Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 6 (bijlage nr. 123). De Voorzitter: Aan de orde is Meerjarenprogramma restauratie rijksmonumenten. Mevrouw Van Ulsen: Voorzitter, wij gaan akkoord, maar ik zou toch één kleine opmerking willen maken. Het is natuurlijk duidelijk dat er in de toekomst steeds sprake zal zijn van nog minder geld. Dan zou de consequentie daarvan moeten zijn dat hele duidelijke prioriteiten worden gesteld en dat de lijst beperkter wordt. De heer Tiaaeraans (weth.): Voorzitter, de constatering dat er minder geld beschikbaar is dan wenselijk is juist. De vraag is dan vervolgens of je daarmee de lijst van beschermde rijksmonumenten moet aanpassen. Die conclusie lijkt voor de hand liggend in de richting te gaan van "ja", maar er zijn andere mogelijkheden. Het gaat er natuurlijk niet alleen om of er een lijst is, maar het gaat er met name ook om hoe je hem hanteert in de praktijk. Bovendien is het zo dat wij op dit moment nog geconfronteerd worden met rijkssubsidierege lingen die eigenlijk weinig maatwerk leveren. Dat kan beteke nen dat je in de ene situatie een restauratie, die op zich zelf economisch draagbaar is, wel subsidieert, omdat wij nu eenmaal die regeling hebben en iedereen op dezelfde manier wordt behandeld, terwijl andere restauraties waar het econo misch rendement veel kleiner is eigenlijk meer gesubsidieerd zouden moeten worden. Dus zowel in de wijze waarop je met de rijkslijst in de dagelijkse praktijk omgaat als over de wijze waarop je financieel je instrumentarium daarop aanpast kun je mee laten werken op de vraag of je nu wel of niet moet afvoe ren. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. 10 Punt 7 en 8 (bijlage nr. 120 en 118). Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. w Punt 9 (bijlage nr. 121). De Voorzitter: Aan de orde is Bezuinigingen inzake het Ge meentelijk Muziekinstituut en vaststellen tarieven ter zake. Mevrouw Waalkens: Mijnheer de Voorzitter, ik zou ten aanzien van de bezuinigingen op het Gemeentelijk Muziekinstituut en de tarieven een algemene opmerking willen maken ten aanzien van de instelling van het personeel van het Gemeentelijk Muziekinstituut. Wij vinden de positieve instelling waarmee zij bezig zijn om te proberen de bezuiniging te halen en positief te staan ten opzichte van de fusiebesprekingen een compliment en waardering waard. Wij hopen dan ook van harte dat er uiteindelijk één behuizing zal kunnen worden gevonden voor het GML, de Blauwe Stoep en de Stichting Kunstwerkplaats Vredeman de Vries. De voorstellen die er nu liggen moeten nog verder uitgewerkt worden. De tarieven zijn op dit moment aan de orde. Wij kunnen ons vinden in het feit dat de groepsgrootte niet meteen wordt vastgelegd in de diverse artikelen. Daarmee wordt een stukje vrijheid behouden. Dat de lesgelden omhoog moeten is onontkoombaar en daar kunnen wij ons wel in vinden. Waar wij ons echter niet in kunnen vinden is het feit dat de gemeente het toch niet heeft kunnen laten om naar inkomen een bijdrageregeling vast te stellen. Destijds is door de Raad van State vastgesteld dat er niet naar inkomen lesgeld mag worden geheven. De gemeente heeft nu weer een andere manier gevonden om dat toch te doen. Wij blijven daartegen en zullen dan ook niet akkoord gaan met het feit dat er lesgelden worden geheven waarbij uiteindelijk inkomensafhankelijke bedragen betaald moeten worden, hoe wij het dan ook maar noemen. Wij zijn dan ook tegen artikel 15, 16, 18, 19, 20 en 21. De heer Hieastra: Voorzitter, ook van onze kant is er waarde ring voor het stuk zoals dat nu op tafel ligt, dat hebben wij ook in de commissie al uitgesproken. Daarbij hebben wij wel even de aarzeling uitgesproken om in te schatten in hoeverre de tariefsverhoging invloed zal hebben op de deelname in de 11

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1993 | | pagina 6