is en of die werkgroep niet in zijn werk belemmerd wordt door de plannen zoals wij die nu aangaan. In zijn algemeenheid zijn wij zeer ingenomen met het ontwik- kelingsvoorstel voor de Frieslandhal. Er zou nog één kleine kink in de kabel kunnen komen. Uit de subsidietoekenning van het rijk blijkt dat zij als voorwaarde heeft ne'ergezet het Europees aanbesteden van het project. Dat kan op gespannen voet staan met de publiek private samenwerkingsvorm, zoals wij die gekozen hebben. Wellicht zou de wethouder daar ook nog even zijn licht over kunnen laten schijnen. De heer Heere (weth.Mijnheer de voorzitter, ik loop de diverse sprekers maar langs, anders moet ik ook nog weer uitvoerige algemene beschouwingen hierover geven en die zijn al zo vaak gehouden dat ik dat verder maar laat. De heer Brinks heeft een aantal concrete vragen gesteld. Hij heeft gezegd dat er een rapportage van de AVM is geweest die onder andere sprak over de wenselijkheid van een betere onderbouwing, met name van de meeropbrengsten. Daar wordt op dit ogenblik aan gewerkt. Daar worden wat meer gedetailleerd berekeningen onder gelegd, zodat wij ook in de richting van de commissie te zijner tijd daar wat meer onderbouwing aan kunnen geven. De visie-ontwikkeling zal een zaak zijn van de nieuwe onder neming. Die is nog niet echt tot stand gekomen op dit moment, maar het zal natuurlijk een van de eerste dingen zijn waar men naar toe moet, omdat dat het uitgangspunt is waarop je management qua acquisitie en andere zaken kunt aansturen. De heer Brinks heeft daar het aspect van ecologische landbouw bij genoemd. Ik denk dat dat best zou kunner, met name omdat ik vind dat ondanks het feit dat de landbouwscholen nu niet rechtstreeks aan dit plan zijn gekoppeld, er wel een belang rijke wens ligt, die ook door de landbouwhogescholen is onderkend, namelijk om aan dit centrum toch iets van kennis overdracht te koppelen, op welke wijze dan ook. In dat kader denk ik dat je dat ecologische landbouwaspect zeker mee zou kunnen nemen. Ik weet dat dat in de provincie op dit ogenblik ook een belangrijk accent krijgt en op zichzelf past het bij de nieuwe ontwikkelingen die wij op dit punt in gang willen zetten De heer Brinks heeft ook gevraagd naar de juridische struc tuur, met name die bij faillissement en hoe de stand van zaken op dit moment is. Dit naar aanleiding van de adviezen van onze advocaat. Wij hebben daar vorige week met onze part ner en onze adviseurs vrij uitvoerig over gesproken en zijn tot de conclusie gekomen dat de constructie zoals die op dit 22 ogenblik in de stukken is voorzien niet helemaal waterdicht is. Wij zullen waarschijnlijk moeten koersen op iets als behouden van de gemeente van het juridisch eigendom en het economisch eigendom overdragen of iets in die orde van groot te. Daar wordt op dit moment door onze juristen en de notaris op gestudeerd. Wij zullen u daar ongetwijfeld te zijner tijd over informeren. In ieder geval, om het maar wat huiselijk te zeggen, zullen wij proberen om de zaak zo goed mogelijk dicht 'te timmeren, beter dan het op dit ogenblik is. De exploitatie en de gemeentelijke lasten die daaruit voort vloeien. De heer Brinks neemt aan dat de aanloopverliezen door de onderneming worden gedragen. Dat is correct, dat is inderdaad de bedoeling. Wij zullen dus geen extra kosten onderweg meenemen. Ook dat is inderdaad de bedoeling, de gemeentelijke bijdrage zoals die nu op papier staat van de rentelast in relatie met de inbreng is dat wat wij voorzien en verder niet. Wellicht dat er te zijner tijd, daar heeft geen van de raadsleden op gewezen, zelfs positieve resultaten zijn te boeken op een zodanige wijze dat de gemeente ook daarin zou kunnen meedelen. Dat is misschien wel erg optimis tisch, maar ik sluit dat niet uit. Dan is er door meerdere raadsleden gesproken over de interna tionale wedstrijden in verband met het verdwijnen van de sporthal. Er is gezegd dat daar in de Commissie Economische en Sociale Zaken iets genuanceerder over gesproken is dan in de Commissie Cultuur, Sport en Recreatie. Dat kan best, ik heb in de Commissie Economische en Sociale Zaken gezegd dat het best mogelijk is om in de Evenementenhal, als dat gewenst geacht wordt door de organisatoren, internationale wedstrij den te houden, maar of dat betekent dat of de organisaties hun eigen vloeren meenemen wat de laatste tijd nogal ge bruikelijk is - of dat wij gaan beschikken over vloeren die daar dan ad hoe gelegd kunnen worden, is op dit moment nog niet bekend. De heer De Beer heeft er op gewezen, dat daar dan inderdaad een prijskaartje aan hangt. Hoe dat prijskaart je moet worden ingevuld, moeten wij nog eens bestuderen. Maar de wens om het mogelijk te maken is concreet aanwezig. Ik heb ook toegezegd dat dat in het overleg met Van Wijnen concreet gestalte zal moeten krijgen. (De heer Brinks: In de Commissie Cultuur, Sport en Recreatie werd verzekerd dat bij dit soort grote internationale evenementen altijd een eigen vloer meegenomen wordt.) Het uitgangspunt moet zijn, hoe het ook gebeurt, dat de mogelijkheid dat de grote evenementen, die voor Leeuwarden ook als knooppuntstad toch iets hebben van bevestiging daarvan, in principe mogelijk gemaakt moeten worden, op welke wijze dan ook. Wij studeren dus nog op die manier 23

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1992 | | pagina 12