Punt 13 (bijlage nr. 74). Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 14 (bijlage nr. 59). De Voorzitter: Aan de orde is Vaststelling van het bestem mingsplan Snakkerburen. De heer Timmermans (weth.Voorzitter, in de raadsadviescom- missie waar het collegevoorstel werd besproken ten behoeve van een advies aan de gemeenteraad, heeft de heer Calsbeek, eigenaar van een daar aanwezige tuinderij, voorgesteld of het mogelijk is om de hoogte van de kassen in plaats van op 5 meter, zoals in het bestemmingsplan wordt voorgesteld, te stellen op 7 meter. Ik heb toegezegd dat ik zou laten nagaan of daar bezwaren tegen zouden bestaan. Ik heb begrepen dat uit stedebouwkundige overwegingen en ook uit overige overwe gingen daartegen geen bezwaar bestaat. Ik zou dus namens het college de raad willen voorstellen om ter vervanging van het huidige voorstel in artikel 7, agrarische doeleinden A, lid 4 bebouwingsvoorschriften, sub B te bepalen dat de hoogte van de kassen niet meer dan 7 meter mag bedragen. Mevrouw Van Ulzen: Ik vind dat een mooie toezegging van de wethouder, als ik dan lees dat de bedoeling is het behoud van een vrij uitzicht over het binnengebiedNu mogen de kassen in plaats van 5 7 meter worden. In het voorliggende stuk staat dat wij te maken hebben met een flexibel en globaal bestemmingsplan en dat slaat dan op het begrip conserveren en rehabiliteren. Kennelijk vond de wethouder dat ook wel wat mal, want hij zei in de commissie: het is niet flexibel maar het is duidelijk. En duidelijk is dus conserverend en rehabiliterend. Ik denk zelf trouwens dat je eveneens kunt spreken van globaal. Wij hebben als fractie wat minder vertrouwen in de mogelijkheid dat tuinbouw hier op z'n plaats zou zijn. Evenmin delen wij de mening dat voor een nieuw kassenbedrijf de vijftig meter tussen de woonbebouwing en de kassen geen bezwaar zou opleveren. Informatie leert dat er ook geen reflectanten zijn. De vooronderstelling, dat een en ander geschikt is te maken als volkstuinencomplex, delen wij evenmin. Misschien wil de wethouder deze keer van mij iets aannemen, namelijk dat de 32 kosten voor het verwijderen van de funderingen erg hoog zijn. Dit plan wordt wel gelanceerd, maar dit idee is niet doorge rekend. B. en w. willen van dit gebiedje geen woongebied maken. Ik ken de argumenten: het is een karakteristieke buurtschap, ruimtelijke uitgangspunten, het zou kunnen leiden tot het dichtslibben van het binnengebied en de beperking van de openheid mag niet aangetast worden - behalve dan met die kassen van 5 naar 7 meter - en nog veel meer van deze zaken. Ik denk dat de wethouder het met mij eens is dat, zoals het er nu bij ligt, niemand er iets aan heeft dat deze rommelige toestand zo blijft bestaan, terwijl er wel belangstelling is om hier te kunnen wonen. Bovendien kunnen degenen die daar wonen niet verplicht worden om het op te knappen, dat moet ik er ook nog even bij zeggen. Vervolgens is er de gemeente, althans die indruk krijg je wel eens als je plannen onder ogen krijgt, nogal wat aan gelegen om wat meer grond te hebben om meer inwoners te krijgen die meer willen en kunnen betalen onder andere om te wonen. Vervolgens denk ik dat op kleinere onderdelen ook wel vaker een bestemmingsplan is aangepast of gewijzigd. Als understa tement op grotere onderdelen trouwens ook, ik denk aan het Diaconessenhuis, de Frieslandhal en Cambuur, overigens met onze instemming. Het zal duidelijk zijn, ik heb dat in de commissie ook al kenbaar gemaakt, dat mijn fractie zal tegenstemmen. Ik wou er ook op wijzen dat dan de mededeling op bladzijde 5, dat de commissie akkoord gaat, mijns inziens toch te royaal geformu leerd is. De heer Tiaaeraans (weth.): Voorzitter, om met dat laatste te beginnen. Het is gebruikelijk dat als de commissie in meer derheid instemt, wij deze formulering hanteren. Mevrouw Van Ulzen heeft nog een aantal opmerkingen gemaakt over de wenselijkheid van het instandhouden van de agrarische functie, waarbij het inderdaad zo is dat de kassen die er nu zo slecht bijstaan weer worden opgeknapt. Dat is een over gangsrecht waarin het college niet heeft willen treden. De discussie ging erover dat dit een plek is die zeer wel ge schikt zou zijn voor woningbouw in de algemene zin. Het zal u duidelijk zijn dat het voorstel van het college ook een aantal woningen mogelijk maakt, alleen niet op het volledige terrein. Het zal u niet zijn ontgaan dat het bestemmigsplan, zoals dat hier ligt, in goed overleg met dorpsbelang is opgesteld en van die zijde is ook absoluut geen behoefte geweest om op de achterterreinen van dit streekdorp aan het water een aantal villa's te bouwen. Ik denk dat dit plan heel goed aansluit bij wat men zich zelf in het dorp voorstelt hoe 33

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1993 | | pagina 17