Beroep- en Bezwaarschriften, mr. R. Kropff, juridisch stafme
dewerker Woningbedrijf, J.M. Vogelaar, vakdirecteur Ontwerp
en Uitvoering Dienst Stadsontwikkeling en Milieu en A. Zwart,
directeur Woningbedrijf.
Te behandelen:
Punt
omschrijving
bijlage bli.
1.
3.
4.
6.
8.
10.
11.
12,
Vaststellen van de notulen van de
buitengewone raadsvergadering van
11 maart 1993.
Advies inzake het bezwaarschrift van de
Stichting Beeldende Kunst Friesland tegen
de beëindiging van het subsidie.
Mededelingen.
Verwerving en vervreemding van diverse
onroerende zaken.
Onttrekken aan het openbaar verkeer van de
Regenboogstraat en van het westelijk gedeelte
van de Jachthavenlaan gelegen tussen de
Regenboogstraat en de Tjalkstraat.
Meerjarenprogramma restauratie
rij ksmonumenten
Oprichting Stichting Trajectbemiddeling
Leeuwarden.
Vaststellen van de jaarrekening 1990 en
1991 van de Stichting tot beheer en
exploitatie van de Théskinkerij Prinsetün
en het complex Zalen Schaaf.
Bezuinigingen inzake het Gemeentelijk
Muziekinstituut en vaststellen tarieven
ter zake.
Intrekken Verordening op de heffing en
invordering van lesgeld voor het volgen van
onderwijs aan het Gemeentelijk Muziek
instituut Leeuwarden.
Voorstel inzake privatisering van het
Gemeentelijk Woningbedrijf/fusie met de
Stichting Woningbouw Sint Joseph.
Voorstel tot het aanvaarden van een
erfenis van wijlen mevrouw
G.A. Zadel-Barten.
125 3
8
119
122
123 10
120 11
118 11
121 11
117 22
111 22
124 27
De Voorzitter: Ik open de vergadering.
Er is bericht van verhindering van de heren Biemans, Burg,
Greving en Heere.
2
Punt 1
De notulen van de buitengewone raadsvergadering van 11 maart
1993 worden ongewijzigd vastgesteld.
Punt 2 (bijlage nr. 125).
De Voorzitter: Aan de orde is Advies inzake het bezwaar
schrift van de Stichting Beeldende Kunst Friesland tegen de
beëindiging van het subsidie.
De heer Ten Hoeve: Mijnheer de Voorzitter, ik wil graag een
paar opmerkingen maken en vragen stellen bij het advies van
de Commissie voor de Beroep- en Bezwaarschriften.
Eerst een opmerking vooraf. Het gaat hier om een bezwaar
schrift tegen een beslissing van de raad. Wanneer je het
advies van de commissie leest, is er steeds uitdrukkelijk
sprake van de gemeente, maar naar mijn gevoel gaat het vooral
over het handelen van het college. Ik denk dat vooral de
laatste fase, de beslissing van de raad om in dit geval een
subsidie niet meer toe te kennen, getoetst moet worden en dat
daar de overwegingen ook op afgestemd moeten worden. Die
overwegingen zijn samengevat:
de gemeente is initiërend in het verleden bezig geweest
om de SBK samen met anderen mogelijk te maken;
er is geen overleg gevoerd;
er is een provinciaal onderzoek aangekondigd en naar
aanleiding van dat onderzoek zou overleg komen;
er ligt een bestuursovereenkomst, weliswaar een concept
bestuursovereenkomst maar die is mede de basis voor deze
uitspraak.
Ik wil bij die vier punten wat opmerkingen maken.
De eerste is dat er gezegd wordt: de gemeente is in de situa
tie van de SBK initiërend bezig geweest. Dat zou inhouden dat
omdat dat initiatief ooit genomen is, nu niet een verandering
in de situatie zou mogen plaats vinden. Dat lijkt mij wat
extreem. Ik denk dat wij in het verleden op allerlei terrei
nen initiatieven hebben genomen, maar dat wij - hoe triest
ook - op dit ogenblik in de situatie zitten dat wij een
aantal initiatieven moeten terug draaien en dat wij moeten
komen tot bezuiniging. Deze exercities zijn allemaal gehouden
omdat een aantal dingen niet meer kan. Ik denk niet dat je
mag zeggen: vroeger initiatief, dan mag er nooit meer wat aan
veranderen.
Het tweede is dat er geen overleg is geweest met de SBK. Dan