De heer Burg: Voorzitter, het voorgestelde antwoord op deze brief van de Vervoersbond FNV luidt in de aanhef dat ook de Leeuwarder gemeenteraad zich bezorgd maakt over de wettelijke mogelijkheid dat meerdere bedrijven kunnen inschrijven voor het verrichten van openbaar vervoer. Met dit antwoord is de WD-fractie het echter niet eens. Wij denken dat het best gezond kan zijn om in een normale concurrentiesituatie te pogen de effectiviteit van de wijze waarop het openbaar vervoer wordt aangeboden te verhogen. De taak van de over heid, ook van de gemeenten, is het bieden van openbaar ver voer zo goed mogelijk en tegen een zo laag mogelijke prijs. De bedoeling van de rijksoverheid is dat daarvoor aanbeste dingspakketten worden aangeboden. Daarop wordt nu nog gestu deerd, maar binnenkort zal ook daarover in de Tweede Kamer een besluit worden genomen. Wij zijn het dan ook eens met de stelling dat het verlenen van een vergunning goed gereguleerd moet worden zodat er in dit soort pakketten zowel de rendabe le als de onrendabele lijnen worden meegenomen. Maar om nu te stellen dat er door deze mogelijkheid, en meer is het voor alsnog ook niet, van afbrokkeling van voorzieningen sprake zou zijn, laat staan zoals er in de brief staat dat er lijnen om zeep geholpen zouden worden, dat is volgens ons op z'n minst gezegd prematuur en waarschijnlijk in de toekomst ook helemaal niet nodig. Wij zijn het niet eens met de formule ring waarin u deze brief wilt stellen en wanneer u een derge lijk antwoord zou willen dichten, verzoeken wij u om daar in ieder geval de WD-fractie niet bij te betrekken. De heer Timmermans (weth.Voorzitter, ik constateer dat het college niet stelt dat er is geen enkel u.'tzicht is op of dat er nooit uitzicht zal zijn op een vorm van concurrentie waar het gaat om de aan/uitbesteding van openbaar vervoerslijnen. Dat staat er niet, dat heeft de heer Burg ook niet kunnen lezen. Ik denk dat wat hier staat precies de situatie is zoals die zich voordoet. Op dit moment denk ik dat er ge weldige risico's zitten aan het ongelimiteerd mogelijk maken van volstrekte concurrentie wanneer het gaat om de aan/uitbe steding van de uitvoering van openbaar vervoerslijnen. De voorbeelden zijn bekend. In Engeland is dit ongeclausuleerd gebeurd en het gevolg is dat daar gigantische gebieden zonder openbaar vervoer zijn gekomen en op de "dikke lijnen", zoals dat zo mooi heet, vier-vijf bussen rijden die elkaar kapot concurreren. Daarmee is in feite het hele openbaar vervoer systeem in Engeland in elkaar gezakt als het gaat om de bussen. Wat wij hier vaststellen is dat wij bezorgd zijn en dat een ongeclausuleerd vrijgeven van de concurrentie van het openbaar vervoer te veel risico's in zich herbergt. Er zal dus sprake moeten zijn van een zorgvuldige benadering in dit 6 opzicht De heer Burg: Voorzitter, als ik het goed begrepen heb is er hier geen sprake van dat wij Engelse toestanden zouden kunnen krijgen, maar dat in het Europese aanbestedingsreglement de rijksoverheid een verplichting heeft voor het aangaan van dit soort regelingen, waarbij de mogelijkheid bestaat dat anderen dan een bedrijf dit soort diensten uitvoeren. Er is in de Kamer uitgebreid over gesproken. Dit zijn de regels die hier zijn vastgesteld. Nogmaals, ik denk dat het heel verstandig is om in ieder geval te zorgen, als er contracten worden afgesloten, dat ook de onrendabele lijnen, ook in de uren dat het voor bepaalde bedrijven onaantrekkelijker zou zijn, goed worden meegenomen. Maar dat is een kwestie van het maken van goede afspraken en van goede contracten en het controleren daarvan. Maar om nu al te gaan zeggen, terwijl de regeling nog niet eens van de grond is, dat wij het er niet mee eens zouden zijn of dat wij ons bezorgd zouden maken over de ontwikkeling, die voor wat betreft ons helemaal uit de duim gezogen is, gaat ons te ver. De heer Timmermans (weth.): Voorzitter, het is inderdaad zo dat de Europese Gemeenschap duidelijk wijst in de richting van dat er sprake moet kunnen zijn van concurrentie. Dat is juist, dat wordt ook door niemand bestreden. Het gaat mij te ver als de heer Burg zegt: de Kamer heeft er over gesproken, in de zin van dat er conclusies zouden zijn getrokken. De Kamer heeft een aantal kanttekeningen hierbij geplaatst. Het zal u bekend zijn dat de Minister van Verkeer en Waterstaat de Commissie Brox heeft opgedragen om met betrekking tot dit punt nadere voorstellen te ontwikkelen. Dat is in feite wat wij hier ook voorstaan, wij wachten dat af. Maar het onge breideld zonder enige voorwaarden mogelijk maken van de concurrentie is ook door de Kamer en door de minister afgewe zen. Ik denk dat wij geheel in die lijn opereren. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.met de aantekening dat de WD-fractie geacht wil worden te hebben tegengestemd. Sub S tot en met V. 7

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1992 | | pagina 4