stellen in het vervolg precies de consequenties voor de tariefstelling - zeg maar in percentages verhoging bijvoor beeld op het geldende tarief - aan de orde hebben, zodat je dat ook op dat moment kunt meewegen. Ik denk dat het goed is om op dat punt toch nog een toezegging van het college te krijgen. Het tweede punt, dat is ook in de commissie aan de orde geweest en u ziet dat ook in de verschillende moties vanavond terugkomen, het principe "de vervuiler betaalt" blijkt toch steeds heel ingewikkeld weer door te rekenen te zijn in de gemeentelijke tarieven voor zover daarop van toepassing. Overigens, misschien kan de WD-fractie straks nog even uitleggen wat nu de verbinding is tussen uitkeringsfraude en het principe "de vervuiler betaalt", maar dat komt straks nog wel even denk ik. Ik zou nu niet inhoudelijk op die moties willen ingaan. Het is genoegzaam bekend, en ik denk dat dat bij de hele raad zo is, dat het principe "de vervuiler betaalt" op zichzelf voor ons ook een goed principe is, alleen het moet dan wel in de regelingen waarin je dat nader uitwerkt op een zodanige manier worden uitgewerkt dat het ook een eerlijke toepassing is. Daar zit vaak het probleem. Dat zie je aan de ene kant als het gaat om bijvoorbeeld differentiatie van tarieven, daar zijn ook wisselende voorbeelden van. Het kan een heel goed middel zijn, maar hoe werkt dat zo uit dat het ook in de praktijk werkbaar is? Ik denk dat het goed is dat, voordat wij inhoudelijk op die motie reageren, wij eerst het antwoord van de wethouder even afwachten. De heer Greving: Ik zal de verschillende onderdelen maar even bij langs lopen. In de eerste plaats de onroerend goedbelasting, een verhoging van 4,25%. Daarin zitten ook correcties voor 1991 en 1992 in. Ondertussen is er wel een meevaller geweest, niet voor de minima maar wel voor de gemeente, dat er minder kwijtgeschol den kon worden, f 3 ton. Wij hebben dat structureel ingeboekt als meevaller bij de herwaarderingsoperatie. Ik vind het dan wat overdreven om te komen met een compensatie voor 1991 en 1992 en zo het percentage te verhogen. Het lijkt erop alsof afwijkingen in negatieve zin door de gemeente worden gecom penseerd, maar de afwijking in positieve zin door de gemeente in eigen zak worden gestoken. Daar kan ik mij niet in vinden. De Legesverordening. Daar vind via een wonderbaarlijke rekentechniek een opwaarde ring plaats van de loonkosten van 1,1% tot uiteindelijk 4,5%. Daar zit dan weliswaar ook weer 1% in voor periodieken die wellicht door de gemeente ook gehonoreerd moeten worden. 56 Alleen het gaat mij wat ver om ieder jaar 1% voor periodieken in te boeken. Vandaar dat ik mij ook niet kan vinden in de verhoging van 4,5% voor de leges in het algemeen. Dan de leges die genoemd staan onder het punt i. Dat is een verlengstukje van de parkeerproblematiek. Het gaat over het verstrekken van een parkeerontheffing. Dat is weer iets anders dan een parkeervergunning. Dat gold voor bedrijven en werkers in de eerstelijns gezond heidszorg, die zo nu en dan in de binnenstad moeten zijn. Daarvan wordt dan geargumenteerd dat het tarief eigenlijk gelijk zou moeten zijn aan dat van bedrijven die in de bin nenstad gevestigd zijn. Ik vind eigenlijk die argumentatie niet goed. In de eerste plaats gaat het hier om mensen die incidenteel in de binnenstad moeten zijn. Wij hebben bij de behandeling van de Parkeerverordening gemerkt dat wij niet mogen differentiëren naar gebruik als zodanig, maar dat gekeken kan worden naar de intensiteit en de plaats waar geparkeerd wordt en op grond daarvan kan slechts een diffe rentiatie plaatsvinden. Wat hier als argumentatie wordt aangevoerd, gaat er bij mij niet in. Daar komt dan nog bij dat er anti-cumulatie-clausule opgenomen moet worden. Welis waar lijkt dat terecht, maar ik vind het wat ver gaan om voor een dergelijke wijziging een handtekening te vragen van de Koningin. Ik zou dan liever willen voorstellen om deze leges mogelijkheid voor bedrijven en werkers in de eerstelijnsge zondheidszorg maar gewoon te schrappen, als er toch geen tariefverschil is. Ik moet ook zeggen dat het andere punt wat bij i. genoemd wordt, de verdubbeling van het tarief voor een invalide parkeerontheffing, bij mij een onaangename bijsmaak geeft. Waarom kan dit tarief niet gewoon stijgen met de inflatiecorrectie? De rioolrechten. Een stijging van 19%. Ik vind dat nogal fors en had graag gezien dat wij dat wat hadden kunnen temporiseren. Ik vind het ook ver gaan dat wij nu gevraagd worden als raad in te stemmen met de tariefsverhoging waarin al verdisconteerd zijn de besluiten die wij nog moeten gaan nemen. Vandaar dat ik ook niet voor deze zeer forse verhoging van 19% ben. De motie die de WD-fractie daarover heeft ingediend, om in de toekomst de rioolrechten wel degelijk ook naar de gebrui kers toe te gaan berekenen, sta ik in principe niet negatief tegenover De reinigingsheffing. Die heeft mijn instemming, maar daar zit toch nog wel één moeilijk punt bij. Het schijnt een of ander terugkerend fenomeen te zijn als het gaat om de bekende container met het groene deksel. Ik heb daar vorig jaar bij de voorbereiding 57

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1992 | | pagina 29