blijken, dan kunnen wij daar op terug komen, maar de initiële
inzet is denk ik voldoende verklaard.
De D66-fractie heeft de suggestie gedaan om de PvdA- en CDA-
moties door het college te laten overnemen. Daar zijn twee
redenen tegen. In de eerste plaats heeft mevrouw De Haan
aangegeven de motie in stemming te willen brengen en in de
tweede plaats moeten wij nog even praten over die data-kwes
tie. Daar zal dan nu, denk ik, over worden geschorst.
De Voorzitter: Ik schors de vergadering.
De Voorzitter schorst, om 23.30 uur, de vergadering.
De Voorzitter heropent, om 23.50 uur, de vergadering,
(mevrouw Garms en de heer Heins hebben de vergadering verla
ten
De Voorzitter: Wij hebben twee termijnen gehad. Ik ga even de
moties langslopen.
De motie van de PvdA-fractiezoals die is aangevuld bij de
op een en op twee na laatste sterretje met "zo mogelijk".
Mevrouw De Haan: Ik heb begrepen uit de bijdrage van de
verschillende raadsfracties dat de lijn zoals die neergelegd
is in onze motie op zichzelf gedeeld wordt door de raad en
dat daarmee het signaal richting college gegeven is, dat ook
het college in feite deze motie overneemt en dat er nog
slechts één verschil van mening ligt. Dat is de kwestie van
de termijn en dan gaat het met name om de termijn waarop de
financiële analyse er zal zijn. Ik heb begrepen, en dat is
voor ons heel essentieel, in de begrotingszitting in novem
ber, de inzet om de HEGT/HELT-operatie in november samen met
de begrotingsstukken te krijgen is er ook. Dat zijn voor ons
hele essentiële elementen, als het college dat overneemt dan
zijn wij bereid om voor de financiële analyse, als het niet
lukt, extra tijd in te ruimen. Als wij het daarover eens zijn
met het college en dat begrijp ik eigenlijk uit de woorden
van wethouder Heere, en de rest van de raad het eens is met
de lijn die in de motie neergelegd is, denk ik dat wij onze
motie kunnen intrekken.
De heer Heere (weth.): Ik blijf toch, maar dat verbaast
mevrouw De Haan niet, de opmerking maken om bij de poging om
66
de HEGT/HELT-operatie samen met de begroting te behandelen ik
zeg dat dat het ambtelijk apparaat geweldig onder druk zet èn
dat het absoluut noodzakelijk is dat wij dan op 3, 4 en 11
mei een zodanige discussie voeren en dat daar ook zoveel con
creets uitkomt, dat wij daar in verband met de begroting iets
mee kunnen. Dat is wel voorwaardelijk.
Mevrouw De Haan: Wij trekken hierbij de motie in.
De Voorzitter: De motie van de PvdA-fractie wordt in getrok
ken.
Motie nr. 1 van de CDA-fractie wordt gehandhaafd.
Motie nr. 2 van de CDA-fractie wordt gehandhaafd.
Motie nr. 3 van de CDA-fractie.
De heer Krol: Wij zijn in de schorsing tot de conclusie
gekomen dat wij geen verschil van mening meer hebben met het
college omtrent de wensen die wij hadden die in die motie
zijn neergelegd. Het is de bedoeling van een motie om in
discussie met raad en college te bereiken dat er een stand
punt ontstaat zoals je dat zelf voor ogen hebt. Wij hebben
geconstateerd dat die motie wat dat betreft op dit moment
overbodig is, omdat er genoeg toezeggingen liggen.
Wij kunnen akkoord gaan met de suggestie die de wethouder
naar voren heeft gebracht omtrent de discussie in de Commis
sie Middelen om daar precies vast te stellen wanneer en hoe
de operaties tot hun voleinding moeten komen. Wij zullen op
3, 4 en 11 mei ons uiterste best doen om een zodanige bijdra
ge te leveren dat wij tot een goede oplossing kunnen komen.
De Voorzitter: Motie nr. 3 van de CDA-fractie wordt ingetrok
ken.
De motie van de PAL/GL-fractie wordt gehandhaafd.
Motie nr. 1 van de WD-fractie wordt gehandhaafd.
Motie nr. 2 van de WD-fractie wordt gehandhaafd.
Motie nr. 3 van de WD-fractie wordt gehandhaafd.
Motie nr. 4 van de WD-fractie wordt gehandhaafd.
Aan de orde is de stemming over motie nr. 1 van de CDA-frac
tie
De motie van de CDA-fractie wordt verworpen met 27 tegen 7
67