den een duidelijk eensluidend gezicht kan laten zien, maar dat iedere partij ook zelf kan inkleuren. Mijnheer de voorzitter, ik wilde het hierbij laten. Dank u. De heer Greving: mijnheer de voorzitter, aan het begin van dit nieuwe begrotingsjaar past een bezinning op hoofdlijnen van ons beleid. Immers, dit beleid moet passen binnen het ge heel van maatschappelijke ontwikkelingen, plaatselijk, regio naal, nationaal en internationaal. De taak en de plaats van de gemeentelijke overheid, die zij dan inneemt, moet daarbij helder zijn. De overheid vervult haar ambt in dienst van God en is geroepen Jezus Christus, de Koning der koningen eer te geven. De erkenning daarvan moet het hele beleid doortrekken. Het beleid van de gemeentelijke overheid is gebonden aan de universele Wet van God, die is neergelegd in de Tien Geboden en waarvan de samenvatting is gegeven in het gebod van de liefde tot God en de naaste. De voortdurende bezinning op de afbakening van taken tussen overheid en burgers is daarbij gewenst. De overheid moet bevorderen dat de inwoners hun maatschappelijke taak zo goed mogelijk kunnen vervullen. Het is dan ook de taak van de overheid krachtig stelling te nemen tegen iedere vorm van rassendiscriminatie, machtsver toon en onderdrukking ten opzichte van welke minderheden dan ook, omdat dit fundamenteel strijdig is met het gebod tot naastenliefde. Het beleid van de overheid tegen deze vorm van discriminatie krijgt niet alleen vorm in de handhaving van de openbare orde en veiligheid, maar tevens in een wel zijnsbeleid waarin voldoende plaats is voor de opvang en ontplooiing van asielzoekers, vluchtelingen en andere alloch tonen Om de Nederlandse bevolking te motiveren en een dam op te werpen tegen de opkomst van het rechts-radicalisme is het goed de lessen uit de historie ter harte te nemen. Om die reden zal mijn fractie komen met een plan om aan de herden kingsdagen 4 en 5 mei in onze stad een vernieuwde inhoud te geven. De bewustwording en herdenking dat wij als Nederlands volk zelf nog maar enkele tientallen jaren geleden werden overheerst en onderdrukt, moet ons alert maken ontwikkelingen tegen te gaan die kunnen leiden tot nieuwe onderdrukkingen en kan ons motiveren een bijdrage te leveren aan het terugdrin gen van geweld op andere plaatsen in deze wereld. Mijnheer de voorzitter, de plaats die de overheid heeft ten opzichte van de burgers moeten we goed kennen. In het overleg met organisaties, instellingen of naar de wijken is zij partner, partij omdat zij zelf alle taken onmogelijk kan uitvoeren. Maar daarin kan de overheid - het woord overheid zegt het al - nooit gelijkwaardige partner zijn, zoals het beleidsplan ons wil doen geloven. De gemeente-lijke overheid 58 heeft immers eigen verantwoordelijkheden en bevoegdheden in haar ambt ontvangen die zij niet aan zichzelf ontleent. Daarbij hoort het handhaven van de openbare orde en veilig heid, het terugdringen van criminaliteit, diefstal, vernie ling, het bestrijden van misbruik of fraude met sociale voorzieningen. Daar waar de gemeente eigen bevoegdheden heeft tot het voeren van een sanctiebeleid, zal zij deze ook goed moeten benutten. Alleen dan kunnen de normen en waarden zoals die zijn vastge legd in wetten en verordeningen onze samenleving leefbaar houden. Een maatschappij waar het ieder voor zich en het recht van de sterkste geldt, vernietigt zichzelf door anar chie of burgeroorlog zoals elders in Europa of op andere plaatsen in deze wereld. Iedere overheid zal buitengewoon zorgvuldig moeten omgaan met normen en waarden, ook in de beoordeling van haar eigen beleid. Hoe kan zij anders van burgers vragen wetten na te leven als zijzelf burgerlijke ongehoorzaamheid of fraude toelaat, of de mazen van de wet probeert te verruimen. Regel geving van de overheid zal rechtvaardig moeten zijn, zonder oneigenlijke bedoelingen en moet te handhaven zijn zonder dat fraude wordt uitgelokt. Een evenwichtig beleid, waarbij de gemeentelijke overheid zich onderworpen weet aan hogere wetten en bevoegdheden zal bij de burgers instemming en res pect afdwingen en daarmee een voorbeeldfunctie vervullen. De overheid dus niet als gelijkwaardige partner, wel als een waardige partner. Dat betekent natuurlijk niet, dat de omgang met burgers of instellingen vanuit het bestuurlijk en ambtelijk apparaat vanaf een voetstuk plaats zou moeten vinden. Die communicatie moet open, doelgericht en klantgericht zijn zoals dat past bij de tegenwoordige stijl van leiding geven. Daarbij past geen machtsvertoon maar inzet voor de burger in dienstbetoon. Dit moet de intentie zijn van ons overleg met burgers, in stellingen, buurten en wijken. De sociale vernieuwing zal daaraan in toenemende mate inhoud moeten geven ondanks het feit, dat de rijksoverheid met haar decentralisatie- en dereguleringsbeleid financiële kortingen toepast, waardoor de sociale vernieuwing dreigt te verschralen. Mijnheer de voorzitter, een groot deel van ons beleid wordt bepaald door de beperkte financiële mogelijkheden. De gemeen telijke overheid zal in de uitoefening van haar ambt recht vaardig om moeten gaan met verdeling van lasten en uitdeling van subsidies en uitkeringen. Daarbij moet gewaakt worden voor een te gemakkelijke verhoging van uitgaven waarvan de lasten via heffingen aan burgers en bedrijven kunnen worden doorberekend zonder effect op de gemeentebegroting. De financiële positie van de gemeente is de afgelopen jaren sterk verslechterd. Vanaf januari 1988 tot 1992 is de stand van de algemene reserve gemiddeld per jaar gedaald met f 3,4 miljoen tot minder dan f 3 miljoen per 1 januari 1992. Inmid- 59

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1993 | | pagina 30