willen vragen of dat beleid ook wordt voortgezet, dat staat
niet in de verordening als zodanig.
Verder zou ik u wil uitnodigen ons iets te willen toezeggen
ten aanzien van een evaluatie over het verloop van het geheel
rond deze speelautomatenhalDe verordening geeft daar ook
een aantal aanwijzingen voor, de vergunning kan eventueel
ingetrokken worden als er wijzigingen zijn opgetreden van de
omstandigheden waaronder die vergunning is verleend. Daarom
lijkt het mij goed dat wij hier afspreken, misschien kunt u
dat toezeggen, dat wij driejaarlijks een evaluatie krijgen
van de maatschappelijke inzichten en ontwikkelingen en met
name ook getoetst aan het verloop van de ontwikkelingen en
dat het aantal gokverslaafden dat wij in deze stad hebben ook
in die evaluatie wordt betrokken. Als u die toezegging kunt
doen, wil ik de motie graag intrekken.
Mevrouw De Haan: Voorzitter, voor ons is ook de maatschappe
lijke problematiek rond de gokverslaving het belangrijkste
criterium. In die zin zou ik ook heel erg voor een evaluatie
over de problematiek die zich voordoet zijn, of het aantal
gokverslaafden al dan niet toeneemt en dat dat op termijn ook
zou kunnen leiden tot het ombouwen van die ene gokhal die wij
hebben. Als die toezegging er komt, zouden wij ook daarmee
kunnen leven.
De heer Heins: Dat geldt voor ons net zo.
De heer Krol: Als de motie van de heer Greving in stemming
komt, zal een deel van mijn fractie die steunen. Maar wanneer
het zo is dat u die toezegging doe, is dat iet meer nodig,
omdat ook wij erop uit zijn om die ene gokhal dicht te krij
gen.
De Voorsitter: De toezegging die de heer Greving mij vraagt,
wil ik zelfs graag doen. Daar kan ik beter mee leven dan het
aan een termijn binden van de verordening, omdat dat een wat
wezensvreemd element bij een verordening is en je daarmee ook
een basis legt onder misschien allerlei procedures. Het is
wel denkbaar dat ik de vergunning bind aan een termijn, u
vraagt drie jaar dat lijkt mij een redelijke termijn. Daarbij
aantekenend dat deze omloop van die drie jaarlijkse periode
zal worden aangegrepen om een evaluatie te doen plaatsvinden
waarbij èn de maatschappelijke ontwikkeling in beschouwing
wordt genomen èn de ontwikkeling van de gokverslaving in
Leeuwarden. Het lijkt mij juist, ook om te voorkomen dat er
32
later allerlei verbazingen worden uitgesproken over andere
lijnen die het gemeentebestuur wenst in te slaan, dat deze
afspraken met de gemeenteraad ook ter kennis van betrokkene
worden gebracht en dat wij in ieder geval in het dossier dat
hierover gevormd is en al een behoorlijke omvang heeft gekre
gen en nog verder zal groeien, alle relaties van het besluit
van vanavond om te komen tot vaststelling van de verordening
zullen hechten, zodat het dan redalijk is vastgelegd. Ik denk
dat wij op zo'n manier heel goed een motivatie hebben wanneer
na drie jaar zou blijken dat er aanleiding is voor de gemeen
teraad op basis van ontwikkelingen om misschien zelfs de
verordening te wijzigen. Het zou ook nog een denkbare moge
lijkheid zijn dat je dan kunt zeggen, wij hebben dat ook
tijdig aangekondigd, wij hebben daar een traject voor uitge
zet, niemand kan ons verwijten dat wij niet zorgvuldig hebben
gehandeld. In die geest ben ik graag bereid de toezegging te
doen en mag ik aannemen dat de motie is ingetrokken.
Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezegging van
de voorzitter.
Punt 7 en 8 (bijlage nrs. 127 en 144).
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig de
voorstellen van b. en w.
Punt 9 (bijlage nr. 130).
De Voorzitter: aan de orde is Verwerving en vervreemding van
diverse onroerende zaken.
Over punt 20 is een discussie ontstaan die zodanig is dat het
ons verstandig voorkomt om punt 20 van agendapunt 9 af te
voeren.
Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van b. en w.met de aantekening dat punt 20 van de
lijst is afgevoerd.
33