met deze nadere duiding van het belang ervan de samenstelling van het Milieu Uitvoeringsprogramma 1993 vorm te geven en concrete maatregelen zullen voorstellen. Hetgeen dan ten laste gaat van andere maatregelen die daarmee naar achteren moeten worden geschoven, tenzij daar ook andere prioriteiten aan worden gegeven. Maar dat zien wij dan wel. De heer Greving heeft in een uitvoerig betoog aangegeven dat er toch een aanzienlijk verschil in uitleg van de streefdoe len kan worden gegeven. Hij heeft ook nadrukkelijk geformu leerd dat de geleerden het nog niet eens zijn. Dat is inder daad het lastige van de hele discussie, ik erken dat graag. Maar ik heb van hem toch nadrukkelijk begrepen dat zijn conclusie is, net zo goed als dat de conclusie ook van ande ren is, dat er alle aanleiding is om heel serieus te werken aan een aanzienlijke reductie van de C02-uitstoot. Dus in die zin zijn wij het daar volstrekt over eens. Het gaat meer over de vraagstelling rond de milieutechnische en ook financiële consequenties van die verschillende streefdoelen. In ieder geval is het naar zijn beleving duidelijk dat de consequen ties te omvangrijk zijn op dit moment om een rechtlijnige uitleg van de streefdoelen verantwoord te achten. Ten slotte concludeert hij dat het goed is om aan te geven in de richting van de initiatiefnemers dat de gemeente zeer nadrukkelijk in de geest van hun plannen wenst te opereren, zoals wij dat ook hebben vastgelegd in onze Milieunota en in het Uitvoeringsprogramma. Het voorstel van het college gaat een slag verder, ik heb de motieven daarvoor aangegeven. Ik dacht dat ik niet op de woorden van mevrouw Van de Kloet hoefde in te gaan, behalve dat ik haar al heb geciteerd. Het mag duidelijk zijn dat het belang van de ontwikkelingslanden een belangrijke overweging is om een grote inspanning van onze zijde te rechtvaardigen. De heer Burg was akkoord met het oorspronkelijke preadvies. Ook hij constateerde dat een strikte doelstelling financieel onhaalbaar zal zijn en dat is de reden van zijn fractie om tegen dit voorstel te stemmen. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.met de aantekening dat de fracties van GPV/RPF/SGP en de WD geacht willen worden te hebben tegenge stemd. 70 Punt 31 tot en met 34 (bijlage nrs. 137, 152, 154 en 165). Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. De Voorzitter: Ik wens u prettige vakantie en sluit de verga dering. De Voorzitter sluit, om 22.50 uur, de vergadering. 71

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1992 | | pagina 36