bijdrage van per jaar f 50, die blijkbaar voor mensen
toch, gezien alle moeite die zij daarvoor moeten doen, het
invullen van formulieren etc., als laag gekenschetst wordt.
Vandaar ook dat wij hebben besloten om de raad voor te stel
len die bijdrage te verdubbelen. Ik heb geen enkel onderzoek
gezien waarbij de mogelijkheid van als je een keer naar de
bioscoop gaat, je vervolgens met je kaartje naar de sociale
dienst gaat om daar dat kaartje vergoed te kunnen krijgen,
dat een mogelijkheid zou zijn om iets aan die onderbesteding
te doen. Er zijn een aantal onderzoeken, met name in Rotter
dam, op dat gebied gedaan, ik heb dat daar niet in kunnen
lezen.
Het tweede punt is, dat als je dat gaat doen, je daar nogal
een forse administratie op moet zetten die in hoogte van
kosten de totale bijdrage die je per jaar uit dat fonds gaat
verstrekken, gaat evenaren. Mij lijkt dat geen zinvolle weg.
De VoorzitterAan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van b. en w.
Punt 20, 21, 22 en 23 (bijlage nrs. 72, 73, 76 en 61).
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig de
voorstellen van b. en w.
Punt 24 (bijlage nr. 62).
De Voorzitter: Aan de orde is Wijziging woonplicht artikel
F 18 Algemeen Ambtenarenreglement, Verplaatsingskostenveror
dening en Verordening studiefaciliteiten.
Mevrouw Van Ulzen: Twee van mijn fractieleden zullen om
principiële redenen tegen stemmen. Wij vinden dat iemand moet
kunnen wonen waar hij wil en binnen de provincie. Voor be
drijven is het 30 kilometer buiten de stad en voor zelfs een
aantal ambtelijke organisaties is het 12h kilometer. Wij
vinden één onderdeel daarvan, dat er van afgeweken kan wor
den, dat tot willekeur kan leiden. Mijn persoonlijke bezwaar
is, dat je binnen een stadsgewest niet dit soort verschillen
kunt maken.
38
De heer Heere (weth.): Ik denk dat het verstandig is om hier
kennis van te maken, voorzitter.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van b. en w.met de aantekening dat de heer De Beer
en mevrouw Van Ulzen geacht willen worden te hebben tegenge
stemd
Punt 25 tot en aet 29 (bijlage nrs. 63, 65, 79, 64 en 86).
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig de
voorstellen van b. en w.
De Voorzitter: Ik sluit de vergadering.
De Voorzitter sluit, om 21.10 uur, de vergadering.
39