staat, een opvang van werklozen. Bij vrijwilligers wordt in dit project vraag en aanbod bij elkaar gebracht, ook van niet werkzoekenden. Behalve het vasthouden en opdoen van werkervaring is het opvullen van vrije tijd of het zich nog nuttig maken en zich daarmee nuttig voelen in en voor de samenleving minstens zo belangrijk. Voor ons blijft dat ook, met een verandering in begeleiding van een groter aan tal mensen naar een betaalde baan, een belangrijk project. Om wat hiermee is opgebouwd nu zonder meer over boord te gooien, gaat ons te ver. Tijdens de commissiebehandeling hebben wij de wethouder ge vraagd te laten onderzoeken of de Vrijwilligers Vacature Bank zou kunnen worden gehandhaafd door het project elders of bij een andere instelling onder te brengen. Uit de nage zonden aanvullende notitie over dit onderwerp blijkt dat ook het college vindt dat er nog nader overleg plaats moet vinden over de wijze waarop het vrijwilligerswerk zonder Vrijwilligers Vacature Bank zo goed mogelijk kan worden gecontinueerd. De suggesties om daarbij instellingen vraag naar vrijwilligers te laten melden op verschillend mogelij ke lokaties, geeft voor ons te weinig zekerheid voor conti nuïteit voor enige structuur, laat staan voor welke organi satie of begeleiding van een project gericht op vrijwilli gers dan ook. Wij steunen daarom de motie van de D66-frac- tie voor het behoud van een op vrijwilligers gerichte be middelingsstructuur. De heer Biemans: Voorzitter, wij kunnen ons vinden in het nu voorliggende raadsvoorstel. De raad heeft geruime tijd geleden al besloten om de hoofd prioriteit in het werkgelegenheidsbeleid van de gemeente te wijzigen in een beleid gericht op de toeleiding naar de arbeidsmarkt. Het 1000-Banenplan is daarvan één van de meest sprekende voorbeelden. De relatie met bestaande werkgelegenheidsprojecten is dui delijk. Het lag dan ook voor de hand om eens kritisch naar Projecten Mensen Zonder Werk te kijken. Dat is nu, na een toch lange aanlooptijd, uiteindelijk gebeurd. Het PMZW richt zich grotendeels op eenzelfde soort doelgroep als waarvoor wij het activerend arbeidsmarktbeleid bedoeld heb ben. Voorgesteld wordt om een totaalbedrag van f 550.000, te korten op deze werksoort. Ik gaf zojuist al aan dat wij daarmee kunnen instemmen. Op het eerste gezicht lijkt de bezuiniging een enorm deel van het budget weg te slaan bij het PMZW. In feite is dat slechts ten dele zo. Het gaat daarbij om een bewuste keuze. Het is de bedoeling om het nieuwe PMZW in te schakelen bij (ik citeer) "de uitvoer en het ontwikkelen van nieuwe ar 16 beidsmarkt relevante werkgelegenheidsprojecten". Het PMZW krijgt daarmee de kans om het budget weer aanzienlijk op te krikken. Dat gebeurt niet geheel vrijblijvend, zoals tot nu toe deels het geval was, maar wij denken dat het nieuwe PMZW op deze manier een goede mogelijkheid krijgt een plaats in deze gemeente te rechtvaardigen. Ik wil nog één opmerking plaatsen bij de notitie en de Na dere Standpuntbepaling. Wij hebben in de commissievergadering al opmerkingen ge maakt over de Vrijwilligers Vacature Bank, andere sprekers voor mij hebben dat ook al gedaan. Voorgesteld wordt om het subsidie voor het WB te beëindigen. Wij hebben daar twij fels over, wij vinden vrijwilligerswerk belangrijk. Wij hebben die twijfels ook al duidelijk gemaakt. Inmiddels hebben wij de aanvullende notitie over deze zaak ontvangen en daaruit blijkt dat de motivering om de WB op te heffen ontleend wordt aan een drastische daling in het aantal aan vragen voor toetsing. Die terugloop is duidelijk, van 58 in 1987 naar 24 in 1991. Het aantal bemiddelingen laat echter een stabieler beeld zien. In feite wordt in de aanvullende notitie ook twijfel uitgesproken, omdat aangegeven wordt dat er nog overleg zal volgen over de mogelijkheden om toch de WB op de één of andere manier te continueren. Omdat het hierbij ook gaat om een deel van de taakstelling die aan de herstructurering PMZW verbonden is en het niet onze bedoe ling is om gaten in die taakstelling te schieten, want wij hebben daar in een eerder stadium immers al mee ingestemd, is dat voor ons voldoende. De heer Den Oudsten: Voorzitter, ik kan aan al die bijdra gen over dit onderwerp niet zo verschrikkelijk veel meer toevoegen. Toch even een paar opmerkingen. Ik denk dat het allereerst goed is om te zeggen dat het een goede heldere feitelijke notitie is geweest waarop wij ook als raad goed onderliggend materiaal voorgeschoteld hebben gekregen om ons oordeel over te vellen. Ik hoop niet dat het feit dat het zo helder was iets heeft te maken met de lange tijd die de gemeente nodig heeft gehad om de notitie voor te bereiden. Het is duidelijk dat ook wij het volstrekt eens zijn met de lijn die in de notitie is uitgezet. Even los van de forse taakstelling die hierop rust, denk ik dat ook als er niet sprake zou zijn geweest van een herstructurering van het werkgelegenheidsbeleid met name in de sfeer van de toelei ding naar werk, er toch ook fors aanleiding zou zijn ge weest om te kijken naar de Projecten Mensen Zonder Werk en de manier waarop dat georganiseerd is. Dus in die zin zijn 17

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1992 | | pagina 9