gen halen, je moet een maximum aan de tarieven stellen, je moet uitgaan van een aantal leerlingen. Maar het enige waar niet van uitgegaan wordt door de wethouder bij dit voorstel is het politieke uitgangspunt dat je mensen in verschillende situaties gelijk zou moeten behandelen, dus dat je de minima net zoveel zou moeten laten stijgen als de mensen met de hoogste inkomens. Dat was de bedoeling van mijn opmerking. Omdat er toch al sprake is geweest van een eerste pauze zou ik de voorzitter willen verzoeken om de stemming over dit punt ook na die eerste pauze te willen doen plaatsvinden. Mevrouw Dijkstra: Voorzitter, ook onze fractie heeft in de commissievergadering aangegeven moeite te hebben met de forse stijging van de tarieven. Echter gezien de financiële situa tie vonden wij toch dat wij akkoord konden gaan met deze stijging. Voor ons was een belangrijk punt dat de bezuiniging die in januari vastgesteld is gehaald zou worden. Als de heer Brinks nu komt met een rekensom waarbij dat gelijkelijk verdeeld zou kunnen worden, dan zou dat op zich heel aardig zijn. Als ik dan van de wethouder het antwoord hoor dat bij een gelijke verhoging een tekort zal ontstaan, is dat voor ons een reden om in ieder geval niet de motie van de PAL/GL- fractie te ondersteunen. De dekking waar hij over spreekt, de vier maanden extra inkomsten, ik denk dat wij die hard nodig hebben om de f 6 ton bezuiniging te halen. (De heer Heine: Ale wij geen discussies meer kunnen voeren, geen voorstellen meer kunnen indienen met dekkingen en als constant wordt gezegd dat wij elke dekking voor elk voorstel nodig hebben om in het financiële gat te stoppen, dan kunnen wij als raad wel opdoeken.Hij mag wel een voorstel doen, maar het is aan ons om te bekijken of wij met dat voorstel akkoord gaan. (De heer Heine: Dan moet mevrouw Dijkstra niet zeggen dat er geen dekking is, want die is er wel.) Maar wij gaan er niet mee akkoord om die dekking te gebruiken voor dit voorstel. Wij hebben in de commissie voorgesteld om ten aanzien van de leerlingen die tijdens een jaar in- en uitstromen termijnen te rekenen in tienden, omdat er gesproken wordt van tien lesmaanden. In principe is in de commissie dat voorstel overgenomen door de wethouder met dien verstande dat het waarschijnlijk pas volgend jaar meegenomen zal worden als het gaat om een nieuwe regeling van alle kunstinstituten met elkaar. Wij stemmen voor dit jaar in met de verordening zoals die er nu ligt en volgend jaar kunnen wij bekijken hoe wij dan de eventuele verhoging zullen beoordelen. 20 De heer Janssen (weth.Voorzitter, mevrouw Waalkens heeft aangegeven waarom de WD-fractie niet met de motie mee stemt. Verder heeft zij nog eens gezegd dat wij, gezien de uitspraak van de Raad van State, geen inkomensafhankelijke bijdrage mogen vragen. Als het gaat om uitspraken van de Raad van State, gaat het om jurisprudentie en ik heb zo langzamerhand geleerd dat als het om juridische zaken gaat, je uitermate zorgvuldig moet formuleren en kijken wat je precies bedoelt. Ik denk dat als zij de Raad van State aanhaalt zij dan moet zeggen dat de Raad van State heeft gezegd dat de gemeenten via een gemeentelijke belasting geen inkomensafhankelijke regeling in het leven mogen roepen. Dan doen wij op dit moment ook niet meer. Dus in die zin zitten wij juridisch niet in strijd met de uitspraak van de Raad van State. Uit de reactie van de heer Hiemstra heb ik begrepen dat hij tegen de motie van de PAL/GL-fractie is. De heer Hoogcarspel heeft aangegeven dat het belastbaar inkomen een ander inkomen is als wat je het reëel inkomen zou kunnen noemen. Ik denk dat dat klopt. Hij heeft gerefereerd aan een oude toezegging om in de Commissie Middelen nog eens over die problematiek te praten. Wethouder Heere is op dit moment niet aanwezig, maar ik zal hem daar aan herinneren. Overigens heeft de heer Hoogcarspel gezegd dat bij de kinder opvang een dergelijke regeling zou zijn. Zoals ik heb begre pen is er bij de kinderopvang een regeling waarbij het sala risstrookje uitgangspunt is, maar kan vooraftrek plaatsvin den. Ik heb niet de indruk dat daar de ideale regeling gehan teerd wordt, maar ik denk dat het goed is om daar in de Commissie Middelen nog eens over te praten. De heer Brinks heeft aangegeven dat hij het raar vindt dat fracties bepaalde standpunten innemen. Ik denk dat dat een zaak tussen hem en die fracties is. Verder heeft hij mij gevraagd of ik het er als wethouder mee eens ben dat die verschillende tarieven ontstaan. Ik maak deel uit van dit college, dit college doet de raad dit voor stel en daar staat dit in. Dus mag hij gevoeglijk aannemen dat ik het daar mee eens ben. (De heer Brinke: Betekent dat dat een van de prioriteiten van het college, namelijk het minimabeleidop dit moment losgelaten is?) Ik heb net ook al gezegd hoe je dingen heel zwaar kunt maken. Als je bijvoor beeld kijkt naar de procentuele verhoging die nogal ver schilt, maar je kijkt dan wat voor nominale bedragen daar tegenover staan, dan blijkt dat de hoogste categorie nominaal een hogere verhoging krijgt dan een lagere categorie. Er zijn een aantal uitgangspunten gehanteerd om, zeer tegen de zin van de WD-fractie, een regeling te ontwerpen waarbij mensen 21

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1993 | | pagina 11