buurt- en wijkcentra zouden kunnen komen. Die relatie is er, althans die zou er kunnen zijn, want dan krijg je samenvoe ging van wijken en dan moet je nog verder gaan. En er is gezegd dat er bij de nieuwe SE-score dan gekeken zou moeten worden of er meer elementen aan toegevoegd kunnen worden en andere zaken wellicht tot een betere verdeling kunnen komen. Er is ook gezegd door een aantal sprekers, dat er niet ge luisterd is naar de wijkorganisatiesIk weet niet of men nog beschikt over de correspondentie met name vanuit de wijkorga- nisaties, de wijkorganisaties hebben namelijk ten principale gesteld dat ze het een verkeerd ijkpunt vinden om als uit gangspunt de achterstandssituatie te nemen om het subsidie te verdelen. Daarmee was één van de grondslagen van overleg uit handen gevallen, dat is zo duidelijk als wat. Ik heb toen ook gezegd in de commissie, dat gezien de verschillende belangen die er liggen ik het bijna onmogelijk acht om tot overeen stemming te komen met de wijkorganisaties, want ieder heeft natuurlijk zijn eigen belang. Ik verwijt dat niemand, ik constateer dat slechts. Ik zal dan de sprekers nog even volgen, want ik denk dat wij inhoudelijk dit onderwerp zoveel hebben besproken dat wij wel weten hoe de standpunten ongeveer liggen. Ik heb mevrouw Dikken inmiddels beantwoord. Mevrouw Dijkstra heeft eigenlijk een wat tegenovergesteld pleidooi gehouden. Zij heeft gezegd dat zij akkoord gaat met het voorstel van het college, maar zij zegt neem 1993 als uitgangspunt en ga dan eens kijken of er bijstelling behoeft ook met het oog op de bezuinigingen. Op het gebied van de huisvesting is men bezig met nieuwe scores te ontwikkelen en als dat een betere is, zal ik de laatste zijn die zegt dat wij daar geen gebruik van moeten maken, ik heb daar in de commissie ook voor gepleit. Op dit moment hebben wij eigen lijk maar één methodiek en dat is deze. Ik weet best dat daar iets aan af te dwingen is, alleen wij hebben niets anders en wij werken daar al acht jaar mee en dat heeft tot dusverre vrij goed gefunctioneerd, op twee punten na. In de eerste plaats denk ik dat wij vaker moeten evalueren en vaker moeten bijstellen en op de tweede plaats zullen wij er nauwlettend op moeten toezien dat de uitvoering van het werk ook gebeurt ten behoeve van mensen in achterstandssituaties etc. U hebt gezien in het voorstel bij de deregulering van het subsidie beleid dat daaromtrent voorwaarden zijn geschapen. Er moet worden aangegeven op welke wijze dat gebeurt. Er zijn be paalde bevolkingsgroepen die beslist aan bod moeten komen. Mevrouw Garms heeft gememoreerd dat tot twee keer toe het college de zaak heeft teruggenomen en de belanghebbenden geen 42 inspraak hebben gehad. Dat begrijp ik niet helemaal, want ik denk dat tot twee keer toe belanghebbenden hebben kunnen inspreken vanaf de publieke tribune, dat is ook gebeurd. Wij hebben middels een enquête en middels verzoeken aan de ver schillende instanties gevraagd wat zij ervan vinden en wij hebben een aantal modellen voorgelegd aan verenigingen. Ik denk dat er verschrikkelijk veel aan inspraak is gedaan. (Mevrouw Garms: Wat ik zeg is, dat door het nu in één keer rechtstreeks in de raad brengen, het betekent dat je in deze laatste fase geen inspraak hebt.) Als het voorstel wijzigin gen had ondergaan zou ik mij er iets bij kunnen voorstellen, maar het voorstel heeft geen wijzigingen ondergaan. (Mevrouw Gctrms: Dat is ook de reden waarom ik zeg: maar goed zoals uit de raadsbrief blijkt heeft het college geen wezenlijke veran deringen aangebracht.) Als het alleen een constatering was, heeft mevrouw Garms natuurlijk gelijk, maar ik dacht dat zij iets zei over het ontbreken van inspraak. (Mevrouw Garms: Mee, dat komt verderop Kernpunt, zo zegt mevrouw Garms, is dat het strijdig is met het voorstel van de samenwerkende buurtorganisaties. Ik ben daar net op ingegaan. Ik weet best dat de samenwerkende buurtorganisaties anders voorstaan, alleen die tasten nu juist dat begrip "achterstandssituatie" aan. Daarvan denk ik, dat daar niet uit komt wat wij ervan verwachten, want dat zal inderdaad een twistpunt blijven. Dat is inderdaad, als dat niet lukt, in strijd met het beleid zoals het college zich dat voorstelt. Urgente bezuiniging heb ik aan het adres van mevrouw Dikken over gesproken. Ik weet best dat die komen, de raad moet daartoe beslissen, maar principieel hoeft daar geen wijziging door op te treden. De heer De Jong heeft zich eigenlijk aangesloten bij de vorige spreker en gezegd dat hij heeft gekozen voor overleg met de SBO. Vervolgens heeft hij zich uitgesproken voor de mot ie De heer Greving heeft gesproken over de oude wijn in de nieuwe zakken of andersom. Ik heb daar inmiddels op geant woord. Hij heeft gevraagd waarom het toch verfijndere systeem zoals hij dat heeft voorgesteld niet wordt toegepast. 1-2-4-8 geeft aan dat er bepaalde ruimten zijn tussen de scores. Als je dat bij elkaar brengt, gaat het natuurlijk ook ten kosten van de wijken die in de ogen van het college het meeste zouden moeten hebben. Ook dat is een afvlakking van het systeem en als college hebben wij gezegd dat wij daar niet toe besluiten. Wij hebben dit systeem altijd zo gehad en dit heeft goed gewerkt. 43

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1992 | | pagina 22