lokaal niveau hanteren van inkomensafhankelijke regelingen. Ik denk dat het weinig zinvol is om de discussie die daar in het verleden over gevoerd is te herhalen. Ik denk wel dat je zult kunnen zeggen als wij het hebben over vraaguitval dat ik verwacht dat als wij niet overgaan tot een inkomensafhanke lijke regeling er dan sprake zal zijn van veel vraaguitval, namelijk vanuit die categorie die het gewoon niet meer kan betalen. De heer Hiemstra heeft ook over de tariefsverhoging gesproken en wat dat voor de vraaguitval betekent. Ik ben daar op inge gaan. Hij heeft het over de Bult gehad, na een tijdje realiseerde ik mij dat hij bedoelde dat ons nog een vrij forse herwaarde ringstaakstelling naar de toekomst te wachten staat, de financiële rek is er wat dat betreft uit. Hij heeft in de stukken die daarover zijn verschenen kunnen lezen dat het college op 7 juni a.s. daar nadere besluiten over zal nemen. Ik denk dat wij die besluiten maar moeten afwachten. De heer Hoogcarspel heeft gesproken van een supermarkt van kunstzinnige vorming die zal ontstaan als de nieuwe vorm van samenwerking gerealiseerd wordt. Hij heeft gevraagd of je nu in de begroting rekening moet houden met een verhoogde vraag uitval. Wij waren dat niet van plan, omdat wij de inschatting hebben gemaakt dat wij met de huidige tariefsverhoging binnen de bandbreedte die in het land gehanteerd wordt blijven, dat het weliswaar een forse verhoging is maar dat die op te brengen moet zijn. Dan heeft de heer Brinks bij nader inzien een nieuw voorstel ontwikkeld met betrekking tot de inkomensgroepen die gehan teerd worden, waarbij zijn uitgangspunt iss hoe kun je er nu voor zorgen dat de verhoging voor elke categorie gelijk is. Hij heeft daar een vrij gedetailleerde beschrijving van gegeven. Ik heb van de mensen achter mij begrepen dat hij daarbij geen onwaarheden verteld heeft. Waar het om gaat is dat als je het maximale tarief als een maximum hanteert, omdat je nu eenmaal niet hoger kunt gaan, en je tweede veron derstelling is dat je de totale herwaardering die op kunst zinnige vorming door de raad is vastgesteld, voor een deel zoals aangedragen in het voorstel van de medezeggenschapscom missie van het Muziekinstituut, moet halen uit een tariefs verhoging en je wilt met een qua perceptiekosten zo goed mogelijk functionerende regeling werken en je wilt een gelijk percentage verhoging voor elke categorie, dan ontstaat er een tekort. Hij heeft over dat tekort gezegd dat wij geld verdie nen in 1993, dat kun je voor het eerste jaar inzetten. Hij heeft gezegd, in het tweede jaar is het allemaal zo onzeker 16 dan zullen wij het totaal moeten herzien, misschien leidt dat dan tot een tweede verhoging. Dat zij zo, dan heb je ten minste het gegeven dat je in twee keer gefaseerd verhoogd en niet in één keer. Ik denk dat je bij de vormgeving van een nieuw instituut van kunstzinnige vorming van een aantal gegevens uit moet gaan. Wij hebben conform de discussie en de besluitvorming in de raad in januari j.l. gezegd: er zijn een aantal elementen waar je die bezuiniging uit moet halen. Er is nadrukkelijk het college op het hart gedrukt om daarbij het voorstel van de medezeggenschapscommissie van het Muziekinstituut als uitgangspunt te nemen. Daar is een bepaald bedrag opgenomen dat een onderdeel van die bezuiniging moet zijn. Dat is ook een soortement leidraad, net zoals die andere bedragen bij de nadere uitwerking een leidraad zijn. Ik denk dat je daar nu niet aan moet knabbelen en dat je moet zeggen: dat is het uitgangspunt Dan heb je het eerste jaar, omdat je nu eenmaal in augustus 1993 begint, een meevaller. Ik vind het toch wat verkeerd om nu meteen te zeggen dat je met die meevaller het probleem van het eerste jaar op moet lossen. Wij kennen in deze gemeente een lijst van mee- en tegenvallers, die meestal alleen maar uit tegenvallers bestaat, ik denk dat hier sprake is van een meevaller. Het tweede element dat ik hierbij zou willen noemen is dat wij nog niet het voorstel hebben waarbij wordt aangegeven hoe de definitieve samenwerking er precies uit komt te zien. Dat nieuwe instituut zal vanuit een bepaalde structurele subsidie werken. Ik kan mij voorstellen dat daar bij de instelling ook nog wat hobbels te nemen zijn. Om nu het geld al een bestem ming geven, lijkt mij op dit moment geen goede zaak. Ik wil de raad afraden om de motie van de PAL/GL-fractie over te nemen (De heer Brinks: Mag ik vragen waarom de wethouder alleen maar de bedrijfseconomische uitgangspunten noemt voor het Muziekinstituut en niet het politieke uitgangspunt van een bijdrageregeling dat je de mensen met de laatste inkomens zoveel mogelijk wilt ontzien en waarom de wethouder zegt dat wij de meevaller eigenlijk nu al in zouden moeten boeken? Doe je dat dan niet over de rug van de minima heen, want op die manier komt het op ons over. Misschien dat de wethouder daar nog op zou kunnen antwoorden.) Ik vind dat de heer Brinks mijn woorden wat omdraait als hij zegt dat ik nu al over de rug van de minima (dat zijn alle maal hele grote woorden) een meevaller ga inboeken. Ik denk dat ik reageer op een voorstel van zijn kant om een inciden tele meevaller een bepaalde bestemming te geven. Ik heb gezegd dat wij in algemene zin bij de gemeente de lijn hebben dat wij dat niet doen, dat wij dat doen als wij zicht op het 17

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1993 | | pagina 9