reiding. Ik heb het concept gezien en wij proberen dit in de
maand april verder af te handelen, zodat u die op zeer korte
termijn krijgt.
Los daarvan kijken wij nog naar wat wij met automatenhallen
kunnen, maar dat is een iets moeilijker onderwerp. Wij zullen
dat in ieder geval moeten want de verordening is onverbindend
verklaard, zodat wij moeten constateren dat de automatenhal
len niet toegestaan zijn. Maar dan ligt er nog een ander
probleem, dat u zich zo ongeveer, wat juridisch denkend, voor
de geest kunt halen. Hetzij dat wij zeggen wij maken een
verordening waarin wij het beperken, regelen, kortom proberen
te sturen en in de greep te krijgen. Dat is de stand van
zaken voor wat de gokautomaten betreft.
De heer De Beer heeft kenbaar gemaakt dat zijn fractie geacht
wil worden te stemmen tegen punt 4.8.1, de kwestie van het
ongewenste reclamedrukwerk, met de overwegingen die hij heeft
aangegeven en die ook in de commissie al aan de orde zijn
geweest
De heer Van Olffen: Voorzitter, u schetst een heel moeizaam
proces om tot zo'n convenant te komen. Als ik zie wat er
recent in andere gemeenten is gebeurd, zou ik mij kunnen
afvragen of je, met uitzondering van de automatenhal die wij
al kennen, al die andere automatenactiviteiten bij verorde
ning zou moeten kunnen verbieden. Ik weet niet of dat moge
lijk is, maar wij hebben een automatenhal en ik zou mij
kunnen voorstellen dat je via de Algemene Plaatselijke Veror
dening in alle andere horecagelegenheden die gokautomaten
gewoon verbiedt.
De heer De Beer: Mijnheer de Voorzitter, wij hebben zowel bij
punt 5 als in mindere mate ook bij punt 6, sprekend over
allerlei verordeningen, één verordening sterk verouderd
aangetroffen en dat is namelijk het Reglement van Orde. Ik
heb onlangs eens gezocht in dat Reglement van Orde en toen
vond ik één van 8-4-1969. Ik heb onmiddellijk gebeld, ik denk
dat is een hele oude, en omdat in punt 5 verwezen wordt naar
het Reglement van Orde zou ik u willen verzoeken om dat
Reglement van Orde aan te passen en iedereen eens te informe
ren hoe dat nu precies in elkaar zit.
De Voorzitter: De heer Van Olffen zegt waarom niet totaal
verbieden. Dat heb ik ook wel eens gezegd, maar de Wet op de
kansspelen geeft ons die ruimte niet. Een totaal verbod mag
niet, je mag het wel regelen. In de Nederlandse samenleving
16
is nu eenmaal het gokken gereguleerd. Het is niet aan de
plaatselijke overheden overgelaten, het is door de nationale
wetgever geregeld die daarin kaders aangeeft waarbinnen de
plaatselijke overheid dan ook nog wat mag regelen. (De heer
Van Olffen: Maar ook als er al één grote hal is?) Ja want dat
zijn twee aparte elementen. Wij staan daar met lege handen
tegenover.
Het heeft lang geduurd. Waarom? Omdat wij meer wilden dan
haalbaar was. En dat meerdere zullen wij nu verhalen, want er
zijn ook een paar voorbeelden dat meer gemeenten toch op die
wat lagere norm gaan zitten.
Het Reglement van Orde dat de heer De Beer noemde, is niet
een regeling als een Algemeen Plaatselijke Verordening. Want
een Algemeen Plaatselijke Verordening is een soort lokale
strafverordening, zoals het vroeger heette. Ik denk dat het
verstandig is om even te wachten tot de nieuwe Gemeentewet in
werking treedt. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft
een hele mooie uitgave het licht doen zien waarin de oude en
de nieuwe Gemeentewet staan omschreven en waarin precies
staat aangegeven welke wijzigingen zijn aangebracht. Aan het
slot daarvan zit een heel pakket modelverordeningen, model
Inspraakverordening, model Reglement van Orde, enz. Allemaal
verordeningen die de nieuwe Gemeentewet verrijkt. Ik denk dat
dat een prachtige handreiking is om straks naar vernieuwing
toe te gaan. Want wanneer u vraagt of ik het bestaande Regle
ment van Orde een mooi reglement vindt, kan ik u zeggen dat
ik het al bijna 10 jaar lang een heel vervelend en moeilijk
hanteerbaar reglement vind. Maar er is nooit over geklaagd,
dus heb ik mij daar zolang mee gered.
(De heer Beins: U had ook zelf met een voorstel kunnen ko
men.) Als iedereen blij en tevreden is, de gemeenteraad
voorop, hoe zou ik dan dit initiatief kunnen nemen.
Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van b. en w.met de aantekening dat de WD-fractie
geacht wil worden te hebben gestemd tegen artikel 4.8.1.
Punt 7, 8 en 9 (bijlage nr. 69, 81 en 78).
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig de
voorstellen van b. en w.
17