Mevrouw Van UIsan: Wij gaan uiteraard akkoord met dit voor stel. Wij zijn van mening dat dit een goed voorstel is. Wij hebben als gemeente het Gemeentelijk Woningbedrijf als zoda nig niet meer nodig, hoewel wij denk ik niet moeten vergeten dat de gemeente wel degelijk een taak heeft in het huisvesten van al haar burgers. Het Woningbedrijf heeft wel degelijk zijn nut gehad, wij hebben als gemeente de taak dat iedereen behoorlijk gehuisvest kan worden. Wij gaan ervan uit dat dat evengoed zal gebeuren in de nieuwe organisatie. Op grond daarvan denk ik dat wij als WD-fractie geen behoefte hebben aan meer dan een normale invloed in het bestuur zoals dat nu is overeengekomen. Het spijt mij dan ook dat het langer geduurd heeft dan nodig is, omdat zoals het nu in het voor liggende voorstel staat alleszins redelijk en aanvaardbaar is en dat was het natuurlijk een aantal maanden geleden ook al. Wij hopen dat ieder personeelslid zich in deze nieuwe organi satie op zijn plaats zal gaan voelen, de heer Schreuder heeft daar al op gewezen. Het zal niet altijd even gemakkelijk zijn, maar wij hopen dat het lukt. Op bladzijde 4 staat iets dat ons bijzonder getroffen heeft, dat is het begrip het voorzichtigheidsbeginsel. Wij hopen dat wij als raad en b. en w. dit eigenlijk voor alle taken zullen gaan uitproberen. De heer Timmermans (weth. Voorzitter, het punt van het voorzichtigheidsbeginsel spreekt het college aan, anders hadden wij het ook niet zo geformuleerd. Ik constateer met genoegen dat alle fracties zonder meer instemmen met de privatisering van het Gemeentelijk Woningbe drijf en de samenwerking met de particuliere corporatie Sint Joseph. Ik denk dat het een goede start is voor de nieuwe corporatie. Ik heb ook kennis kunnen nemen van de waarderende woorden in de richting van de stuurgroep. Dat zijn alle mensen die in het onderhandelingstraject een belangrijke rol hebben ge speeld, van de zijde van Sint Joseph maar zeker ook van de zijde van de gemeente. Ik zal ook zeker namens het college collega Heere duidelijk maken dat waarderende woorden voor zijn rol zijn uitgesproken. Uiteraard zullen wij die waar derende woorden die zijn geformuleerd ook kenbaar maken aan de directie en de medewerkers van het Woningbedrijf, want die hebben er met elkaar ook hard aan getrokken. Ten opzichte van het gestelde in het Collegeprogramma zijn de nieuwe verhoudingen in de volkshuisvesting zeer snel gewij zigd. Dat betekent dat op basis van de nieuwe BBSH-wetgeving wij beter kunnen volstaan met het maken van prestatie-afspra ken al dan niet vastgelegd in een convenant waarbij de meer 26 directe gemeentelijke invloed, zoals dat op dit moment binnen het Woningbedrijf geldt, niet meer noodzakelijk is. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 12 (bijlage nr. 124). De Voorzitter: Aan de orde is Voorstel tot het aanvaarden van een erfenis van wijlen mevrouw G.A. Zadel-Barten. Mevrouw De Haan: Voorzitter, ik wil namens de raad uitspreken dat wij met erkentelijkheid hebben kennis genomen van de erfenis van mevrouw Zadel-Barten. Wij willen die graag aan vaarden. Ik wil graag uitspreken dat wij op een passende wijze gebruik zullen maken van deze middelen. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. De Voorzitter: Ik schors de vergadering voor een koffiepauze en voor fractieberaad. De Voorzitter schorst, om 20.50 uur, de vergadering. De Voorzitter heropent, om 21.10 uur, de vergadering. De Voorzitter: Ik heropen de vergadering. Wij hebben van doen met een tweetal stemmingen. Ik stel eerst aan de orde punt 2 van de agenda "Advies inzake het bezwaarschrift van de Stichting Beeldende Kunst Friesland tegen de beëindiging van het subsidie". Ik geef gaarne de gelegenheid tot het afleggen van stemver klaringen. 27

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1993 | | pagina 14