de schouders van de te geringe aantallen duikers lag, nu op de schouders van het gemeentebestuur is komen te liggen. Ik denk dat dat een houding is die ons past. Als de gevolgen daarvan eventueel zichtbaar worden dan, zo heb ik tegen de Brandweer gezegd, weet men ook wie daarvoor verantwoordelijk is, dat zijn wij. Dat besluit is hier al eerder genomen, ik denk dat wij ons dat goed moeten realiseren. Dat had uitslui tend een financiële achtergrond en dat waren wij ons allemaal zeer wel bewust toen wij dat besluit hebben genomen. Voor wat betreft de werkgelegenheid denk ik dat het een wat merkwaardige benadering is om te zeggen, houd nu zoveel mogelijk brandweermensen in dienst, dat is goed voor de werkgelegenheid. Ik denk dat het juist een heel afgewogen benadering in de richting van die vrijwilligers is geweest om te zorgen dat het maatschappelijk draagvlak voor die Brand weer groter wordt dan het nu is. Ik denk ook dat na aanvanke lijke aarzelingen bij het brandweerkorps dat volledig geac cepteerd is en men er van harte mee instemt. Ook dat had uiteraard een financiële achtergrond, want het scheelt ons 6 a 7 personeelsleden op den duur. Dat is de redengeving daar achter Wat de heer Greving betreft ben ik uiteraard om te beginnen dankbaar voor de mededeling dat hij voorstander is van de invoering van het systeem. Maar dat betekent tegelijkertijd dat ik moet zeggen dat het onderuit halen van het systeem door nu voorstellen te doen zoals hij die doet, namelijk niet investeren in de post Noord en niet de spuit in Noord, toch wat haaks op elkaar lijkt te staan. Overigens zegt hij niet, helemaal niet doen, maar vraagt of het misschien uitgesteld zou kunnen worden. Op die vraag geef ik het antwoord dat ik ook op de vorige vraag van de heer Greving gaf, namelijk dat wij dat tegen het licht zullen houden van het rapport van de Brandweercommandant en dat wij uiteraard niet eerder investe ringen zullen doen dan strikt noodzakelijk in verband met het optuigen van het totale plaatje waartoe wij wel besloten, hebben Ik denk dat het opleiden van de vrijwilligers onmiddellijk moet beginnen en dat het gereedmaken ontwerpen en bouwen van de post toch ook gauw anderhalf jaar duurt voordat je alle vergunningen, tekeningen, plaats en dat soort zaken hebt. Dus er moet een moment komen dat je inderdaad gaat starten. Maar wij zullen in verband met de financiële situatie dat niet eerder doen dan strikt noodzakelijk. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. 22 Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.met de aantekening dat de WD-fractie geacht wil worden te hebben tegengestemd. Punt 20 (bijlage nr. 205). De Voorzitter: Aan de orde is Vaststellen van de rechtsposi tieregeling vrijwilligers bij de gemeentelijke Brandweer. De heer Greving: Mijnheer de voorzitter, ik heb in de Commis sie Algemene Zaken al gezegd dat ik niet zo ingenomen ben met twee onderdelen uit deze rechtspositieregeling, de artikelen 31 en 33 van het voorstel dat voorligt van de VNGHet gaat hier eigenlijk om een verouderd voorstel dat naar ik schat uit 1987 stamt. Wat is de moeite die ik hiermee heb? Er vindtop dit moment een aanscherping plaats ten aanzien van de Ziektewet en er is een nieuwe wet over de terugdringing van de uitkeringen van arbeidsongeschikten. Dat komt er op neer dat nu werkgevers gehouden zijn tijdens arbeidsongeschikheid aan te vullen tot 100% en wanneer er sprake is van blijvende arbeidsongeschiktheid werkgevers een boete moeten betalen via het bonus malus systeem. De totale kosten voor de werkgever kunnen daarmee oplopen tot f 70 a f 80 duizend. Dat houdt in dat als wij een vrijwilliger bij de Brandweer hebben die daar arbeidsongeschikt zou worden, dat aanzienlijke lasten met zich meebrengt voor de werkgever van dat moment. Nu lijkt het dat ik voor die werkgever zou willen opkomen, maar dat is op dit moment niet mijn belang, het gaat tegelijk om het belang van die vrijwilliger. Immers als een vrijwilliger probeert elders een andere baan te krijgen, moet zijn nieuwe werkgever ook dat risico in huis durven te nemen. Als die werkgever dat niet doet, mist hij of die baan of de vrijwilliger zal zijn vrijwillig brandweerschap er aan geven. Beide gevallen zou ik betreuren, want wij hebben ook geïnvesteerd in een dergelijke vrijwilliger. Daarom zou ik de financiële drempels die werk gevers kunnen hebben als een vrijwilliger in de problemen komt door arbeidsongeschiktheid ten gevolge van het deelnemen aan de vrijwillige Brandweer teniet willen doen. Dat is op dit moment niet in de regeling opgenomen. Ik heb begrepen dat de VNG daar wel mee doende is, maar dat dit nog wel wat tijd in beslag kan nemen. Ik vind het onzorgvuldig en slordig als nu wij starten met een nieuwe regeling en dat niet goed ingevuld hebben. Ik denk dat dit vergaande consequenties kan hebben voor ons vrijwilligerskorps. Wij zullen straks mis schien meemaken dat dergelijke consequenties boven water komen en dan Kan het best eens zo zijn dat een aantal werkge- 23

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1992 | | pagina 12