kom ik terug op de positie van de raad, de situatie was naar mijn gevoel dat het college op een bepaald ogenblik na beraad heeft besloten de raad voor te stellen te stoppen met de subsidiëring. Daar is geen overleg met de SBK over geweest. Nadat het college die beslissing had genomen is de SBK op de hoogte gesteld en daarna is die collegebeslissina wel de inspraak ingegaan en is er overleg geweest. Er zijn commis sievergaderingen geweest, onze fractie heeft bijeenkomsten belegd, anderen fracties hebben dat mogelijk ook gedaan. Maar nadat de voorgenomen beslissing, het was nog geen beslissing, er was, is er wel degelijk overleg geweest met de SBK. Op basis van allerlei andere afwegingen, maar ook op basis van de informatie die bij de SBK vandaan kwam, is die beslissing - in het licht van de bezuinigingen - door de raad genomen. Het derde punt, overleg voor de provincie, geldt naar mijn gevoel het zelfde voor als ik bij het eerste punt heb ge noemd. De SBK kwam ter discussie en op een bepaald ogenblik heeft de gemeenteraad gezegds hoewel er dan een afspraak ligt om te kijken hoe het in de toekomst moet, kunnen wij dit verder niet meer trekken gezien de situatie van de gemeente, dus zullen wij moeten stoppen. Het laatste en het moeilijkste punt; de bestuursovereenkomst. Je kunt dat heel formeel benaderen en dan kom je er op dat er geen bestuursovereenkomst ligt. Er ligt een concept-bestuurs overeenkomst die nooit door de partners getekend is en die in ieder geval nooit aan de raad is voorgelegd. Het college heeft het voornemen gehad, maar tot een effectuering van die concept-bestuursovereenkomst is het door de raad nooit geko men. De vraag blijft of de raad gehouden is om rekening te houden met deze bestuursovereenkomst. Dat is de hele formele kant van de zaak, er is natuurlijk ook een bepaalde manier van doen ontstaan waar mensen verwachtin gen op hebben gebaseerd, maar strikt formeel denk ik dat wij als raad niet aan deze bestuursovereenkomst gebonden zijn. Intussen zitten in wat ik gezegd heb een aantal vragen aan de heer Van de Gevel. Ik wil nog een algemene opmerking hierbij maken. Het is niet voor niets dat wij over dit punt praten. Wij hebben bij de behandelingen over de bezuiniging allerlei voorstellen aange nomen en door nu te zeggen: dit zou niet hoeven - en wij moeten daar wel de goede procedures voor kiezen - zouden wij ook andere bezuinigingen op de tocht kunnen zetten. Wij zijn bang voor precedentwerking. Wij hebben het geld, waar wij zo naarstig om gezocht hebben, nodig. In dat licht wil ik graag dat de vragen die ik gesteld heb, beantwoord worden. Afhanke lijk daarvan zullen wij eventueel met een motie komen. 4 De heer v.d. Gevel: Voorzitter, een paar opmerkingen in antwoord op wat de heer Ten Hoeve naar voren heeft gebracht. De stichting heeft een bezwaarschrift ingediend tegen het besluit van uw raad. Dat het college ook een rol speelt in de uitvoering en voorbereiding van raadsbesluiten spreekt voor zichzelf, maar uw raad heeft het besluit genomen en daartegen is een bezwaarschrift ingediend. Dat is de eerst opmerking. Het tweede antwoord, de gemeente is inderdaad initiërend bezig geweest. Ik ben het met de heer Ten Hoeve eens dat het te ver gaat om te zeggen dat daar geen veranderingen in mogen plaats vinden. Natuurlijk niet, want er kunnen veranderingen in plaats vinden. Maar het gaat vooral om de manier waarop er is gehandeld in dit geval. Dat lag nogal gecompliceerd vanwe ge het feit dat er nogal wat partners in het spel zijn ge weest. Niet alleen de gemeente Leeuwarden, ook andere, de provincie bijvoorbeeld en twee andere gemeenten en dan nog een keer de stichting. Dat heeft het wat gecompliceerd ge maakt en daarom lijkt deze zaak ook niet op andere gevallen die wij eerder in de commissie hebben behandeld en waarover wij ook hebben geadviseerd. Ik mag u herinneren aan het advies dat wij de vorige vergadering hebben verstrekt over het Project Mensen Zonder Werk. Ik denk dat er vanwege het feit dat iedere situatie toch weer anders is, moeilijk sprake kan zijn is van precedentwerking. Dan de bestuursovereenkomst. Die kun je formeel en materieel benaderen. Formeel is er geen overeenkomst, maar materieel is er jarenlang door de gemeente gehandeld volgens de afspraken die in die overeenkomst zijn gemaakt. Dat laatste heeft bij ons in het advies dan ook zwaar gewogen. Geen overleg. Er is overleg geweest in een hoorzitting heb ik begrepen. Dat is het enige dat ons is aangereikt. Verder is ons van de zijde van de gemeente tijdens de hoorzitting meegedeeld dat er verder geen overleg is gevoerd. Dat is mijn antwoord, mijnheer de Voorzitter. De heer Ten Hoeve: In de eerste plaats verschillen wij niet van mening over het feit dat het een bezwaarschrift is tegen een beslissing van de raad. Ik heb dat zelf ook gezegd. Maar ik vind nog steeds dat een groot deel van de motivering zich niet richt op het handelen van de raad, maar zich richt op het handelen van het college. Het college doet heel vaak wat, maar de raad neemt ten slotte de beslissing. Bij huizenver koop hebben wij zo'n situatie ook, het college voert allerlei onderhandelingen, maar ten slotte zegt de raad "ja" of "nee". Ik heb met opzet ook nog even het voorbeeld genoemd van het college heeft op een bepaald ogenblik, terwijl zij aan het denken waren over bezuinigingen, niet overlegd met de SBK, maar de raad heeft dat wel gedaan middels de commissie. 5

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1993 | | pagina 3