buren in het verleden en heden om zoveel als mogelijk mee te werken, een opmerking met een onevenwichtige conclusie. Voor zitter, in dit besluit wordt weinig begrip getoond voor de bewoners van de Frans Halsstraat. Ten slotte zou ik willen opmerken, dynamiek voor de één is tragiek voor de ander. Helaas zullen wij ook deze avond weer moeten constateren dat de ganse eenheid van deze wereld bestaat uit tweedrachten. De heer Heins: De heer IJntema vindt de woorden "de onderne mer heeft zich tot het uiterste ingespannen" een beetje overdreven. Ik ben in de commissie al uitgebreid ingegaan op dingen die met het woonklimaat van de mensen aan de Frans Halsstraat te maken hebben. Ik heb in de tussenliggende periode ook met de ondernemer gepraat en hij heeft mij een aantal dingen uitgelegd wat hij allemaal heeft gedaan, alhoe wel dat niet allemaal in de raadsbrief staat. Hij zegt dat hij het afgelopen jaar heeft geprobeerd om een andere lokatie te vinden. Dat was eigenlijk ook een van de opmerkingen die ik in de commissie heb gemaakt, waarom nog zo'n buurtwinkel op deze plek? Het was veel beter geweest als een dergelijk bedrijf of winkel, die zo aan het groeien is, op een betere plek aan de rand van de wijk gesitueerd zou zijn. Hij heeft pogingen gedaan om aan de Schrans of Julianalaan terecht te komen, maar prijzen van f 1 f 2 miljoen zijn onmogelijk te betalen. Er is ook nog grond door de dienst ter beschikking gesteld waarop op dit moment geen winkelbestemming ligt maar kantoorbestemming, maar dan moest hij wel f 350,per vier kante meter betalen. Ook dat zijn bedragen die een winkel als deze niet kan opbrengen. Ik vertel dit even, omdat ik eigen lijk vind dat waar de ondernemer wil en waar het beleid op gericht is in feite niet kan. De feitelijke mogelijkheden van dit soort bedrijven om op de goede plek terecht te komen zijn er niet. Als je al twee-drie jaar aan het proberen bent een andere plek te zoeken en je kunt die niet vinden en je kunt die ook niet betalen, dan vraag ik mij af wat voor zin het heeft dat wij toch nog een dergelijke beleid voeren. Overleg met de omwonenden is er wel geweest, maar helaas veel te laat. Er had veel eerder overleg gepleegd moeten worden, ben ik van mening. Dat is misschien een foutje van de onder nemer, aan de ander kant neem ik dat ook de dienst een beetje kwalijk. Zij hadden, toen de ondernemer met het bouwplan kwam, met de indiener moeten praten over, je wilt zoiets op je achterterrein maar dat grenst aan terreinen van anderen. Waarom is niet tegen de ondernemer gezegd: ga eerst eens even praten met de bewoners in de buurt. Hij heeft mij verteld dat hem niet gezegd is dat hij dat moest doen, maar hij stak wel 36 de hand in eigen boezem door te zeggen dat hij dat achteraf gezien maar beter wel had kunnen doen. Maar ik vind dat een soort opvoedkundige taak voor de gemeente. Zij mogen dat best eens tegen indieners van bouwplannen zeggen. Een ander punt waar ik een opmerking over wil maken is dat de gemeente een mondelinge toezegging had gedaan, namelijk dat alleen het stempel van de Brandweer nog op de bouwvergunning ontbrak, maar dat was een formaliteit, zo werd gezegd. Van de ambtenaar kreeg de ondernemer te horen: "beginnen maar". Dat vind ik een hele kwalijke zaak, want toen hij begonnen was en de fundering had gelegd, brak het conflict in feite los. Of dit nu werkelijk gezegd is, ik heb het ook uit de tweede derde hand, daar wil ik de discussie niet op voeren, maar ik wil wel van de wethouder horen dat dit soort dingen in zijn algemeenheid absoluut niet kunnen. Als het kleine aangebouwde bijgebouwtjes zijn, mag de procedure van dit soort plannen een formaliteit zijn, maar bij uitbreidingen van 500 meter kan ik mij toch niet voorstellen dan men vanuit bouw- en woningtoezicht dit soort dingen zegt. Ik wil graag van de wethouder horen of dat zo is, want anders zijn wij op een verkeerde manier aan de gang. Ondanks de problemen, die wij toch eigenlijk met dit geval hebben, stemmen wij toch voor het voorstel dat hier ligt. Het blijft in grote lijnen toch een buurtwinkel, tweederde van zijn klanten komt uit de buurt. Ik vind dat in een stad waar zo'n 18 rijwielzaken zijn, waar eenieder zijn eigen territo rium heeft, je wel heel duidelijk kunt zeggen dat hij in ieder geval aan de wijk gebonden is. En om het feit dat hij geen kansen heeft gehad en gekregen om op een betere plek terecht te komen, vinden wij dat wij in goed fatsoen voor dit voorstel moeten zijn. De heer Timmermans (weth.Voorzitter, het is al aangegeven, over dit voorstel is vrij uitvoerig zowel in de commissie als ook buiten de commissie met alle betrokkenen gesproken. Ik denk niet dat het verstandig is om alle punten nu weer na te gaan lopen. Ik constateer, in reactie op wat de heer Schreuder namens de D66-fractie naar voren heeft gebracht dat hij de bebouwing hoger dan drie meter strijdig met het woongenot acht, toch het feit dat ook het huidige bestemmingsplan dat wat nu wordt voorgesteld meer dan mogelijk maakt, zij het over iets minder breedte. Maar het argument van de hoogte geldt in het huidige bestemmingsplan, dan is gewoon een recht. De heer IJntema heeft geworsteld met zijn verschillende zielen, zo heb ik begrepen. Ik heb overigens ook altijd 37

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1993 | | pagina 19