Het is inderdaad juist dat wij de toezegging hebben gedaan aan het bestuur van Trias dat tot augustus 1994 de zaak kan blijven draaien zoals die nu draait. Intussen moeten door hen voorstellen worden gedaan om tot privatisering komen, die tevens inhouden dat er ook verbeteringen aan het bestaande complex zullen moeten plaatsvinden. De accommodatie heeft in ieder geval zo zijn onderhoud nodig. Maar wat wel nodig is, is dat er een vrij forse investering moet worden gedaan in de apparatuur. Die apparatuur is eigenlijk zo'n beetje af. Dat betekent dat er in zijn totaliteit een aantal miljoenen zal moeten worden geïnvesteerd om de ijshal zoals die er nu is weer voor langere termijn goed draaiende te houden. Als de vraag gesteld wordt of er bij die toekomstige ontwik keling ook nog de mogelijkheid zit van uitbreiding, moet ik toch op een aantal dingen wijzen. In de eerste plaats bete kent dat dat naast de forse investering, waar ik het net al over had, er nog één tegen aan zou moeten komen. Ik ben erg benieuwd of de privatiseringsconstructie waar Trias mee komt, inderdaad ook financieel toelaat dat dat allemaal uit de exploitatie gedekt kan worden. (De heer Brinks: Waar het mij bij die uitbreiding vooral om ging, was of wij een eventuele uitbreiding op slot zetten door het besluit te nemen zoals wij dat vanavond nemen.) Wij zetten hem niet op slot, maar ik wil elk misverstand over het antwoord dat ik nu geef, name lijk dat wij het niet op slot zetten, vermijden in die zin dat wij daarmee dus zouden zeggen dat wij het doen. Dat wil ik eventjes voor alle duidelijkheid gestipuleerd hebben. Fysiek kan het. Als je het aan het raadsbesluit gehechte voorbereidingsbesluit bekijkt, zie je dat er maar voor een heel beperkt stukje op dit moment een bestemming wordt gewij zigd. Dat bevat niet het deel waar de ijshal nu op staat. Met andere woorden dat zou dus, als wij dat al zouden willen te zijner tijd, nog moeten. Het kan dus eventueel wel, maar of het überhaupt wenselijk is, is een volstrekt open vraag, ook voor het college. Voor wat betreft het bodeterrein heeft de heer Brinks ge vraagd of al bekend is waar dat dan naar toe zou moeten. Enig overleg met mijn collega van Ruimtelijke Ordening heeft mij geleerd dat dat op dit moment nog niet het geval is. Dat weten wij dus nog niet. De heer Brinks heeft ook gevraagd naar een goede regeling van de budgetbewaking. Ik ben dat van harte met hem eens. Ik denk dat dat inderdaad een aspect is waar wij erg veel aandacht aan zullen moeten geven, om te voorkomen dat wij dingen doen die later betreurd zouden worden. Mevrouw Tiemersma heeft gezegd dat wij vooral voor het perso 24 neel snel duidelijkheid moeten geven. Ook anderen hebben daar op gewezen. Ik ben dat met haar eens. Ik heb vorige week nog met het personeel daarover gesproken en ook met de afdeling POIDe bedoeling is dat wij op korte termijn de ODRP inscha kelen om een arbeidsovereenkomst op te stellen. De functie waardering is rond. Op grond van die arbeidsovereenkomst kan dan een sociaal plan worden opgesteld en ik denk dat wij dan verder kunnen. Dat betekent niet dat wij binnen een of twee maanden de zaak helemaal rond hebben. Ik vermoed dat wij wel gedwongen zullen worden om, alle zorgvuldigheid in acht nemend ook bezwaarschrifttermijnen enz., te komen tot deta chering eerst van het personeel bij de nieuwe onderneming en pas daarna de formele indiensttreding. Maar wij zullen dat zo snel mogelijk en zo goed mogelijk doen. De voorwaarden waar onder zijn bekend. Mevrouw Tiemersma heeft gesproken over de naam. Ook daarover heeft nader beraad plaats gevonden en heeft er toe geleid dat wij tegen elkaar hebben gezegd dat dat inderdaad een heel belangrijk aspect van dit verhaal is en dat je daar niet zomaar een willekeurige al of niet Nederlandse danwel Engelse danwel Friese naam aan moeten hangen. Die naam moet ook een zekere wervingskracht hebben die deze onderneming nodig heeft. Wij zullen dan ook in de statuten een zeer willekeurig gekozen naam hanteren, dat wordt waarschijnlijk iets als Heliconweg of zo, om te voorkomen dat wij ons al te snel zouden vastpinnen op een definitieve naam. Wij gaan daar dus op korte termijn naar zoeken, danwel naar laten zoeken. Er zijn hier en daar deskundigen die daarvoor hebben doorge leerd. Mevrouw Tiemersma heeft gezegd dat wij er een onderneming van formaat bij krijgen. Dat ben ik geheel met haar eens. De discussie over de adviescommissie, waar de heer Den Oud sten ook nu weer duidelijk op gereageerd heeft, heb ik niet veel meer over te zeggen dan ik de vorige keer ook al heb gedaan. Ik vind het op zichzelf een interessante gedachte die wij meenemen en wat er van komt, moeten wij nog maar eens even bekijken, want dat hoeven wij hier achter deze tafel, in die geprivatiseerde onderneming, ook niet uit te vinden, gelukkig. Daar moeten wij met onze partners eens over spre ken. Het idee van op de een of andere manier een draagvlak construeren spreekt mij wel aan, alleen moet wel heel duide lijk zijn dat deze commissie in de formele structuren van de onderneming natuurlijk niets te maken heeft. De besluitvor ming als zodanig voltrekt daar zich langs geheel eigen lij nen. De kwalificaties over de adviescommissie van Frigem ga ik 25

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1992 | | pagina 13