slagen, maar ook landelijk beleid heeft zijn invloed op het
al dan niet terugdringen van de automobiliteit. Vanuit dat
gezichtspunt zijn wij dan ook ingenomen met het fenomeen
vervoerregio en de daarbij behorende uitgangspunten. Naast
het integrale karakter spreekt ons de doelstelling beperking
van de groei van de automobiliteit gericht op het niet nood
zakelijke autoverkeer bijzonder aan. Wij vinden het bemoedi
gend dat rn deze zaak de verschillende overheden en bedrijven
samenwerken en afspraken maken voor het plan vervoerregio.
Het lastige is dat het nu nog gaat om het in de tijd uitge
zette uit te voeren plan en het integrale karakter ervan. Wij
willen nogmaals benadrukken dat de onderdelen uit dit raam
plan in zijn geheel moeten worden uitgevoerd vanwege de
samenhang. De sterke kant van dit plan heeft tevens een
zwakte in zich, doordat iedereen achter de plannen moet staan
zodat de aannames ook werkelijk gerealiseerd kunnen worden.
In dat verband maken wij ons met name zorgen over de conse
quenties van het plan Pro-rail, hetgeen betekent een frequen
tieverhoging van de stadsdienst. Naast de tekorten die er nu
al zijn, moet er dan nog eens f 2,5 miljoen extra op het
kleed komen. Wij weten dat de wethouder intensief met dit
onderwerp bezig is, zowel binnen de vervoerregio als ook
landelijk. Ik zou dan ook willen vragen of hij mogelijkheden
ziet voor zo'n uitbreiding en of het niet doorgaan van zo'n
project niet het hele raamplan vervoerregio uitholt of ster
ker nog in laat storten.
Dan iets over de samenwerkingsvorm.
Er is gekozen voor een groeimodel dat uit moet monden in een
gemeenschappelijke regeling. Nu hebben wij niet zulke beste
ervaringen met gemeenschappelijke regelingen, zoals bijvoor
beeld het OLAF. Naar ons idee wordt dan ook terecht geëist
dat de inbreng van Leeuwarden een bepaald gewicht moet hebben
dat overeenkomt met de grote belangen en de rol die Leeuwar
den heeft binnen de provincie. Het gaat per slot van rekening
om een belang van zo'n 40% van het totaal. De eis dat Leeu
warden niet alleen een vaste plaats in het dagelijks bestuur
krijgt toegewezen en gelet op de centrale positie in de
vervoerregio ook het voorzitterschap claimt, vinden wij dan
ook terecht. Ik zou van de wethouder graag willen weten hoe
daar over gedacht wordt bij de andere participanten. Daar
naast denk ik dat het van groot belang is zoveel als mogelijk
deel te nemen aan verschillende werkgroepen.
Het parkeerbeleid.
Ik wil nog een enkele opmerking maken over het parkeerbeleid.
Wij staan op het punt een Parkeerverordening vast te stellen
met de daarbijbehorende tarieven. Dat zal ongetwijfeld van
invloed zijn op het parkeergedrag en de concurrentiepositie
26
van Leeuwarden ten opzichte van de andere grotere kernen met
een verzorgende functie zoals Heerenveen, Drachten en Sneek.
Voor Leeuwarden is het van essentieel belang dat de koop
krachtbinding niet negatief wordt beïnvloed door een wijzi
ging in het parkeerbeleid. Mijn vraag is, hoe de grote kernen
tegen dit beleid aankijken en hoe de afstemming plaats zal
vinden.
Samenvattend voorzitter, stemmen wij in met het raamplan in
de verwachting dat de intentie bestaat de samenhang die dit
plan kenmerkt ook in de uitwerking tot uitdrukking te laten
komen en dat er niet tussentijds onderdelen uitvallen of
teruggetrokken worden.
De heer A.P. Terpstra: Mijnheer de voorzitter, door in te
stemmen met het Raamplan Vervoerregio Friesland stemmen wij
in met iets dat verstrekkende gevolgen heeft voor onze ge
meente en het beleid te voeren door deze gemeente. Direct
voor het te voeren verkeers- en vervoersbeleid, indirect voor
het beleid op vele andere terreinen. Zo moet het gebruik van
het autoverkeer drastisch worden beperkt, door het treffen
van maatregelen op regionaal niveau naast de te nemen lande
lijke maatregelen. Dit betekent gevolgen voor bijvoorbeeld
het parkeerbeleid, het lokatiebeleid en het openbaar vervoer.
Met het noemen van dit laatste is meteen één van de kwets
baarheden van het plan genoemd. Versterking namelijk van het
openbare vervoer op lokaal niveau betekent minstens een
toenemend exploitatietekort, een tekort dat niet wordt afge
dekt door subsidies van de rijksoverheid. Dit wetende moet je
vraagtekens plaatsen bij de haalbaarheid van het raamplan.
Een ander gevolg is dat er tussen de gemeentes die deel
uitmaken van de vervoerregio en in het bijzonder die gemeen
tes met een verzorgende functie, afspraken gemaakt moeten
worden over te nemen maatregelen. Leeuwarden zal bijvoorbeeld
bij het treffen van maatregelen met betrekking tot het parke
ren deze moeten afstemmen op de door andere centra te nemen
maatregelen, daar anders de positie van Leeuwarden als win
kelcentrum nadelig beïnvloed zou kunnen worden. Omgekeerd
betekent dit natuurlijk ook dat de andere gemeentes de conse
quenties moeten trekken uit het deelnemen aan deze vervoer
regio. Dit geldt ook voor zaken als lokatiebeleid en beleid
met betrekking tot de verkeersinfrastructuur. De consequentie
hiervan is dat wil de vervoerregio aan haar doel beantwoorden
er te zijner tijd bevoegdheden moeten worden overgedragen.
Wij onderschrijven dan ook dat er een intentieverklaring komt
waarin men de bereidheid uitspreekt te zijner tijd deze
bevoegdheden daadwerkelijk over te dragen. De vraag is dan
echter wel aan wat voor soort lichaam Ts een openbaar li-
27