Gezien de kosten betreffende een verbinding tussen de Canter-
landse Weg en de Groene Ster sluiten wij ons aan bij de
gemeentelijke stellingname. Dit fietspad heeft voor de WD-
fractie geen prioriteit. Overigens vinden wij het tot stand
komen van de nieuwe autoweg naar Dokkum wel belangrijk en
mocht het fietspad daar ooit komen dan zou rekening gehouden
moeten worden met het tracés van die nieuw weg.
De wethouder heeft in de commissie duidelijk gemaakt, voor
zover wij dat zelf al niet begrepen, dat er voorlopig - en ik
vertaal dat zelf met vele, vele jaren - geen geld zal zijn.
Dat hele kleine beetje dat misschien wel te vinden is, zou de
WD-fractie willen aanwenden voor de beschutting van de
fietsers. Ook het rapport wijst op het belang daarvan. Onze
voorkeur gaan dan uit naar de Van Harinxmabrug en de Drachts-
terbrug komende vanuit de stad.
Wij vinden het een mooi plan, maar aangezien er geen geld
voor is, lijkt het mij niet zo zinvol er veel over te zeggen.
Een investeringsfonds komt ons ook zeer sympathiek voor, maar
er zal hoe dan ook toch eerst gestort moeten worden. Als je
er toch heel veel over gaat zeggen, dan, zonder dat je het
wilt, spreek je al gauw over de nieuwe kleren van de keizer.
Aan de andere kant zou ik tegen de wethouder willen zeggen -
wat mijn moeder altijd tegen mij zegt - kind neem het je maar
goed voor, want dat kost niets.
De heer Timmermans (weth.Voorzitter, mevrouw Jongedijk en
eigenlijk alle andere sprekers hebben aangegeven dat het plan
zoals het hier ligt, een goed plan is. Niet alleen omdat het
een aanvulling is op de bestaande fietspadenstructuur, maar
omdat het eigenlijk het integrale fietsen behandelt. Dus nog
maals, niet alleen fietspaden, maar ook alle andere aspecten
die met het fietsen een belangrijke rol vervullen. Vanuit de
achtergrond dat de automobiliteit met dit plan kan worden
teruggedrongen, een kleine bijdrage wellicht, maar niettemin
een belangrijke bijdrage. Anderzijds het aspect van het
recreatief fietsen dat in dit gewest een belangrijke rol moet
kunnen vervullen. Dat dit plan daar een goede basis voor is,
is duidelijk.
Van verschillende kanten, mevrouw Van Ulzen heeft dat wat
suggestief gedaan, mevrouw Jongedijk heeft dat vrij duidelijk
gesteld, is geconstateerd dat de voortgang van de stadsgewes
telijke plannen wat kritisch door verschillende partijen
wordt bezien. Ik denk dat niet alleen de langzame start
daarvoor verklarend is, want het is toch wennen hoe je dit
soort gemeenschappelijke projecten met elkaar gaat aanpakken.
20
Maar voordat je resultaten ziet, moet je inderdaad eerst
studies doen, zo werkt dat nu eenmaal. Ik constateer dat niet
alleen in dit geval de voortgang en de werkwijze zinvol en
positief is geweest en is ervaren, maar dat ook in een groot
aantal andere trajecten, waarin wij ons nu bevinden, wel
degelijk van die positieve houding sprake is. Ik heb dus geen
zin om in een besloten vergadering verder de precieze situa
tie te bespreken. Ik constateer gewoon dat er steeds meer
basis is om stadsgewestelijk, dus over de eigen gemeentegren
zen heen, iets aan te pakken. Ik ben daar erg blij mee, want
ik denk dat het de enige zinnige manier is om met elkaar in
dit gewest voort te gaan.
Het is overigens zo dat er binnenkort, ik heb het vandaag ge
zien, een jaarbrief komt waarin verslag wordt gedaan van alle
activiteiten die in het stadsgewest het afgelopen jaar hebben
plaatsgevonden. Dan zal het u opvallen dat dat meer is dan
menigeen denkt.
Voorzitter, mevrouw Jongedijk en ook anderen hebben gesproken
over de financiële positie waarin dit plan is geboren. Van
belang is dat wij goede plannen hebben. Dat betekent dat wij
ook goede afgestemde plannen hebben en niet zoals in het
verleden situaties krijgen dat het ene fietspad in de ene
gemeente precies op een andere plek uitkomt dan het fietspad
in de andere gemeente. Dat soort dingen is er niet meer bij.
Wij hebben nu een soort interne afstemming van welke voorzie
ningen er zouden moeten komen en ook een interne prioriteits
stelling van welke aspecten het meest belangrijk worden
geacht. Het hebben van plannen is een buitengewoon groot
goed, omdat de praktijk leert in de afgelopen decennia, ook
in deze provincie en met name ook in deze gemeente, dat als
je geen plannen hebt er niets gebeurt. Heb je plannen, dat
valt het ons inderdaad iedere keer op, dan zijn er voldoende
kansen om er invulling aan te geven. Ik moet wel zeggen dat
op dit moment - dat heb ik in de commissie ook aangegeven -
gelet op de herwaarderingen die wij recent met elkaar hebben
ingezet en de herwaardering die wij nog met elkaar zullen
moeten invullen, je toch moet constateren dat het budget waar
ten principale gemeentelijke bijdragen van de zijde van
Leeuwarden zouden moeten worden gevonden, namelijk het budget
voor het meerjarenprogramma infrastructuur, voor de komende
jaren, op kleine bedragen wellicht na, is belegd. Wij kunnen
tot en met 1996 eigenlijk geen grotere projecten meer trek
ken. Het zal zich dus beperken tot kleinere gemeentelijke
bijdragen. Daar zullen wij zo creatief mogelijk mee moeten
omgaan. Maar het zou onjui3t zijn om een beeld te scheppen
waarin het werklijstje, het programma dat ook bij dit plan is
gevoegd, zo kan worden ingevuld. Dat is helaas niet zo. Ik
21