daar is de heer Dekker inmiddels vrij uitgebreid op ingegaan.
Mevrouw Dijkstra: Mijnheer de Voorzitter, bij het besluit tot
privatisering van de Frieslandhal is de toezegging gedaan te
zorgen voor vervangende vloerruimte van de sporthal, zelfs
met de toezegging enige middelen hiervoor beschikbaar te
stellen. Onze fractie wil deze toezegging uiteraard handhaven
en vasthouden aan deze belofte. Sport is een belangrijk
element in de steeds groter wordende vrije tijdsbesteding.
Accommodatie voor de sportverenigingen is voor ons dan ook
een belangrijke zaak en onzes inziens kan dit in het voorlig
gende plan op een voordelige manier. Ondanks de financiële
situatie van de gemeente Leeuwarden is onze fractie van
mening dat dit plan wel door moet gaan. Alternatieve plannen
en ook tijdelijke voorzieningen zouden de zaak alleen maar
veel duurder maken. Gezien het overleg met Blauw Wit en de
inzet van deze vereniging, zien wij een zorgvuldig beheer met
vertrouwen tegemoet. Gegeven het feit dat dit stuk niet
tijdig in ons bezit was voor overleg in de fractie, heb ik in
de commissie een voorbehoud gemaakt. Onze fractie is echter
overtuigd van de noodzaak van deze sporthal en gaat akkoord
met het voorstel.
De heer Graving: Mijnheer de Voorzitter, ik betreur het
buitengewoon dat het voorbereiden van de besluitvorming hier
in de raad niet heeft plaats gevonden in de openbare commis
sievergadering. Daardoor heeft mijn fractie ook niet via de
steunfractie aan die voorbereiding kunnen deelnemen. Het
voorstel is ook nogal verstrekkend naar andere sportvereni
gingen toe, ook die zijn uitgesloten van inspraak via de
Commissie Cultuur, Sport en Recreatie.
Het plan dat voorligt is zeker creatief te noemen. Om de
financiën rond te krijgen moet een behoorlijk beroep gedaan
worden op de reserves van de Frieslandhal. Dat er een ver
vangende sportvoorziening voor de Frieslandhal moet komen is
duidelijk en is ook toegezegd. Het is echter op dit moment
zeer de vraag of de tweede vervangende sporthal voor
f 1.164.000,gerealiseerd kan worden onder de nieuw te
bouwen tribune van het Cambuurstadion. Dat hangt met name af
van de financiële ruimte die de gemeente heeft na de onlangs
bekend geworden financiële tegenvaller in 1993. Daarover
kunnen wij nu nog geen uitspraak doen. Als vraag wil ik aan
de wethouder nog voorleggen hoe het medegebruik door andere
sportverenigingen is geregeld. Ik vind het stuk daarover erg
onduidelijk. Ook wil ik nog weten hoe het kan komen dat een
tijdelijke vervanging op de ene plaats in het stuk (pagina 3)
ongeveer f 350.000,voor één seizoen moet kosten, terwijl
22
in het andere geval een dergelijke vervangende voorziening
voor f 150.000,geregeld kan worden. Op die wijze zou
wellicht via de zelfwerkzaamheid van Blauw Wit toch een winst
behaald kunnen worden in dit project van f 2 ton, indien er
extra bedrijfsruimte beschikbaar is voor tijdelijke ombouw
tot sportvoorziening. Gezien de slechte financiële situatie
van de gemeente aarzel ik om in te stemmen met dit voorstel,
hoewel ik er wel degelijk een aantal positieve kanten aan zie
en ik ook graag steun wil verlenen aan de amateuristische
sportbeoefening. Ik wacht het antwoord van de wethouder nog
af.
Mevrouw Vlietstra (weth.): Voorzitter, ik dacht even bij
mevrouw Waalkens dat wij het over een ander onderwerp hadden.
Maar na haar inleiding begreep ik dat zij toch praatte over
de bouw van een sporthal in het sportpark De Greuns. Ik
begrijp ook dat mevrouw Waalkens concludeert dat ondanks de
financiële positie van de gemeente en ondanks het gegeven dat
de discussie daarover in de Commissie Middelen nog niet
afgelopen is, zij toch om een aantal redenen vindt dat dit
voorstel doorgang moet vinden. Ik moet zeggen - en dat heeft
er ook toe geleid dat wij het voorstel besproken hebben in
een besloten commissievergadering - dat diezelfde afweging
ook in het college heel nadrukkelijk aan de orde is geweest.
Want ongeveer op hetzelfde moment - het was zelfs in dezelfde
vergadering - dat de nota mee- en tegenvallers in ons college
op de agenda stond, stond ook dit voorstel op de agenda. Wij
hebben toen gezegd dat het een beetje raar is, als je aan de
ene kant concludeert dat er allerlei financiële onzekerheden
zijn, je aan de andere kant zou besluiten om forse investe
ringen te doen. Dat heeft ertoe geleid dat wij in eerste
instantie het voorstel ook een week aangehouden hebben, omdat
wij eerst een dekkingsverhaal op tafel wilden hebben voor de
tegenvaller van 1993. Dat heeft er weer toe geleid dat wij
gezegd hebben dat je dan niet in een openbare vergadering
kunt doen alsof er niets aan de hand is. De zaak moest wel,
wilden wij de raadsvergadering van vanavond halen, naar de
commissie. Wij hebben toen gekozen, ik zeg dat speciaal ook
even in de richting van de heer Greving, voor een besloten
commissievergadering om, onder voorbehoud van nadere besluit
vorming over de dekking van de tegenvaller, toch vast het
advies van de commissie te kunnen krijgen. De argumenten die
in tweede instantie bij het college er toe hebben geleid om
toch dit voorstel te doen, zijn in feite dezelfde als die ook
door een aantal fracties zijn genoemd, namelijk dat er in
december jl. door de raad in het kader van de besluitvorming
over de Frieslandhal unaniem besloten is om een vervangende
voorziening te treffen en dat er een maand later door de raad
23