op 25 en 26 januari 1993, overwegende dat de begroting jaarlijks een post onderuitputting bevat, die uit incidentele posten bestaat maar toch als structureel dekkingsmiddel wordt gebruikt; dat op deze wijze incidentele meevallers in een tegen valler kunnen overgaan; voorts overwegende: dat de begroting geen ruimte biedt om tegenvallers in de loop van een begrotingsjaar op te vangen anders dan deze ten laste te brengen van de algemene reserve, besluit het college van burgemeester en wethouders op te dragen te onderzoeken wat de gevolgen zijn van het schrappen van de post onderuitputting met ingang van 1994 als structureel dekkingsmiddel om daarmee ruimte in de begroting te schep pen om eventuele tegenvallers te kunnen compenseren, en van dit onderzoek verslag te doen aan de raads-advies- commissie Middelen voor de behandeling van de herwaarde- ringsvoorstellen lange termijn en gaat over tot de orde van de dag." (De voorzitter: Dit is motie nummer 9.) Mijnheer de voorzitter, in deze algemene beschouwingen wil ik nog enkele opmerkingen maken over het nieuw beleid. Het is mij opgevallen dat andere fracties daar nog heel weinig van hebben gezegd. (De voorzitter: Dat komt morgen aan de orde.) Dan zal ik het nu toch maar vast naar voren brengen. (De voorzitter: Dan hoeft u dat morgen niet meer te doen.) Zo is dat. Nieuw beleid is in onze begrotingssystematiek alleen mogelijk als ruimte wordt gemaakt door het schrappen van oud beleid. Dat realiseren wij ons onvoldoende. Wil de raad nieuw beleid, dan is daarvoor een herwaardering van bestaand beleid nodig. De inzet van de huidige herwaardering is om voor vier jaar ineens het structurele tekort op de begroting te dich ten, maar tevens om ruimte te maken voor nieuw beleid. Daar mee wordt er nu wel heel diep gesneden. Het is daarom te overwegen bij het scheppen van nieuw beleid dadelijk vast te stellen voor hoeveel jaren dit beleid prioriteit mag hebben, op die wijze vallen er na verloop van jaren middelen vrij voor nieuwe prioriteiten. Het is ook te overwegen om posten voor nieuw beleid niet of in mindere mate te laten delen in de inflatiecorrectie voor de loon- en prijsontwikkeling. Het gaat mijn fractie te ver om in dit jaar 1993 met grote tegenvallers nu eens extra uit te pakken voor wat betreft het nieuw beleid. Geen f 2 miljoen maar zelfs f 2,7 miljoen stelt het college voor. Naar mijn mening kan daar gerust iets van af. Ten eerste: de verbetering van het CambuurstadionHet be taalde voetbal is big business geworden, een commerciële activiteit waarin vele miljoenen guldens omgaan. De Nota 62 Sportbeleid geeft aan, dat daar waar dat mogelijk is gemeen telijke sportaccommodaties geprivatiseerd zullen worden. Mijn fractie ziet daarbij het Cambuurstadion voorzover benut door de Sportclub Cambuur als één van de eerste mogelijkheden. Wij vinden het niet acceptabel dat op de recreatieve en amateu ristische sportbeoefening drastisch wordt bezuinigd terwijl de passieve sportbeoefening extra steun zou ontvangen met een structurele bijdrage van f 550.000,per jaar over een periode van 40 jaar. Ik heb daarover een derde motie. "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 25 en 26 januari 1993, overwegende - dat de Sportclub Cambuur is uitgegroeid tot een com mercieel bedrijf, waarin miljoenen guldens per jaar omgaan - dat gestreefd moet worden naar privatisering van ge meentelijke sportaccommodaties waar dit mogelijk is; - dat de financiële situatie van de gemeente zeer te wensen overlaat; voorts overwegende: dat de raad heeft besloten de subsidiëring van het be taalde voetbal in de gemeente Leeuwarden af te bouwen; dat een investering van circa f 5 miljoen in het sta dion ten behoeve van het betaalde voetbal een substan tiële financiële ondersteuning betekent, die jaren lang zal blijven bestaan; besluit af te zien van het doen van grote investeringen in het Cambuurstadion en het college van burgemeester en wethou ders op te dragen overleg te openen met het bestuur van de Sportclub Cambuur over privatisering van het stadion, zodat deze zelf voor de noodzakelijke aanpassingen kan zorg dragen en gaat over tot de orde van de dag." (De voorzitter: Dit is motie nummer 10.) Ten tweede over het nieuw beleid: om de aanstelling van de vier stadsdeelcoördinatoren mogelijk te maken, is f 160.000,- nodig in 1993 aan nieuw beleid. Maar dit bedrag moet nog verdubbeld worden in 1994. Het besluit tot aanstelling van de stadsdeelcoördinatoren is genomen voor een periode van twee jaar. Ik wil eerst een evaluatierapport beoordelen met daarin ook de reacties van buurt- en wijkorganisaties voordat struc turele middelen beschikbaar gesteld kunnen worden. Daarbij is tevens van belang dat de diensten die overleg met de wijken voeren een financiële bijdrage gaan leveren voor deze coördi nerende functies omdat zij deze diensten in zekere zin ont lasten van een aantal taken. 63

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1993 | | pagina 32