wethouder.
Dan ten aanzien van de sporthal.
Er is grote ongerustheid van verschillende kanten over het
feit dat internationale wedstrijden niet meer in Leeuwarden
zouden kunnen plaats vinden als wij de sporthal bij de Fries
landhal opheffen. In de Commissie voor Cultuur, Sport en
Recreatie heeft wethouder Vlietstra gezegd dat bij dit soort
wedstrijden altijd een eigen vloer wordt gelegd bovenop de al
bestaande vloer en dat zal ook in de toekomst in de Evenemen
tenhal gebeuren. Ik heb begrepen dat in de Commissie Economi
sche en Sociale Zaken daar toch wat genuanceerder over is
gesproken en wil nu eigenlijk de verzekering van de wethouder
dat dit ook zal gebeuren als er internationale sportevenemen
ten in de toekomst in de Frieslandhal zullen plaatsvinden.
Dan ten aanzien van de ijshal.
In de raadsbrief staat dat de ijshal nog zeker twee seizoenen
geëxploiteerd zal worden. Vragen die ik daarbij dan heb zijn
of de huidige ontwikkeling van de Frieslandhal en het voorne
men dat wij hebben om de besluiten te nemen zoals die hier
voorliggen, een toekomstige ontwikkeling van de ijshal mis
schien ook op het spel kunnen zetten. Met andere woorden - en
dat is in een brief van Trias op die manier ook verwoord -
moeten wij nu al ruimte reserveren voor een eventuele uit
breiding van de ijshal? Is dat nodig of kan dat later als
daar eventueel toe besloten wordt? Ik wil nadrukkelijk zeggen
dat ik over eventueel uitbreiden dan wel privatiseren of wat
dan ook nog helemaal geen uitspraak wil doen, maar de vraag
is, moeten wij niet nu al, vooruitlopend op een eventuele
uitbreiding, dat ook vastleggen in het plan?
Wanneer komen de plannen voor de ijshal in een commissie en
in welke commissie zal dat dan plaatsvinden? Ik heb begrepen
dat de voorstellen die Trias gedaan heeft al van december
1991 zijn. Ik denk dat je na één jaar toch wel dit soort
plannen in een of andere commissie naar voren zou kunnen
brengen.
De toekomst van het bodeterrein en het bodecentrum.
De bedoeling is dat in maart a.s. al begonnen wordt met de
ontwikkeling van het bodeterrein. De vraag is waarheen het
bodeterrein en het bodecentrum verplaatst gaan worden. Is
daar al meer duidelijkheid over?
Ten slotte nog twee algemene opmerkingen.
De eerste heb ik in de commissie al gemaakt. Namelijk dat bij
een zo groot project als de hele ontwikkeling van de Frie
slandhal en zeker ook de infrastructuur er omheen, toch een
goede budgetbewaking past. Ik neem aan dat dat ook geregeld
16
zal worden.
Als laatste, ik heb al gezegd dat in de rapportage van de AVM
wordt gesproken over een visie-ontwikkeling van de nieuwe
onderneming. Misschien zou daarin ook meegenomen kunnen
worden dat Leeuwarden zich eventueel kan profileren op ecolo
gisch landbouwbeheer. Ik denk dat dat een nieuwe tak van
landbouwbeheer zal zijn die heel veel aandacht nodig heeft.
Dus misschien dat dat meegenomen kan worden in de visie
ontwikkeling
Mevrouw Tiemersma: Wij hebben de afgelopen jaren al meerdere
keren in deze raad gesproken over de verzelfstandiging van
het FrieslandhalcomplexVanavond nemen wij eindelijk defini
tief het besluit om de Frieslandhal te verzelfstandigen. Deze
besluitvorming is voor vele partijen het moment om daadwerke
lijk van start te gaan. Daarom wil ik hier toch nog een
aantal opmerkingen maken. Omdat bijna alle aspecten al in de
commissies aan de orde zijn geweest zal ik mij beperken tot
een aantal hoofdlijnen.
De CDA-fractie is ervan overtuigd dat de Frieslandhal door de
keuze voor verzelfstandiging meer kans heeft op een succes
volle toekomst dan als het een gemeentelijke dienst zou zijn
gebleven. Wij zijn dan ook blij met de keuze voor Van Wijnen
als partner in dit project. Wij hebben vertrouwen in de
haalbaarheid van dit plan. Hierin zijn wij bevestigd door de
subsidiegevers. Wij hebben immers f 12,75 miljoen ontvangen
uit het Aardgasbatenfonds. Omdat meerdere partijen belang
hebben bij het succes van dit project is het belangrijk dat
het breed wordt gedragen. Vandaar dat ik de suggestie van de
CDA-fractie, om een soort raad van externe adviseurs te
vormen met daarin deskundige vertegenwoordigers van een
aantal belanghebbende organisaties, nogmaals wil herhalen.
Een ander punt is de positie van het personeel. Er gaat veel
voor hen veranderen. De mensen hebben er recht op dat er nu
zo snel mogelijk duidelijkheid voor hen ontstaat over hun
toekomst. Tijdens de commissievergadering is er al toegezegd
dat er nog gekeken zal worden naar een definitieve naam voor
het complex. Een naam die niet alleen in Nederland, maar ook
in het buitenland goed klinkt. Daarbij kan dan meteen worden
meegenomen dat ook de term nutri-businesseen term waarmee
Leeuwarden zich op economisch gebied wil profileren, niet
echt in elk buitenland bekend is.
De onderzoeken ten aanzien van de toekomst van de sporthal en
dan met name de internationale sportevenementen en de ijshal,
wachten wij af. Wij hopen dat door de verzelfstandiging van
het Frieslandhalcomplex de nieuwe onderneming beter en flexi-
j3g2.©r kan reageren op de vragen vanuit de markt waardoor
17