toezicht wordt beperkt tot de eerste vier jaar. De D66-
fractie had en heeft hieraan geen behoefte. De gemeente
lijke invloed en controle op de woningbouwcorporaties
moet geschieden volgens het nieuwe wettelijke kader,
prestatie-eisen conform de BBSH. Dit dient bij voorkeur
vooraf geregeld via een bestuurlijke overeenkomst in de
vorm van een convenant. De taak van toezichthouder op
woningbouwcorporaties en invloed hebben via een bestuur
van een woningbouwcorporatie zijn met elkaar in strijd.
2. Wat de bedrijfsorganisatie betreft vinden wij het geko
zen woondienstenmodel prima. Dit biedt goede mogelijkhe
den om als onderneming in de toekomst optimaal klant- en
marktgericht te werken.
3. Het personeelsbeleid bij een fusie is erg belangrijk.
Voor de betrokken werknemers geldt dit meestal als de
belangrijkste factor. Met name op dit gebied zal de
nieuwe organisatie de nodige tijd moeten nemen zodat de
cultuurverschillen in werkwijze naar elkaar kunnen toe
groeien. Wij spreken de hoop uit dat een ieder binnen de
nieuwe organisatie zijn of haar plaats vindt. Zoals de
zaken nu zijn geregeld hebben wij hierin alle vertrou
wen
4. De communicatie tussen verhuurder en huurder zal volgens
het huidige systeem van het Woningbedrijf worden voort
gezet. Deze externe democratische bestuursvorm is gelet
op ervaringen met deze werkwijze acceptabel. Belangrijk
hierbij is de dagelijkse in de praktijk toegepaste we
derzijdse informatie-uitwisseling.
5. Het financiële perspectief en de continuïteit van de
nieuwe woningbouwcorporatie.
Wij kunnen instemmen met de voorgestelde financiële
constructie via een kredietfaciliteit. Ondanks dat hier
mee een dreigend onvoldoende reserve kan worden opgevan
gen, hebben wij toch enige zorgen. De nieuwe organisatie
heeft met name in de wijken Heechterp en Lekkumerend nog
enige problematische complexen. Hoe dan ook, de financi
ële positie blijft de komende jaren veel aandacht vra
gen.
Ondanks onze zorgen is er voldoende basis voor een nieuwe
sociale woningbouworganisatie.
De fractie van D66 wenst alle betrokkenen, werknemers, huur
ders, het dagelijks bestuur en de raad van toezicht een goede
toekomst
De heer Terpstra: Mijnheer de Voorzitter, "instandhouding van
het Woningbedrijf is uitgangspunt", aldus het Collegepro
gramma 1990-1994. Dat zaken snel kunnen veranderen moge
duidelijk blijken uit bovenstaand citaat. Dat nu anders dan
24
drie jaar geleden wordt gedacht is het gevolg van een aantal
ontwikkelingen.
1. het feit dat er in de beleidsvisie van de Tweede Kamer
geen plaats meer is voor de gemeentelijke woningbedrij
ven;
2. het streven van de gemeente om te komen tot minder cor
poraties;
3. het streven naar privatisering van bepaalde gemeentelij
ke taken en diensten.
Dat in de loop van 1992 dan ook het traject is ingezet om te
komen tot privatisering in combinatie met fusie is begrijpe
lijk, te meer daar bleek dat Sint Joseph niet onwelwillend
zou staan tegenover een fusie met het Woningbedrijf. De
uitgangspunten zijn van het begin af aan duidelijk geweest.
Zetten wij het thans voorliggende voorstel af tegen deze
uitgangspunten, dan moeten wij vaststellen dat met uitzonde
ring van één aan alle uitgangspunten is voldaan.
Op een aantal punten wil ik ingaan.
De voorgestelde bestuursstructuur wordt gerealiseerd, echter
de groeperingen dienen er bij de keuze van de leden van de
raad van toezicht voor te zorgen dat er ook bestuursleden
benoemd worden die zicht hebben op hun rol als lid van een
raad van toezicht. Een rol die wezenlijk anders is als de rol
die zij thans als bestuurslid vervullen. Met de door de
gemeente beschikbaar gestelde kredietfaciliteit, samen met
het voor minimaal vier jaar onderbrengen van het beheer van
het gemeentelijk verspreid bezit bij de nieuwe corporatie, is
de financiële continuïteit versterkt. Dat dit mogelijkerwijs
de gemeente in verband met de lagere rente van het rekening
courant krediet enig renteverlies zal opleveren, is accepta
bel gezien de voordelen die hier tegenover staan.
Niet wil ik ingaan op het uitgangspunt van de gemeentelijke
invloed in het bestuur en de raad van toezicht, ten minste
niet op langere termijn. Alhoewel wij het altijd waardevol
gevonden hebben dat de gemeente door middel van het Woningbe
drijf meer grip op de toewijzing van woningen aan een bepaal
de doelgroep had, kunnen wij met het voorstel leven.
Ten slotte wil ik eindigen met een compliment aan zowel de
onderhandelaars van Sint Joseph als de gemeente, dat die
binnen korte tijd op een constructieve wijze tot dit resul
taat zijn gekomen. Zonder iemand tekort te doen denk ik dat
het terecht is dat vanuit de gemeente gezien een bijzonder
woord van waardering aan wethouder Heere op zijn plaats is.
Het resultaat, een levensvatbare woningcorporatie die in het
woningbeleid binnen deze gemeente goed mee kan spelen, mag er
zijn.
De CDA-fractie stemt, dat zal u niet verbazen, van harte in
met dit voorstel.
25