gemeente panel, referendum en wat dies meer zij. Het zou
jammer zijn als de discussie alleen daarover zou gaan.
Als CDA-fractie hebben wij ook altijd van meet af aan gesteld
dat het moet gaan om de meerwaarde. Wordt het directe contact
met de kiezers daardoor versterkt? Neemt de betrokkenheid
daardoor toe? Met andere woorden, raken meer burgers weer in
de politiek geïnteresseerd en trekken zij weer in grotere
getale naar de stembus en voelen zij zich dan ook weer mede
verantwoordelijk? Wij betwijfelen dat, eerlijk gezegd, het
gaat om meer. Ik wil hier niet echt ingaan op gemeentepanel
en referendum, dat is al meerdere malen in de commissie
gebeurd. In de startnotitie wordt aangekondigd dat voorstel
len worden geformuleerd, wat het consultatief referendum
betreft. Er zijn echter heel weinig onderwerpen die hiervoor
in aanmerking kunnen komen, zowel wijkgebonden als over de
gehele gemeente. De nadelen lijken groter dan de voordelen.
Echter wij willen de mogelijkheid om een consultatief refe
rendum te houden niet uitsluiten. In een enkel geval zou het
wellicht kunnen, dat valt nu niet te overzien.
In de startnotitie is ook sprake van een gemeentepanel. Het
enige echte gemeentepanel, het gemeenteforum, is uiteraard de
gekozen gemeenteraad zelf. Laat dat voorop staan. Eens in de
vier jaar wordt gevoerd beleid getoetst door middel van
verkiezingen. Er is hier echter sprake van een ander gemeen
tepanel, waarvan het ons nog niet geheel duidelijk is hoe dat
zou moeten functioneren. Daarom is het ons nu niet mogelijk
om er negatief tegenover te staan. Het lijkt ons juist om het
nader uitgewerkte voorstel af te wachten, zodat wij dan ons
oordeel kunnen geven.
Nogmaals, genoemde zaken staan bij ons laag op de prioritei
tenlijst. Je lost daar de echte crisis niet mee op. Waar los
je die dan wel mee op, zult u vragen. Dan moet voorop gesteld
worden dat het dermate ingewikkeld is, dat er geen sprake
zijn kan van oplossingen zodat alles weer naar wens verloopt.
Bovendien, niemand weet precies welke ontwikkelingen ons te
wachten staan.
Het kan dan ook nooit zo zijn dat wij moeten verlangen dat
alles weer wordt zoals het was. Wij zitten immers midden in
grote veranderingsprocessen waar wij zelf wel deel van uitma
ken, maar waar wij zelf echt niet de leidsels van in handen
hebben, die illusie moeten wij beslist niet koesteren. De
politieke bewegingen, de partijen, verkeren zelf immers ook
in een crisis. De meeste partijen zijn gestoeld op ideeën nog
stammend uit de 19e eeuw. In Oost Europa is het communisme
ontmanteld, ideologieën zijn in elkaar gestort en dat is niet
alleen in Oost Europa het geval, die geest waart ook in West
Europa, in Nederland, rond. Daarom ligt de essentie van
8
bestuurlijke vernieuwing ook in een ideologische crisis. Dat
wil zeggen, wij hebben te lang door gevaren op de oude koers,
maar de ontwikkelingen hebben ons ingehaald. Wij hebben ook
te lang een afwachtende houding ingenomen. Te laat zijn de
discussies gestart over de rol van de overheid in dit geheel
en dus is daarmee ook de politieke besluitvorming als belang
rijk onderdeel van het functioneren van de democratie kenne
lijk niet met zijn tijd meegegaan. Het is te ondoorzichtig
geworden. Als dan ook de startnotitie spreekt over het berei
ken van een optimale relatie tussen bestuur, de samenleving,
politiek en ambtelijke organisatie, dan moeten wij volgens de
CDA-fractie spreken over een heldere besluitvorming. De
gemeenteraadsleden zullen veel moeten luisteren, de persoon
lijke benadering tot de burger blijft het sleutelwoord. Wij
zijn immers volksvertegenwoordigers en dan gaat het er niet
om door geregeld te toetsen om zo te vernemen of het beleid
dat wij voeren of gevoerd hebben goed overkomt, want dan
wordt het feitelijk omgedraaid. Nee, politieke beslissingen
is het kenmerk van een democratische besluitvormingsproces,
die behoren in een open overleg tot stand te komen. Openbaar
heid schept ruimte voor kritiek, het afleggen van verantwoor
ding en een uiteindelijke beoordeling van politieke partijen
en politici door de kiezer. Overtuigingen, politieke visies
en daarvan afgeleide standpunten zullen zo veel mogelijk
centraal moeten staan bij bestuurlijke vernieuwing, dat wil
zeggen in het contact naar de burgers, de kiezers toe en zeer
zeker bij de verkiezingen. Zij geven de burgers, zeker op de
middellange termijn, meer houvast dan opvattingen en stand
punten die door de waan van de dag zijn ingenomen of achter
ontwikkelingen aanhollen. Dat houdt ook in dat procedures
effectief en inzichtelijk moeten zijn, zodat ook het beleid
zelf inzichtelijker wordt. Ook qua tijdsduur moeten beleid en
procedures binnen redelijke termijnen tot afronding komen.
Brieven, beleidsnota's etc., hetzij herhaald, moeten in
gewoon Nederlands, in menselijke taal dus, worden gesteld.
Wij weten niet in welke ontwikkelingen wij eigenlijk verzeild
zijn geraakt en hoe de wereld er over tien jaar uit zal zien.
Wel is het zo dat wij als raadsleden, als bestuurders van
deze stad, als ambtenaren, niet meer echt op de oude voet
verder kunnen of dat wij pas weer tevreden kunnen zijn als de
opkomstcijfers bij de verkiezingen weer acceptabel zijn, want
ook dat is betrekkelijk en niet nieuw. In 1869 kende Leeuwar
den dit verschijnsel ook al, van de toen 1071 kiesgerechtig
den - alleen de gegoede burgerij mocht toen stemmen - brach
ten slechts 317 burgers hun stem uit voor de gemeenteraad.
Dus opkomstcijfers op zich zijn geen doel, maar zijn natuur
lijk wel een indicatie. Nee, het zwaartepunt ligt bij de
politieke partijen en de overheid, duidelijke standpunten
9