aan, en wij maken ons zorgen over het aantal. Zo is het
aantal bedreigingen gestegen van 52 in 1990 naar 215 in 1992.
Een verviervoudiging. En geregistreerde mishandelingen komen
in Leeuwarden gemiddeld op twee van elke drie dagen één maal
voor. In werkelijkheid ligt dat allemaal dus nog hoger. Bij
deze delicten is slachtofferhulp van extra groot belang. Ook
hier gaat het - zeker in het uitgaanscentrum - om een combi
natie van preventief en repressief
beleid. Daarom juicht de PvdA-fractie het voornemen om ook in
de weekeinden meer toezicht in de binnenstad te houden zeer
toe. De vergroting van het korps maakt dat eindelijk moge
lijk. Het lijkt ons overigens nuttig het effect van grotere
surveillance op het gevoel van veiligheid eens te meten. Zo
ook hopen wij dat de politie zich dit jaar overeenkomstig het
Activiteitenplan door middel van een projekt gaat richten op
de aanpak van illegaal vuurwapenbezit. Ook hier hebben wij
een suggestie. In 1989 had een "inlever-en generaal pardon-
actie" een heel aardig resultaat. Er werden in totaal 376
wapens ingeleverd. Wij beseffen dat de echte beroepscrimine
len hiermee niet worden bereikt. Maar zou het vanwege dat
succes uit 1989 niet toch te overwegen zijn een repressieve
actie vooraf te laten gaan door een herhaling van de "gene
raal pardon-actie"?
In het Beleidsplan staat dat het huidige beleid ten aanzien
van bestuurlijke preventie zal worden voortgezet. Voor speci
fieke onderdelen hebben wij enkele nieuwe voorstellen gefor
muleerd. Maar aan het algemene preventiebeleid moeten de ver
schillende gemeentelijke diensten hun bijdrage leveren. Zo
moesten de diverse Beleidsplannen van verschillende diensten
een preventieparagraaf bevatten. Naar onze waarneming is die
gedachte nog lang niet overal bij de diensten doorgedrongen.
Wij verzoeken de wethouders waar relevant daar speciaal op te
letten. Dit punt is in het bijzonder van belang bij de herin
richting van de bebouwde omgeving. Het is bijvoorbeeld uiter
mate vreemd om wel een nieuw fietspad langs de Potmarge aan
te leggen en daar geen verlichting aan te brengen. Waarmee
een nieuwe enge plek is gecreëerd. Maar het speelt ook bij de
sociale vernieuwing. Overigens kan juist het proces van
sociale vernieuwing een belangrijke bijdrage leveren aan
criminaliteitspreventie. Daar doel ik niet alleen op de komst
van stadswachten en conciërges via de banenpool maar ook op
de verbetering van de woonomgeving en van het sociaal klimaat
in een wijk.
Tenslotte behoort bij preventie ook een goede voorlichting
aan het publiek. Gelukkig komt er binnenkort een betere
opvangmogelijkheid voor het publiek in het hoofdbureau. Ook
zijn we erg tevreden over de manier waarop een politiefunc
tionaris op de lokale omroep ingaat op vragen die er onder de
burgers leven. Maar er kan en moet meer gebeuren. Het invoe
ren van een afloopbericht voor iedereen die iets bij de
politie meldt of aangifte doet is van groot belang. Verder
weten veel mensen nog niet wie hun wijkagent is en hoe hij te
bereiken is. Daarvoor zouden de wijkbladen actief benaderd
moeten worden. In het Activiteitenplan 1992 stond dat er een
open huis zou worden gehouden voor het publiek. Een prima
idee. Als de mensen meer duidelijkheid krijgen over de moge
lijkheden en onmogelijkheden van de politie, neemt vast ook
de waardering en het eigen verantwoordelijkheidsgevoel toe.
Mijn fractie heeft echter niets van dat open huis gemerkt.
En we willen graag horen of dat aan ons gelegen heeft.
ZoalB gezegd is veiligheid een fundamentele behoefte. Om
mensen de mogelijkheid te bieden ook zelf aandacht te beste
den aan hun eigen veiligheid in huis, komen wij met een laat
ste suggestie: zou het college de mogelijkheid willen onder
zoeken om speciale teams op te richten, die zich vooral bezig
houden met het adviseren over mogelijk-heden om huizen beter
te beveiligen.
Net als de energieteams van de Frigem, kunnen deze mensen bij
iedereen thuis adviezen op maat geven. Hoe vaak komt het niet
voor, dat bij inbraak blijkt dat de sloten bijvoorbeeld niet
echt solide waren, kortom dat de inbraak voorkomen had kunnen
worden als tijdig alle voorzorgsmaatregelen genomen waren.
Wij denken dat een dergelijk team, eventueel gecombineerd met
een subsidieregeling, dat wil zeggen een tegemoetkoming in de
te maken kosten, mee kan helpen het aantal inbraken te verla
gen. Even fundamenteel als veiligheid is de behoefte aan
werk. Daarom wil ik nu stilstaan bij de werkgelegenheidsposi-
tie van Leeuwarden. Het blijft van groot belang hier nadruk
kelijk bij stil te staan. Wie kennis neemt van de tabellen in
het Beleidsplan en leest, dat de werkgelegenheid in Leeuwar
den in 1990 met 678 arbeidsplaatsen is toegenomen en in 1991
met 574, zou kunnen denken: het gaat hier zo gek nog niet. In
de spoorzone en elders bruist het van bouwactiviteiten.
Berichten over de concentratie van het hoger agrarisch onder
wijs en van Rijkswaterstaat in Leeuwarden doen mensen buiten
Leeuwarden wel eens verzuchten: moet dan alles naar
Leeuwarden? Bij velen bestaat kennelijk het beeld dat het
goed gaat met de werkgelegenheid in Leeuwarden.
Als we kijken naar de trends over een reeks jaren, blijft de
werkgelegenheidsontwikkeling in Leeuwarden echter verontrus
tend achter bij die in de rest van Friesland. Zo groeide de
werkgelegenheid in de periode 1986-1991 in Leeuwarden met
4,2%. Dat is ver onder het Friese gemiddelde van 7,1%. Een
gebied als Joure-Heerenveen ligt aanzienlijk boven dat Friese
gemiddelde. Hoe belangrijk de positie van Leeuwarden met een
kwart van de Friese werkgelegenheid nog altijd ook is, feit
is dat Leeuwarden langzaam maar zeker terrein aan het prijs
geven is. Die trend gaat zo gestaag dat het niemand lijkt op
9