beleid gehalveerd wordt, gaan een aantal zaken die wij nu juist heel belangrijk vinden, niet of gedeeltelijk niet door. Activiteiten in het kader van sociale vernieuwing, verdere achterstand op onze voornemens op het terrein van milieu, p.r. en acquisitie, noem maar op. Wij zien echter op dit moment geen reële alternatieven die op een zo korte termijn, namelijk tijdens de begroting van dit lopende jaar 1993, echt een oplossing betekenen en gaan daarom akkoord met het colle gevoorstel De heer Krol: Voorzitter, toen begin maart j.l. de lijst van mee- en tegenvallers bekend werd gemaakt, omvattende een structureel tekort van zo'n f 5 miljoen gemiddeld, heeft de CDA-fractie daarop geschokt en geschrokken gereageerd. Na de uiterst pijnlijke herwaarderingsoperatie van zo'n f 8 miljoen eind januari tijdens de begrotingsbehandeling, werden wij anderhalve maand later reeds geconfronteerd met een nieuwe tegenvaller en voor waar geen kleine. Bovendien stond in de collegestukken te lezen dat er vraagtekens moesten worden gezet bij het financieel beheer in zijn algemeenheid. Ook dat was geen kleinigheid en een verklaring temeer van onze reac tie. Positief was en is - en dat mag denken wij niet onver meld blijven - dat er in een vroegtijdig stadium bekend was dat zich tegenvallers zouden voordoen in het pas begonnen boekjaar 1993 en dat is wel eens anders geweest. Wanneer wij de lijst van mee- en tegenvallers nog even de revue laten passeren wordt een en ander veroorzaakt door een viertal grote oorzaken: verminderde rijksmiddelen, waarbij ook de meevaller van f 8 ton die nog moet komen, reeds is ingeboekt; - een tegenvaller in de onroerend goedbelasting in verband met wellicht een verkeerd uitgepakte inschatting van de utiliteitsbouw; een tegenvaller bij de Dienst Welzijn, met name bij Onderwij s een tegenvaller bij de Dienst Economisch en Sociale Zaken, onder andere door het feit dat het aantal uitke ringsgerechtigden niet daalt. Overigens hebben wij daar in januari reeds voor gewaarschuwd. Voorzitter, het voorgaande in ogenschouw nemend, vervult ons dat nog steeds met grote zorg. Zorg voor de toekomst omdat ook uit alle stukken blijkt dat er waarschijnlijk nog meer tegenvallers zijn te verwachten. Ik kom nu bij de voorgestelde dekking. De CDA-fractie gaat in grote lijnen akkoord met de voorge stelde dekking, zijnde een halvering van het reeds vastge stelde nieuw beleid voor zover nog geen verplichtingen zijn 26 aangegaan. Begrijpelijk, zo vinden wij, omdat de CDA-fractie bij de voorbereiding van de begrotingsbehandeling serieus heeft overwogen in verband met het toen voorliggende herwaar deringsplan het nieuw beleid geheel of gedeeltelijk achterwe ge te laten. Het is daarom dat nu zich nieuwe tegenvallers aandienen de fractie het nieuw beleid als dekkingsmiddel, zoals voorgesteld door het college, begrijpelijk vindt, hoewel pijnlijk in verband met reeds eerder gemaakte keuzes. Toch zijn wij het niet geheel eens met het college. Tijdens de algemene beschouwingen heeft de CDA-fractie en met name de PvdA-fractie een hoge prioriteit gegeven aan de werkgelegen heid, één van de belangrijkste peilers van het bestaan, vinden wijDaarom gaan wij niet akkoord met de voorgestelde dekking met betrekking tot de punten 2.f en 2.g, te weten werkgelegenheidsfonds en acquisitie. Als dekking daarvoor kunnen wij geen gebruik maken van de zogenoemde overdekking van het college, omdat wij die overdekking tot minstens september-oktober willen reserveren voor eventueel nog te verwachten tegenvallers, zoals wij ook al hebben aangegeven in de Commissie Middelen. Daarbij werden wij toen gesteund door de PvdA- en D66-fractie. Daarom hebben wij de twee volgende moties gemaakt: "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 26 april 1993, overwegende dat het college overdekking aangeeft bij de dek king van mee- en tegenvallers zoals omschreven in de raadsbrief; dat nieuw tegenvallers in 1993 niet worden uitge sloten; besluit: de zogenoemde overdekking te reserveren tot september- oktober a.s. in verband met eventueel nog te verwachten tegenvallers en gaat over tot de orde van de dag." De motie is mede-ondertekend door mevrouw Tiemersma. (De Voorzitter: Dit is motie nr. 1 van de CDA-fractie.) De tweede motie luidt: "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 26 april 1993, behandelende bijlage 99, overwegende dat werkgelegenheid en acquisitie, gelet op de (te) hoge werkloosheid in de gemeente hoge prioriteit behoren te hebben 27

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1993 | | pagina 14