De heer Burg: Mijnheer de voorzitter, zoals het preadvies
over het toetreden tot het Klimaatverbond ons in de laatste
commissievergadering werd gepresenteerd, hadden wij daaraan
graag ons fiat gegeven. Over het verminderen van het gebruik
van tropisch hardhout door zoveel mogelijk gebruik te maken
van alternatieven, hadden wij al afspraken gemaakt. Het
stopzetten van het gebruik van CFK's is niet een specifiek
gemeentelijk beleid. Er wordt dan ook in het preadvies te
recht een voorstel gedaan om het landelijk beleid te volgen.
In beide gevallen een reële opstelling.
Voor de vermindering van de uitstoot van C02 stelt het Kli
maatverbond dat het mogelijk moet zijn om dit voor het jaar
2010 te halveren. De ambtelijke notitie zet deze doelstelling
af tegen en vergelijkt deze met het tot nu toe gevoerde
landelijk en gemeentelijk beleid gebaseerd op het Nationaal
Milieu Plan, het rapport Zorgen voor Morgen en de gemeente
lijke Milieunota. Geconcludeerd wordt dan dat met het oog op
de geloofwaardigheid van het gemeentelijk milieubeleid deze
doelstelling, met alle goede wil, niet haalbaar wordt geacht
en dat daar dan ook een voorbehoud voor gemaakt moet worden.
Een zelfde realistische opstelling hadden wij al eerder
voorgesteld voor de doelstellingen in de gemeentelijke Mi
lieunota. Realistisch omdat ook hier een groot deel van de
voorgestelde maatregelen - u kunt ze allemaal in deze notitie
lezen - geen maatregelen zijn waar de gemeente zoveel invloed
op kan uitoefenen, dat een C02-reductie, berekend als realis
tisch op 3 tot 5% voor het jaar 2000, veranderd zou moeten
worden. Ook het Centraal Planbureau heeft berekend dat on
danks alle op zich goede COz-terugdringende maatregelen er in
het meest optimistische scenario maar sprake kan zijn van een
matige daling.
Wij konden ons dan ook geheel vinden in de oorspronkelijke
opstelling van het college, door de wethouder in de commis
sievergadering zo gloedvol verdedigd met een aantal door mij
zojuist genoemde argumenten. Het zal u dan ook niet verbazen
dat wij, nu op aandrang van een aantal fracties dit voorbe
houd is verdwenen, onze bereidheid om ons achter dit Klimaat-
verbond te scharen ook is verdwenen. Wij hebben geen behoefte
ons roomser voor te doen dan de Paus en te streven naar
doelstellingen waarvan wij bij voorbaat weten dat zij niet
haalbaar zijn. Gemeentelijk streven en daarvoor bijstelling
van het Milieu Uitvoeringsprogramma, geeft naar wij vrezen
maatschappelijke, economische en financiële consequenties die
niet op het gemeentelijke beleidsterrein het nemen van verre
gaande maatregelen rechtvaardigen.
Daarom zullen wij tegen dit voorstel stemmen.
68
De heer Krol: Voorzitter, wij hebben in de commissie gevraagd
om de beperkende opmerking ten aanzien van de C02-uitstoot
bij toetreding tot het Klimaatverbond te laten vervallen. Het
college heeft daarin toegestemd en daar zijn wij blij om.
Zijn wij dan ongeloofwaardig bezig, zoals de heer Greving
eigenlijk suggereert? Houden wij dan onszelf voor de gek of
nog erger onze kiezers? Daarbij wordt dan ook nog de bestuur
lijke vernieuwing gehaald. Ik denk het niet, je kunt ook het
tegendeel beweren. Je kunt ook zeggen dat als je niet komt
tot een zo maximaal mogelijke inspanning, kijkend naar de
ernst van de situatie, ook dan, zou je kunnen zeggen, ben je
ongeloofwaardig en dan houdt je mensen voor de gek. Dus dat
verwijt werpt de CDA-fractie ver van zich. Ik denk dat wij
ons moeten inspannen om zo maximaal mogelijke inzet te ple
gen. Ik denk dat wij dat dan ook zullen moeten doen bij de
vaststelling van het MUP voor het volgend jaar.
De heer Timmermans (weth.Voorzitter, de heer Heins en ook
anderen hebben aangegeven nu akkoord te kunnen gaan met dit
voorstel, nadat geconstateerd is dat het voorstel inderdaad
afwijkt van het preadvies zoals het college dat in de commis
sie heeft voorgelegd.
De discussie zoals die daar gevoerd is, is door verschillen
den hier ook al naar voren gebracht. Ik denk dat het te maken
heeft met begrippen als inschatting over geloofwaardigheid.
Wanneer ben je nu wel geloofwaardig en wanneer niet. Daar kun
je verschillende uitleg aan geven, zoals dat ook geldt voor
de uitleg van het begrip "streven naar". Ik denk dat de
formulering zoals mevrouw Van der Kloet die heeft gegeven,
dat het primair gaat om het aangeven van een politieke wil om
deze ambitieuze doelstelling te halen, die uitleg ook volle
dig door het college kan worden onderschreven. Dat is voor
ons aanleiding geweest om waar nu de helderheid bestaat over
wat begrepen kan worden onder "het streven naar", wij gemeend
hebben aan die uitleg, die door de aanzienlijke meerderheid
van de commissie werd gegeven, gevolg te geven. Dat is de
reden waarom het voorstel hier ligt zoals het er ligt.
Ten aanzien van de consequenties die dat met zich meebrengt
hebben verschillende raadsleden gesproken. De heer Heins
heeft gezegd dat wat zijn fractie betreft hij concrete voor
stellen verwacht in het kader van het Milieu Uitvoeringspro
gramma 1993, omdat ten opzichte van de prioriteitsstelling
die in dat plan tot op dit moment staat verwoord als het gaat
om het terugdringen van de C02-produktie, wij in het verleden
een wat lagere prioriteit hebben vastgesteld dan nu uit deze
discussie door de verschillende fracties wordt aangegeven.
Dat betekent ook dat wij uiteraard serieus zullen proberen om
69