hanteerden er sprake was van 17% vrouwelijke schooldirec teuren en dat wij op dit moment 40% vrouwelijke schooldi recteuren hebben. De WD-fractie noemt dat zeer gering, misschien is die pas tevreden als het er 100% zijn, maar dat laat ik graag voor hun rekening. Overigens, misschien een teleurstelling, maar het benoemen van directeuren van scholen is een b. en w.-zaak, daar komt de raad, noch WD- fractie aan te pas. En de inzet van het college zal zijn het uitvoeren van het Collegeprogramma. Dit betekent dat wij zullen proberen om in ieder geval die 40% die wij nu hebben vast te houden. Mijnheer De Jong heeft gezegd dat hij ervan uitgaat dat wij dit jaar over de bestuursvorm in het openbaar onderwijs zullen praten. Dat zal zeker dit jaar plaats vinden, wat mij betreft de eerste helft van dit jaar. Ik moet zeggen dat ik zelf steeds meer naar die discussie uitkijk. Wij hadden al een nota van de PvdA en D66 en er ligt nu ook een nota van de CDA over dit punt. Dit inhoud daarvan wijkt nogal af van die andere twee nota's. Dus wat dat betreft kunnen wij in de commissie een leuke discussie verwachten, ervan uitgaande dat plaatselijke fracties qua standpunten niet al te zeer afwijken van het landelijke partijstand punt De haalbaarheid van het plaatje van de huisvesting van het voortgezet onderwijs is op dit moment nog onzeker. Wij hebben zeer intensief overleg met het Ministerie van Onder wijs en Wetenschappen, ambtelijk en ook met het Ministerie van Landbouw daarbij. Aanvankelijk liep dat wat moeilijk, op dit moment staan de neuzen dezelfde kant op, dit na een interventie van de staatssecretaris. Wij zijn redelijk optimistisch, in die zin dat wij verwachten dat wij er uit zullen komen, maar pas over een maand is daar denk ik meer van te zeggen. Wij hebben intussen overigens wel een com missie Onderwijshuisvesting in het leven geroepen, waarin alle schoolbesturen in Leeuwarden participeren, dus zowel op het terrein van het voortgezet onderwijs als op het terrein van het middelbaar beroepsonderwijs. Alle besturen die daarin zitten hebben afgesproken dat zij willen komen tot een integraal huisvestingsplan voor 1 mei a.s. ingeroe pen is. Dan hebben vrijwel alle fracties het belang aangegeven van sociale vernieuwing, resultaten benoemd, knelpunten aange geven zowel op het terrein van de achterstandsbestrijding als waar het om bestuurlijke vernieuwing gaat. De bestuur lijke vernieuwing is al uitvoerig op ingegaan, dat zal ik niet nog een keer doen. De heer De Beer heeft gezegd, sociale vernieuwing is een mooie kreet, maar het is geen Haarlemmer olie. Met dat laatste ben ik het van harte eens. Met het eerste ben ik het niet eens, sociale vernieuwing is geen kreet, ook geen mooie kreet, maar sociale vernieuwing is in ieder geval voor dit college hoofdprioriteit van beleid, waarbij wij aan de ene kant proberen achterstanden aan te pakken en aan de andere kant de relatie tussen overheid en burger probe ren te veranderen en te vernieuwen. Hoewel ik het met 92 iedereen eens ben die zegt dat er nog veel te doen valt op dat terrein en de sociale vernieuwing, althans wat mij betreft wij dan nog jaren als prioriteit in het vaandel moeten houden, denk ik dat wij ook kunnen constateren dat er het nodige is gebeurd op dit terrein. Ik noem u een aantal voorbeelden: de Banenpool, de JWG, de trajectbemid deling, de stadsdeelcoördinatoren, de buurtonderhoudsploe- gen, Opstap, onderwijsvoorrang, internationale schakelklas en zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan. Kortom allemaal activiteiten die in het kader van de sociale vernieuwing van de grond zijn gekomen. Wat het college betreft gaan wij daar vooral mee door. Dat is ook de reden om voor te stel len daar bij nieuw beleid f 5 ton voor uit te trekken en dit in het Fonds Sociale Vernieuwing te storten. Dat zeg ik speciaal even in de richting van de heer Greving. Ik zal nu niet ingaan op het verhaal dat de heer Greving daarbij heeft gehouden. Hij heeft voorstellen gedaan om het bedrag niet f 5 ton te laten zijn, maar dat terug te bren gen tot f 160.000, Ik denk dat wij die discussie beter morgen kunnen voeren in het kader van de herwaardering en nieuw beleid. Het zal hem wel duidelijk zijn dat ik zijn voorstel niet zal aanbevelen bij de raad. De heer Greving heeft het ook nog gehad over een bijdrage aan het CambuurstadionOok daar wou ik morgen bij de discussie over nieuw beleid op terug komen. Ik denk dat ik iedereen gehad heb. De heer Heere (weth.Voorzitter, ik heb geheel tegen mijn gewoonte in, het belangrijkste wat ik heb te zeggen op papier gezet, omdat ik in de eerste plaats niet wist of ik hier vandaag wegens ziekte wel zou kunnen zijn en in de tweede plaats omdat ik nu nog niet weet of mijn stem het houdt. Als het op papier staat had iemand anders het kunnen voorlezen. Dus u zult het met een wat minder levendige tekst moeten doen, maar ik hoop dat de inhoud u in ieder geval toch aanspreekt. Werkgelegenheid is een onderwerp waarover eigenlijk alle fracties de nodige opmerkingen hebben gemaakt. Ik wil dat onderwerp dan ook als één geheel bespreken. Ik wil eerst wat algemene opmerkingen maken en daarna op de gedane voorstellen en opmerkingen ingaan. De fractievoorzitters hebben de aandacht die zij hebben besteed aan de werkgelegenheidssituatie in Leeuwarden vooral daaraan besteed omdat zij vinden dat de situatie, mede gelet op recente ontwikkelingen, zorgen baart. Zij hebben daar hun zorgen over uitgesproken. De achtergrond van die zorg heeft met name mevrouw De Haan als volgt geformuleerd: "Het hebben van werk is in tal van opzichten van zeer groot belang voor het sociaal en maatschappelijk functioneren van mensen." Het college is het met dat uit gangspunt eens en onderschrijft dat de situatie inderdaad zorgen baart. Er is wel groei, maar die blijft achter bij sommige andere delen van de provincie en komt vooral van 93

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1993 | | pagina 47