den voor een tegenvaller van f 1,3 miljoen maar
ook voor een totaal van f 4,5 miljoen;
dat voor de dekking een aan de afvalstoffenhef
fing toekomende meevaller van f 6 ton zou worden
gebruikt om de tekorten van onder andere de on
roerende zaakbelasting te dekken;
besluit
om f 3 ton vanuit het minimafonds te gebruiken als mede
dekkingsmiddel voor de tegenvaller in de onroerend zaak
belasting;
en gaat over tot de orde van de dag."
De laatste motie luidt:
"De raad van de gemeente Leeuwarden,
in vergadering bijeen op 26 april 1993;
overwegende
dat bij de bepaling van de hoogte van de afval
stoffenheffing als uitgangspunt diende en dient
het kostendekkend zijn;
- dat eventuele tegenvallers in de kosten van de
afvalstoffenheffing tot nu toe werden toegerekend
aan de afvalstoffenheffing;
- dat eventuele meevallers eveneens dienen te wor
den toegerekend aan de afvalstoffenheffing en
niet mogen worden gebruikt als algemeen dekkings
middel
- dat een storting van een eventuele meevaller in
een egalisatiefonds grote frustraties kan voorko
men;
dat is gebleken dat er f 6 ton minder kan worden
kwijtgescholden dan aanvankelijk werd gedacht en
dat dit dus een meevaller is voor de hoogte van
de afvalstoffenheffingen in de toekomst;
besluit
dat de meevaller van f 6 ton in verband met lagere
kwijtschelding verrekend dient te worden met nog op te
leggen afvalstoffenheffingen;
en gaat over tot de orde van de dag."
De Voorzitter: Ik hoop dat u mij de moties genummerd aanle
vert
Ik heb één motie van de PvdA-fractie.
Ik heb de moties van de CDA-fractie nr. 1, 2 en 3.
Ik heb één motie van de PAL/GL-fractie.
Ik heb de moties van de WD-fractie nr. 1, 2, 3 en 4.
Het komt wij voor dat wij nu kunnen gaan pauzeren.
Ik verzoek het college om bijeen te komen in de Vertrekkamer
42
voor nader beraad.
Ik schors de vergadering.
De Voorzitter schorst, om 21.20 uur, de vergadering.
De Voorzitter heropent, om 22.05 uur, de vergadering.
De heer Heere (weth.): Mijnheer de Voorzitter, wij hebben
vanavond een onderwerp aan de orde dat erg veel belangstel
ling heeft gehad de afgelopen maanden, niet alleen vanwege
het verrassende karakter ervan, maar natuurlijk vooral en in
het bijzonder vanwege het feit dat het een zo belangrijk
onderwerp aangaat als de gemeentelijke financiën en de toe
stand daarvan.
Mevrouw De Haan heeft gezegd, wij werden daardoor verrast en
bovendien werkt het demotiverend, het zet ook verhoudingen
onder druk. Ik denk dat het college dat precies zo voelt. Ik
denk dat ook het college van mening is, met anderen die dat
hebben gezegd, dat hier een onderwerp aan de orde is dat
inderdaad van groot belang is, ook in die zin dat wij ons
hele politieke beleid in feite hier ter discussie hebben. Als
dat niet in orde is, als wij niet met sluitende begrotingen
werken en niet met sluitende meerjarenramingen de beleids
vrijheid, die wij zo dierbaar vinden, in feite aan ons beleid
ontvalt. Dat betekent - en dat zeg ik nadrukkelijk namens het
college toe - dat wij alles, maar dan ook alles, in het werk
zullen stellen om te zorgen dat het financiële beleid van de
gemeente, en dan gaat het niet alleen over het financiële
management dan gaat het ook over het politieke beleid, het
sluitend houden van de begroting en het sluitend houden van
de meerjarenraming, tot onze hoge prioriteiten rekenen,
misschien wel de hoogste, en dat wij alles ook ambtelijk maar
ook bestuurlijk in het werk zullen stellen om te zorgen dat
wij de zaak op orde houden.
Mevrouw De Haan heeft vervolgens aangedrongen op een goed
financieel beheer, zij heeft gezegd dat dat moet worden
geperfectioneerd, want het gaat om efficiënt en effectief
inzetten van onze middelen. Wij zijn het daarmee eens. Me
vrouw De Haan heeft dat ook al aangegeven door te zeggen dat
het college daarvoor het plan van aanpak wil maken waarvan de
eerste uiting zal zijn de verkenningennota. Zij heeft gezegd
dat zij sterk aandringt op externe hulp daarbij en dat een
sterker accent wil geven dan aanvankelijk in de eerste bena
dering van collegezijde is gepresenteerd. Zij heeft ook
43