haar brochure uiteen te zetten hoe de
zaken in elkaar zitten, ervan uitgaand dat er een zekere mate
van kennis is. Aan open deuren hebben wij geen behoefte en
het lijkt ons een open deur om je af te vragen of Milieude
fensie ook uitgaat van halvering van de natuurlijke uitstoot.
Wat ons betreft kun je op het terrein van milieu en in het
kader van een duurzame ontwikkeling niet ambitieus genoeg
zijn. Juist hier is het van belang dat je laat zien dat de
politieke wil er is. Dat hoeft helemaal niet te betekenen dat
je vervolgens je geloofwaardigheid verliest als die ambitieu
ze doelstelling niet gehaald wordt. Als je duidelijk aangeeft
wat je wel en wat je niet gehaald hebt en als je vooral bij
dat laatste ook inzichtelijk maakt waarom je het niet gehaald
hebt, dan zal dat zeker niet leiden tot ongeloofwaardigheid.
Het ondertekenen van het Klimaatverbond dwingt ons in elk
geval om bij de concrete uitwerking van het Milieu Uitvoe
ringsprogramma in 1993 en daarop volgende jaren die onderbou
wing van onze maatregelen te geven.
Kortom voorzitter, wij zijn blij met het gewijzigde college
voorstel, zonder kanttekeningen vooraf en wij gaan daar graag
mee akkoord.
67