Artikel 4 levert grote voordelen op, zegt de heer Hoogeveen, daarmee stemt hij in met het voorstel. Zijn suggestie om wijkreferenda uit te werken in het kader van wijkbeheer verdient zeker nadere overweging. De heer Greving refereert nog eens dat zijn fractie aan het referendum lage prioriteit toekent, maar van oordeel zijnde dat je nooit weet hoe je toch nog een keer met een referendum geconfronteerd wordt, geeft hij aan dat het nuttig en nodig is om het dan ook behoorlijk te regelen. Derhalve zal door hem voor het voorstel worden gestemd. De heer Heina: Er is één klein vraagje van mij blijven lig gen, namelijk of het niet mogelijk is eens in Huis aan Huis een oproep te doen of er niet bepaalde brandende zaken bij de bevolking leven op dit moment. Dat kan misschien gekoppeld worden aan de mededelingen dat wij nu een referendumverorde ning hebben. Zulk soort berichten ook in de pers doen kan nooit kwaad. De Voorzitter: Ik wil wel toezeggen dat wij in Huis aan Huis melding maken van de referendumverordening en wat daarmee bedoeld wordt. Ik kan mij zelfs voorstellen dat wij er ook nog even bij vertellen hoe daarover gesproken is met betrek king tot het bevolkingsinitiatief, maar verder zou ik niet willen gaan. Het doen van een oproep suggereert dat je er op zit te wachten. Dan kom je in dezelfde moeilijke positie te verkeren dat je dan eigenlijk geen enkele toetsing meer kunt toepassen en min of meer gehouden bent als gemeentebestuur om aan de aangedragen suggesties - en dat kunnen hele mooie zijn, maar het kunnen ook volstrekt bizarre zijn - te vol doen. Derhalve gaat ons dat iets te ver en zullen wij de suggestie niet zover overnemen als de heer Heins net ver woordde. Dat zal hij kunnen begrijpen, denk ik. Aan de orde is de stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.met de aantekening dat de WD-fractie geacht wil worden tegen dit voorstel te hebben gestemd. Punt 6 (bijlage nr. 82). De Voorzitter: Aan de orde is Vaststelling Algemene Plaatse 12 lijke Verordening. De heer Greving: Mijnheer de Voorzitter, allereerst wil ik opmerken dat ik blij ben met de verordening zoals die hier voorligt. Het biedt een algemeen kader voor de ordening van een aantal zaken. Het geeft een lokale inkleuring van de regelgeving naast de nationale wetgeving ook voor de handha ving van de openbare orde in onze gemeente. Die regelgeving is nodig omdat bij het ontbreken van regelge ving de orde in de samenleving schade leidt en ook aanleiding vormt tot ontsporingen. De regelgeving zal wel handhaafbaar moeten zijn en ook moeten kunnen steunen op een breed draag vlak in de samenleving. Daarom is het van groot belang dat deze Algemene Plaatselijke Verordening met grote meerderheid in de raad wordt vastgesteld. De nieuwe Algemene Plaatselijke Verordening is een aanzienlijke verbetering ten opzichte van de geldende Algemene Politieverordening. Wat dat betreft waardering voor dit concept van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en ook voor de ambtelijke uitwerking daarvan op plaatselijk niveau. Bij de behandeling van dit stuk in de Commissie Algemene Zaken zou uit het verslag in de pers geconcludeerd kunnen worden dat de handhaving van deze Algemene Plaatselijke Verordening een lage prioriteit zou hebben. Die conclusie lijkt mij niet juist, het is immers het basisdocument voor de handhaving van de orde op plaatselijk niveau. De regelgeving zal voldoende bekend moeten zijn bij de politie en bij de overige ambtenaren die met opsporing en handhaving zijn belast, maar ook bij de bevolking zal er voldoende bekendheid moeten zijn. In het driehoeksoverleg dat er regelmatig is, zal de handhaving ook voortdurend aandacht hebben en niet alleen bij excessen. Ook kan het gemeentebestuur zelf aange ven welke onderdelen extra aandacht behoeven, zoals onlangs nog gebeurd is ten aanzien van de aanscherping van het beleid bestrijding hondepoep. Mijnheer de Voorzitter, ten aanzien van artikel 3.3, betref fende sexclubs en sexinrichtingen sluit ik mij aan bij wat daarover is opgemerkt in de Commissie Algemene Zaken. Mijn fractie wil de commerciële exploitatie van sex maximaal tegengaan. Daarmee wordt de eerbaarheid van mannen en vrouwen als schepselen van God gehandhaafd. Het leidt, als wij daar aan toe zouden geven, tot allerlei vormen van pornografie, ook kinderpornografie, tot verkrachtingen en het doel dat God met de schepping van de mens heeft wordt daarmee genegeerd. Het algemene verbod op sexclubs en sexbioscopen en ook sexau- tomatenhallen heeft dan ook mijn instemming, alleen de be voegdheid nu te delegeren aan het college van burgemeester en wethouders om daar zonder verdere regelgeving ontheffing van 13

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1993 | | pagina 7