Motie nr. 6 van de D66-fractie over de integratie van de
grondbedrijven. Ik kan mij daar wel iets bij voorstellen,
maar ik vind dat dit vooral van belang is als het gaat om
de percelen voor de woningbouw. Ik heb tot nu toe niet echt
gemerkt dat er grote concurrentie is als het gaat om be
drijfsterreinen tussen de verschillende gemeente binnen het
stadsgewest. Ik vind de zaak ook niet urgent. Ik denk dat
er nog heel wat dingen moeten gebeuren voordat dit goed in
kaart kan worden gebracht. Op dit moment kan ik de motie
niet steunen.
Motie nr. 7. Ik ben eigenlijk tevreden met de beantwoording
van de wethouder. Ik denk dat het niet goed is om de motie
in deze vorm aan te nemen.
De twee moties die ik zelf heb ingediend.
In de eerste plaats de motie over de onderuitputting en wat
de wethouder daarvan heeft gezegd. Hij heeft gezegd dat hij
zich wel kan vinden in de intentie, alleen hij vindt dat
dat eigenlijk op termijn zou moeten plaats vinden. Er zit
mogelijk ook een dekkingsprobleem in. Dat is de reden dat
ik gezegd heb om het voor 1994 op de rit te zetten en vraag
aan het college om toch eens een onderzoek daarnaar te doen
en ons daarover te berichten vooraf aan de grote herwaarde
ringsoperatie. Ik heb nog niet gevraagd om dat in 1994
daadwerkelijk in te voeren, maar ik vind dat wij die kant
wellicht uit moeten en heb daarom dat stukje onderzoek
gevraagd en een stukje rapportage. Dat hoeft niet een
rapport van f 1 ton te zijn, maar ik vind het wel belang
rijk dat wij als raad daarover op niet al te lange termijn
knopen gaan doorhakken, want het blijft iets dat ons voor
lopig blijft achtervolgen, als wij er niet op een gegeven
moment een streep onder gaan zetten. Ik handhaaf dus toch
maar de motie. Ik vind het de bevoegdheid en de verantwoor
delijkheid van de raad om op dit punt beleid te maken en
beleid uit te stippelen en daarin corrigerend op te treden,
als wij vinden dat het anders moet. Ik denk ook dat wij
echte beslissingen, zoals ik dat zou willen noemen, niet
uit de weg moeten gaan.
Dat brengt mij bij motie nr. 9. De wethouder heeft daarvan
gezegd dat de CDR daar nog veel verder mee is dan ik in
mijn motie heb verwoord, alleen het college is er nog niet
uit en heeft daar nog geen standpunt over ingenomen. De
motie komt eigenlijk te vroeg. Daarvan wil ik zeggen dat
het de verantwoordelijkheid van de raad is om de begroting
vast te stellen en wanneer sluipenderwijs in het verleden
die inflatiecorrectie, zonder dat de raad dat bij besluit
vorming heeft goedgekeurd, toch in begrotingswijzingen zijn
toegepast, dan vind ik het nu tijd worden dat dat gecorri
geerd wordt. Ik kan mij eigenlijk wel aansluiten bij wat er
in de CDR aan de orde is geweest, men heeft gezegd dat de
begroting eigenlijk taakstellend moeten zijn. Wat dat
betreft wil ik mijn motie wel aanpassen en in het besluit
het zo formuleren: "het college van b. en w. op te dragen
met ingang van 1994 de te verwachten inflatiecorrecties
niet in de begrotingsvoorstellen op te nemen en eventuele
verdere aanpassingen te doen plaatsvinden bij begrotings
132
wijzigingen door de raad vastgesteld, enz." Dus voor de
helft wou ik het zelfs schrappen en daarin meegaan met de
CDR. Ik wil er wel bij zeggen dat ik dat graag wil hebben
ingevoerd in 1994. Dus ik wou niet het hele boekwerk dat er
nu ligt gaan herschrijven, maar dan weten wij ten minste
waar wij het volgend jaar mee beginnen. (De Voorzitter: Dat
is motie 8. Krijg ik de precieze tekst?) Ja, u krijgt de
precieze tekst, ik zal het corrigeren in het origineel.
Ik wil nog één opmerking kwijt over de inbreng die wethou
der Heere heeft gehad.
Hij heeft een opmerking gemaakt over de acquisities die er
moeten gebeuren en gezegd dat er hard aan wordt gewerkt,
maar dat het tot nu toe niet gelukt is om een grote vis op
het droge te krijgen. Ik heb mij even afgevraagd hoe een
lang leven zo'n vis beschoren is als het hem wel zou luk
ken. Is het niet goed dat wij nog geen vis op het droge
hebben? Ik denk dat wij gewoon met een andere intentie daar
tegenaan moeten. Ik constateer dat er in de raad een vrij
brede steun komt voor het feit dat wij in die marktsector
wat meer moeten gaan doen aan acquisitie. De opmerkingen
zijn hier al gemaakt over dat onze werkloosheid is geste
gen, terwijl die relatief in Friesland is gedaald. Dat
geeft al het een en ander aan. Ook wat mevrouw De Haan naar
voren heeft gebracht ten aanzien van de acquisitiebudgetten
ook bij andere omliggende gemeenten, dan vind ik het be
langrijk dat deze trend hier is ingezet. Ik hoop dat wij
daar in de besluitvorming morgen verder uit zullen komen.
Ik dank u.
De Voorzitter: Ik haast mij een begin te maken met de
beantwoording.
Mevrouw De Haan heeft er nogeens op gewezen dat bij de
veiligheidsteams, waar zij over heeft gesproken, het idee
is mensen thuis te laten adviseren. Ik heb gezegd dat er op
dit ogenblik gedacht wordt aan een veiligheidswinkel,
daarnaast heb ik gewezen naar het techno-preventieproject
waar wij mee bezig zijn. Het is een project waarbij in
eerste instantie het hang- en sluitwerk in corporatiewonin
gen kan worden verbeterd. Het betekent wel dat de huurders
financieel moeten bijdragen, het heeft allemaal zijn prijs
kaartje. Dat project wordt op dit ogenblik voorbereid in
samenwerking met twee woningbouwcorporaties, een hang- en
sluitwerkgroothandel en de Banenpool. Sinds kort is daaraan
toegevoegd de kabelexploitant, die voornemens is alarmin
stallaties via de kabel aan te bieden. Als je dat aan
elkaar zou kunnen binden, kom je dan een heel eind in de
richting die mevrouw De Haan heeft bedoeld.
Zij heeft gevraagd of het mogelijk is een stadspanel voor
volgend jaar op te voeren en daar de dekking voor te zoe
ken. Ik denk dat dit in de reden ligt, want het panel is
ook dit jaar als nieuw beleid opgevoerd, alleen toen bleek
dat er een dusdanig bedrag aan nieuw beleid werd aangele
verd dat dat in geen verhouding stond tot de zeer beperkte
mogelijkheden die wij hebben, zijn wij wat aan het strepen
geweest en is het panel weggevallen. Maar het zal opnieuw
133