en de rioolretributie het kostendekkend aspect prefelerend is geweest. Waren er hogere kosten dan werden die onmiddellijk ondergebracht bij de heffingen, want het moest nu eenmaal kostendekkend zijn. Wij vinden, dat wil je een beleid voeren wat niet "gesjoemel" met belastingen zou betekenen tegenover de burger, dat wij het niet kunnen maken om nu een bedrag van f 6 ton, dat eigenlijk toekomt aan die afvalstoffenheffing en dat daar ook compleet in thuis hoort, nu ineens als algemeen dekkingsmiddel te gebruiken. Dan is het hek van de dam, want dan kunnen wij het hele kostendekkend aspect van die belas tingen wel volledig vergeten. Er staat ook nog een onderuitputting op de lijst voor wat betreft de riolering, dat is een taakstelling die nog niet gerealiseerd is. Om nu al te stellen dat dat terug zou moeten vloeien naar de rioolretributie, gaat wat ver. Ik denk dat wij aan het eind van het jaar moeten bekijken hoe dat gelopen is en hoe wij dan de rioolretributie zouden moeten vaststel len. Dit betekent dat wij ons niet kunnen vinden in de dekkings- voorstellen zoals die zijn vermeld in bijlage nr. 99. Wat ons ook heeft verbaasd, is dat in dit besluit alleen maar wordt besloten dat wij een nadelig saldo hebben, maar dat niets wordt besloten omtrent de dekking. Ik zou graag nog horen hoe dat verder wordt ingevuld. Ik heb inmiddels begrepen uit een andere commissievergadering dat zeer nadrukkelijk wordt gekeken naar wat de raad wel en niet heeft besloten, dus ik denk dat wij ook moeten besluiten hoe wij dekken om te voor komen dat wij later om de oren kunnen worden geslagen met het feit vans in het besluit stond alleen maar een algemeen dekkingsplan en daar gaat het collega dan wel verder mee aan het werk. Ten aanzien van de dekkingsvoorstellen willen wij in eerste instantie aangeven dat wij voor wat betreft de voorstellen die wij ook nog gaan doen de punten 1, 2 en 3 van de aanvul lende suggesties willen meenemen als dekking. Dat betekent dat wij een motie hebben gemaakt, die luidt als volgt: "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 26 april 1993, overwegende dat er uit de lijst van 16 dekkingsvoorstellen in bijla ge nr. 99 enkele voorstellen niet worden aangenomen; besluit om de aanvullende suggesties genoemd onder 1, 2 en 3 genoemd in bijlage nr. 99 te aanvaarden als dekkingsmid del; en gaat over tot de orde van de dag." (De Voorzitter: Gaat dit niet over de behandeling van de 40 begrotingswijziging?) Dat is inderdaad juist, het gaat om punt 30, de begrotingswijziging. (De Voorzitter: Wij zijn nog met punt 29 bezig.) Ik verbaas mij over het feit dat de dekking niet is aangegeven. Meestal is het zo dat de begro tingswijziging uitsluitend het resumé geeft van wat er in de vorige punten is besloten. Voor mij is dat: in punt 29 alles behandelen en dat wordt dan in punt 30 bij de begrotingsbe handeling meegenomen. Ten minste zo is tot nu toe gebruike lijk geweest in de raad, wij voerden niet bij de begrotins- wijziging de hele discussie. Het is maar wat u wilt, anders kom ik met de moties ten aanzien van de dekking bij punt 30. (De Voorzitter: Het lijkt mij wel handig om het nu maar af te kaarten, dan hoeven wij daar straks niet over te praten. Was dit de hele motie?) Het was een hele korte, wij nemen de aanvullende suggesties genoemd onder 1, 2 en 3 in bijlage nr. 99 mee als dekkingsmiddel. De tweede motie gaat over het feit dat wij ons niet kunnen vinden in punt 2.b het promotie en p.r.-beleid, 2.f het werkgelegenheidsfonds en 2.g de acquisitie als dekkingsmid del. Die motie luidt als volgt: "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 26 april 1993; overwegende dat promotie en p.r.- beleid alsmede werkgelegenheidsbe- vordering gesteund met middelen uit het werkgelegen heidsfonds, alsmede acquisitie van groot belang zijn voor de toekomst van de stad Leeuwarden; besluit om de dekkingsmiddelen zoals genoemd in de raadsbrief bijlage nr. 99 onder 2.b, 2.f en 2.g niet uit te voeren; en gaat over tot de orde van de dag." De derde motie gaat over de f 6 ton lagere kwijtschelding van de afvalstoffenheffing. "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 26 april 1993, overwegende: dat er dekking moet worden gezocht voor een te genvaller van f 1,3 miljoen in de ontvangsten van de onroerend zaakbelasting; dat er, door een lagere kwijtschelding van f 3 ton voor de onroerend zaakbelasting, een meeval ler zou zijn ontstaan; dat deze meevaller in december 1992 bij raadsbe sluit is toegevoegd aan het minimafonds; dat er nu niet alleen dekking moet worden gevon- 41

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1993 | | pagina 21