niet accepteren. De politieke en bestuurlijke kanalen naar provincie, Den Haag en Brussel moeten weer druk worden bevaren. In het licht van de ontwikkelingen blijven stimulerings- en steunmaatregelen nodig. Met name en in het bijzonder voor Leeuwarden als trekker van een meer dat evenredig deel van de Friese werkgelegenheid. En het is zelfs van vitaal belang voor de gehele provincie. Daarom moeten we bij rijk en pro vincie blijven aandringen op de instandhouding van de be staande instrumenten met bijzonder aandacht voor Leeuwarden. Mijnheer de voorzitter, de CDA-fractie wil daarom de volgende motie aan de Raad voorleggen: "De gemeenteraad van Leeuwarden, in vergadering bij een op 25 en 26 januari 1993; behandelend het Beleidsplan 1993-1996 en de daarbij behorende begrotingen; constateert dat: 1. de werkgelegenheid in het algemeen, en in Fries land en Leeuwarden in het bijzonder, reden tot zorgen geeft, mede omdat de sociaal economische perspectieven niet positief kunnen worden ge noemd 2. Leeuwarden, de belangrijkste plaats inneemt qua werkgelegenheid, stedelijk knooppunt is en in die functie economische trekker van Friesland is; 3. Leeuwarden een actieve rol heeft in het werkge legenheidsbeleid door middel van goede projecten, verbetering van de infrastructuur en door verbe tering van een samenhangend voorzieningenniveau. spreekt uit: dat stimulerings- en steunmaatregelen en maatregelen in de fiscale sfeer nodig blijven, dan wel nodig zijn; besluit bij provincie en rijk aan te dringen op de instand houding van het bestaande instrumentarium, zoals IPR, ISP, ESF en de 5b-gelden, met daarbij bijzondere aandacht voor Leeuwarden en bij provincie en rijk er tevens op aan te dringen in aanmerking te komen voor fiscale faciliteiten met betrekking tot bedrijfsves tiging verzoekt het college: dit standpunt over te brengen bij provinciale- en gedeputeerde staten en bij de Tweede en Eerste Kamer en de meest betrokken ministeries en gaat over tot de orde van de dag." De motie is ondertekend door mijn fractiegenoot de heer Krol 22 en mijzelf. (De voorzitter: Motie nummer 4 maakt deel uit van de beraad slagingen Dan komen we bij het tweede aandachtsveld, de veiligheid. De burgers voelen zich in toenemende mate onveilig. De crimi naliteitscijfers in Nederland zijn verontrustend. De georga niseerde criminaliteit en de vermogenscriminaliteit, waaron der woninginbraken en auto-inbraken, nemen toe. In een rela tief korte tijd is de criminaliteit verdubbeld. De kosten zijn hoog, zowel in maatschappelijk leed, als in financiële zin. Alarmerend is ook dat mensen in ons land zich in toenemende mate bedreigd voelen, op straat, in openbare ruimtes en zelfs thuis. De leefbaarheid en het welzijn van de mensen zijn daarbij in het geding. Wat de CDA-fractie betreft moet aan de criminaliteit en de daarmee samenhangende onveiligheidsgevoelens van burgers veel aandacht worden gegeven. Veiligheid moet dus hoog op de politieke agenda staan. De CDA-fractie is voorstander van criminaliteitspreventie. Het preventiebeleid zou eigenlijk moeten worden uitgebouwd tot een integraal en geïntegreerd veiligheidsbeleid. Denk alleen maar aan de handhaving van de openbare orde en veilig heid in onze gemeente. Ingevolge de gemeentewet is de burge meester hiermee belast. Maar eigenlijk zijn alle portefeuil lehouders hiermee annex. Alle gemeentelijke beleidsvoornemens en maatregelen kunnen immers gevolgen hebben voor de openbare orde en veiligheid. Hier moet sprake zijn van een geïnte greerd veiligheidsbeleid. De politie heeft op dit terrein een taak. Net zo goed als het openbaar ministerie. Ook is een rol weggelegd voor maatschap pelijke organisaties. Zij hebben ook een eigen verantwoorde lijkheid. Te denken valt aan het onderwijs, de woningbouwcor poraties, het bedrijfsleven, de wijkverenigingen, maar zeker ook de burger zelf. Uit de cijfers blijkt, dat er sprake is van een groot aantal woninginbraken in de gemeente. Mogelijk kunnen op dat terrein de eerste stappen naar een integraal en geïntegreerd veilig heidsbeleid worden gezet. Wij verzoeken u in elk geval deze mogelijkheden te onderzoeken. De gemeente heeft een zeer ruim bestuurlijk en juridisch instrumentarium dat de veiligheid kan dienen. We zullen er veel meer een beroep op kunnen en moeten doen, vooral ook via bestemmingsplannen, APV en vergunningen. Wij nodigen het college uit na te gaan in hoeverre het mogelijk is gemeen telijke plannen voorafgaand te toetsen of deze niet onbedoeld een stimulerend effect hebben op de criminaliteit. 23

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1993 | | pagina 12