leidingen die een groter risico vormen. Ik heb het bepaald
niet over scheerapparaten gehad.
Ik begrijp ook dat de wethouder natuurlijk wel gekeken heeft
of dit een aanvaardbaar risico is. Hij maakt een andere
inschatting dan ik. Ik vind dat wij dat risico niet kunnen
nemen en ik vind eigenlijk ook dat de Gezondheidsraad niet
duidelijk genoeg geweest is. Dat kon zij ook niet, want het
is een rapport uit 1992 en na 1992 zijn er meerdere dingen
aan het licht gekomen.
Ik ben toch nog wat verbaasd over zijn reactie over de brug
die hij daar toch wil laten bouwen. Hij zegt dat het geld
niet zo belangrijk is, dat wordt wel doorberekend. Hij ziet
een probleem bij calamiteiten. Dat verbaast mij wat, want als
ik bijvoorbeeld denk aan Bilgaard, daar is ook maar één
uitgang uit al die hofjes. Als daar zich calamiteiten voor
doen, kom je ook niet ver. Daar heb ik eigenlijk nooit iemand
zijn zorgen over horen uitspreken. Wij zullen het hier niet
over eens worden. Ik wil er even aan toevoegen dat mijn
fractie louter en alleen op procedurele gronden met het
voorstel zal instemmen. Ik zal dat niet doen, want ik wil die
verantwoording niet mee dragen.
De heer TiMêruns (weth. Ik heb de indruk dat er geen
nieuwe argumenten naar voren zijn gebracht.
Daarmee is de tweede termijn wat mij betreft afgrond.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van b. en w.met de aantekening dat mevrouw Van
Ulzen van de WD-fractie geacht wil worden te hebben tegenge
stemd.
Punt 22 (bijlage nr. 18).
De Voorzitter: Aan de orde is Onteigening van gronden ten
behoeve van de uitvoering van het bestemmingsplan Huizum-
Badweg.
In de tweede alinea is onder meer vermeld: "daarmee is deze
goedkeuring (te weten de goedkeuring van Gedeputeerde Staten
van Friesland van het uitwerkingsplan) onherroepelijk gewor
den" Dat was gebaseerd op de brief van de Raad van State van
56
5 juni 1992, inhoudende dat er, voor zover bij de Raad van
State bekend, geen beroep en/of verzoek om schorsing casu quo
voorlopige voorziening is ingesteld tegen het goedkeuringsbe
sluit van Gedeputeerde Staten.
Maar zie daar op 7 januari 1993 bericht de Raad van State
echter, dat, in tegenstelling tot het gestelde in de brief
van de Raad van State van 5 juni 1992, er bij de Raad van
State toch beroep is ingesteld door de heer J.S. Krol te
Goutum tegen de beschikking van Gedeputeerde Staten van 14
april 1992. Dit beroep is gedateerd 11 mei 1992 en (tijdig)
ingekomen op 14 mei 1992, dus ongeveer 3 weken vóór de brief
van de Raad van State van 5 juni 1992! Dit betekent derhalve,
dat, naar nu eerst blijkt, de goedkeuring van Gedeputeerde
Staten nog niet onherroepelijk is. Dit heeft weer als conse
quentie dat voor wat betreft het perceel F nr. 1075 wel al
tot dagvaarding kan worden overgegaan, doch dat voor wat
betreft het in het uitwerkingsplan gelegen perceel F nr. 1073
hiermee zal moeten worden gewacht totdat het beroep van de
heer Krol bij de Raad van State is behandeld en ongegrond is
verklaard.
In verband met vorenstaande dient het (ontwerp-raadsbesluit
als volgt te worden gewijzigd dan wel aangevuld:
- onder II dient het woord "vigerende" voor uitwerkings
plan "Huizum-Badweg, psycho-geriatrisch verpleeghuis" te
worden geschrapt
de tekst onder II dient te worden aangevuld met: met
dien verstande dat voor wat betreft het perceel nummer
F 1073 hiertoe niet zal worden overgegaan alvorens on
herroepelijk is beslist omtrent de goedkeuring van ge
noemd uitwerkingsplan;"
Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van b. en w.met inachtneming van de aangebrachte
wij zigingen.
Punt 22a (bijlage nr. 31).
De Voorzitter: Aan de orde is Reconstructie Prof. mr. P.S.
Gerbrandyweg
57