Zijn benadering daarbij, namelijk dat wij moeten samenwer
ken met derden en met een grotere bestuurlijke ruimte
moeten werken voor slagvaardig optreden, onderschrijven
wij. Dat heb ik net ook al getracht te motiveren.
Op zijn kritische benadering met betrekking tot het Struc
tuurschema Groene Ruimte zal collega Timmermans ingaan. Ik
kan alleen de opmerking maken dat uiteraard daar waar hele
grote landbouwbelangen een rol spelen in het kader van ons
eigen nutr i-prof ieltoch ook een belang voor Leeuwarden
aan de orde is. Hoe wij dat beoordelen, is een kwestie van
afwegen van belangen, maar ik wou dit toch niet helemaal
ongenoemd laten.
De CDA-motie, waarin wordt gepleit voor instandhouding van
financiële stimuleringsmaatregelen, heeft de volledige
instemming van het college - ik heb dat net ook al gezegd -
en kan wat dat betreft dan ook worden overgenomen.
De heer De Jong heeft gewezen op de precaire economische
situatie in Nederland en op de saneringsoperaties van
diverse Leeuwarder bedrijven. Hij heeft vooral de nadruk
gelegd op de intergemeentelijke samenwerking. Hij zei zelfs
dat het ook goed is als een bedrijf zich maar in onze regio
vestigt. Vanuit die benadering komt hij op zijn ingediende
voorstel om de grondbedrijven van Leeuwarden en omringende
gemeenten te laten samengaan, alle bedrijventerreinen in
één pot en ook de baten en de lasten. Het college vindt het
nog wat te vroeg om daar op dit moment een definitieve
uitspraak over te doen, maar wil de gedachte als zodanig
niet verwerpen. Het maakt onderdeel uit - de heer Timmer
mans zal daar concreter op ingaan - van plannen die ook in
het stadsgewest in de sfeer van Vinex leven.
Overigens merk ik wel op, dat als je gezamenlijk grond
beheert je ook het probleem van de gezamenlijke acquisitie
en de toewijzing na acquisitie van een bepaald stuk van die
grond vooraf moet oplossen. Daar zal nog wel een aantal
woorden over gesproken moeten worden. Dus als wij snel en
actief los willen, wou ik daar voorlopig nog maar even niet
op wachten.
De heer De Beer heeft ook aan de economische zaken uitvoe
rig aandacht besteed. Hij heeft gewezen op het belang van
de landbouw in onze nutri-city. Hij heeft daar groot gelijk
in. De Frieslandhal en Leeuwarden Landbouwstad - ik noem er
maar twee - zijn daarbij speerpunten.
De suggestie van Willem Stegenga over de "Appellation
Frisonne Controlee" is de moeite van het onderzoeken zeker
waard. Wij nemen die opmerking graag mee en komen er in de
Commissie Economische en Sociale Zaken nog op terug, want
ik denk dat dit kan bijdragen aan de inkleuring van het
begrip "nutri-city". Wij moeten maar eens kijken hoever wij
daarmee komen. Het is jammer dat wij een tijdje geleden het
keuringsstation voor boter en kaas, dat in Leeuwarden was
gevestigd, kwijt zijn geraakt. Daar had je misschien wat
mee kunnen doen.
De heer De Beer heeft ook gezegd dat de bereikbaarheid en
het parkeerbeleid van en in de binnenstad van vitaal belang
is voor het bedrijfsleven. Ik ben dat met hem eens. Dat is
ook onlangs nog gebleken uit een rapport dat heette "Eisen
98
aan de bedrijfsomgeving in en rond de stedelijke knooppun
ten". Maar ik ben ook van mening dat aan dat punt de laat
ste tijd in positieve zin erg veel aandacht is besteed. De
opmerking van de heer De Beer dat het van belang is, duid
ik niet zo, dat er op dit moment dus tekortkomingen zouden
zijn, maar dat dit wel voortdurend de belangstelling
vraagt
De heer Heins heeft ook over het werkgelegenheidsbeleid
gesproken en hij kiest daarbij een andere benadering dan de
voorgaande sprekers. Hij stelt dat Leeuwarden daarbij sterk
afhankelijk is van het rijk. Ik ben dat overigens wel met
hem eens. Maar hij zegt vervolgens dat het volgens hem geen
zin heeft om meer geld in acquisitie te investeren. Hij
pleit voor promotie bij en door bestaande bedrijven.
Het zal duidelijk zijn dat het college nadrukkelijk op
meerdere fronten wil aanvallen, maar dus ook de gevestigde
bedrijven wil steunen en stimuleren. Ik denk dat wij hen
ook dan pas voor die externe acquisitie kunnen inzetten,
als zij tevreden zijn met dat wat wij tot nu toe voor hen
gedaan hebben. Op dat punt denk ik dat de wegen elkaar ook
vrij nauw raken.
De heer Greving heeft gepleit voor meer prioriteit aan de
werkgelegenheidsbevordering in de marktsector te geven. Hij
heeft voorgesteld om een storting in het fonds daarvoor te
doen van f 500.000,-- structureel, met als effect een
slagvaardiger optreden van het college bij grondtransacties
en dergelijke. Het college heeft een dergelijke behoefte
ook onderkend en mede aan de hand van een van de voorstel
len van de Commissie Biesheuvel, namelijk om een ontwikke
lingsfonds in te stellen, bij de taakstelling van f 12
miljoen bezuiniging op lange termijn een bedrag van f 0,5
miljoen opgenomen om voor dat doel te besteden. Met andere
woorden het heeft nog niet de status van een concreet voor
stel, maar is wel ingepakt in het totaal van maatregelen
dat wij hebben beraamd en zal dan ook te zijner tijd tot
dat voorstel leiden. Als die f 12 miljoen ten minste boven
tafel komt en daar werken wij nog hard aan.
Dan zijn er nog een aantal andere punten.
De CDA-fractie heeft, overigens net als andere fracties,
gesproken over de tot nu toe positief verlopen gescheiden
inzameling van afval en gesteld dat hiermee moet worden
doorgegaan. In de binnenstad zal daarbij zeer zorgvuldig
moeten worden nagegaan welke maatwerkoplossingen daar nodig
zijn. Dat zeg ik ook tegen de heer De Beer. Ik denk dat
zijn opmerking daarover volkomen terecht is. Het college
onderstreept die benadering. Wij zullen daarmee even voort
varend doorgaan.
De heer Bilker heeft ook nog eens benadrukt dat de AVI
dicht moet blijven. Wij zullen er alles aan doen om dat te
bereiken. Een gedegen breed onderzoek naar het OLAF-beleid
kan een nieuw begin voor de gemeenten zijn om die zo be
langrijke organisatie weer wat op poten te zetten. Ik wil
daarbij overigens wel opmerken dat het nodig is dat ook
Leeuwarden daar positief aan meewerkt. Maar ik zeg er
tegelijkertijd bij dat ik hele grote twijfels heb bij de
99