zullen die steunen. Mevrouw Dijkstra: Mijnheer de Voorzitter, de sportnota is twee keer in de commissie uitvoerig besproken en ook alle organisaties hebben daarover kunnen meepraten. Vandaar thans een korte reactie van onze fractie op deze nota. Wij beseffen dat, gezien de financiële situatie, zeker niet alles mogelijk is wat in de nota als wenselijk wordt genoemd. Maar de nota vormt voor onze fractie een goed uitgangspunt van beleid voor de komende jaren. Met name ten aanzien van het onderhoud van de velden achten wij van belang dat dit zo verantwoord mogelijk is en blijft bestaan. De atletiekbaan staat in de planning en de wethouder heeft in de commissie vergadering toegezegd dat de voetbalvereniging WWS in Wirdum de hoogste prioriteit heeft wanneer er middelen beschikbaar zullen zijn. Deze beide knelpunten zijn voor onze fractie van belang. Voor het overige achten wij de nota een goed instrument om mee te werken en stemmen wij in met de voorliggende nota. Door middel van een jaarlijkse evaluatie hopen wij de voort gang van de sporthal te kunnen blijven volgen. Mevrouw Vlietstra (weth.): Bijna alle sprekers hebben gememo reerd hoe de nota tot stand gekomen is. Daarbij is inderdaad sprake geweest van een uitvoerig overleg met het sport held". Geconstateerd kan nog worden dat binnen de sportver enigingen over het algemeen de nota, zeker de uiteindelijke nota, ook positief ontvangen is. Datzelfde gold voor de leden van de commissie, ik begrijp nu dat dat ook gedeeld wordt door de gemeenteraad. Er zijn niet veel punten blijven liggen, ik heb er een aantal nog genoteerd. Mijnheer De Beer heeft in feite alleen nogmaals betuigt dat hij namens zijn fractie instemt met de nota, dat het welis waar zo is dat de nota aangepast is, ook aan de financiële situatie waar wij ons op dit moment in bevinden. Maar ik begrijp dat hij zegt, dat is niet ander en daar gaan wij mee akkoord. Mijnheer Greving heeft het probleem aangekaart van de hygiëne in gymnastieklokalen. Dat is inderdaad een probleem en heeft met name te maken met een andere kwestie waar wij ook binnen de onderwijssector wel mee geconfronteerd zijn, namelijk dat de Londo-vergoeding voor het schoonhouden van de scholen, inclusief gymnastieklokalen, te laag is. Wij leggen als gemeente al jaarlijks ruim f 2 ton toe op het schoonmaakon derhoud van basisscholen inclusief gymnastieklokalen. Ik ben 12 het met hem eens dat het nog steeds een pijnpunt is, alleen wij hebben er niet voor gekozen om daar nog meer gemeentelij ke middelen in te stoppen. Het is wel een punt dat door ons, ook via de VNG, regelmatig onder de aandacht van de Tweede Kamer en de staatssecretaris is gebracht. Het is niet alleen hier een probleem, maar het is een probleem dat vrij breed in den lande gevoeld wordt. De heer Greving was ook al bij de behandeling van de begro ting in januari j.l. tegenstander om middelen voor het Cam- buurstadion uit te trekken. Het gaat inderdaad om een grote uitgave. Overigens deel ik niet zijn opvatting dat geld steken in passieve sportbeoefening ten koste zou gaan van de actieve sportbeoefening. Ik denk dat dat twee eigenstandige zaken zijn en beide hun aandacht verdienen. Het exploitatie subsidie van Cambuur hebben wij de afgelopen jaren volledig afgebouwd, wij geven daar terecht geen subsidie meer aan. Ik denk dat de gemeente niet op exploitatiebasis bij moet gaan dragen aan het betaald voetbal. Hij trok even de vergelijking een culturele voorziening. Hij ging zelf zover door te zeggen dat het misschien wel meer had van een culturele voorziening. Ik kan mij daar niet echt veel bij voorstellen, behalve dat het een stuk vermaak biedt, maar er zijn wel meer zaken die vermaak bieden. Maar de vergelijking gaat in die zin op dat wij altijd gezegd hebben dat wij ons zowel waar het gaat om de professionele kunstbeoefening als waar het gaat om de professionele sportbeoefening met name verantwoordelijk voelen voor een goede accommodatie. Als wij een goede Harmo nie bouwen om daar culturele voorzieningen te kunnen laten plaatsvinden en die lijn doortrekken, denk ik, daar heeft ook de meerderheid van de raad in januari j.l. zich voor uitge sproken, is het voor de hand liggend is dat je ook die ver antwoordelijkheid laat zien op het terrein van passieve sportbeoefening. De discussie is in die zin geweest dat de meerderheid van de raad zich uitgesproken heeft voor financiële medewerking. Uiteraard zal er in de raad nog een uitgewerkt voorstel rond het hele Cambuurstadion komen. Dan hebben wij nogmaals de gelegenheid om daarover in discussie te gaan. Maar het zal duidelijk zijn dat het college de heer Greving niet steunt in de opvatting dat wij dit beter niet kunnen doen. Dan het stimuleren van de deelname van vrouwen, met name waar het gaat om allerlei functies binnen het kader van sportver enigingen. Uit onderzoek blijkt dat die deelname achter blijft, met name in bepaalde takken van sport. Een van de zaken die in ons Collegeprogramma staat, maar die ook in ons emancipatiebeleid altijd gegolden hebben, is dat wij willen bevorderen dat meer vrouwen - en dan wordt er gestreefd naar een evenredige deelname van mannen en vrouwen - deelnemen aan allerlei functies binnen organisaties en besturen. In die zin 13

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1993 | | pagina 7