De Vooriitter: Aan de orde is de stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 19 (bijlage nr. 133). De Vooriitter: Aan de orde is Aanvaarding schenking Commissie Torenfonds c.q. realisering kunstwerk Oostergoplein De heer Ten Hoeve: Mijnheer de Voorzitter, Leeuwarden is nooit gelukkig met zijn torens geweest, de Oldehove zakte scheef en werd niet, zoals de bedoeling was, de hoogste toren van Nederland; de spits van de Bonifatiustoren waaide er af; de spitsjes van de Hervormde kerken zijn verdwenen; kerk en toren van Nijenhove zijn gesloopt en de Nieuwe Toren op het Klokplein zakte ook al na een storm aan het eind van de 19e eeuw scheef en is afgebroken, het enige dat overbleef is een windwijzer die nu in het Fries Museum bewaard wordt. De afbraak van de Nieuwe Toren heeft gemaakt dat er toentertijd een comité is opgericht, dat nogal veel moeite met bouwsteen tjes enz. heeft gedaan, een fonds te vormen om te komen tot een nieuwe toren, een nieuwe Nieuwe Toren, maar dat is er nooit van gekomen. Zij hebben overigens een aanmerkelijk bedrag ingezameld. Dat was niet weg, want daarvan is een deel gebruikt voor het koepeltje van het Stadhuis, dat er niet zo best aan toe was en er is een bedrag gegeven aan de Boni fatiustoren. Maar er bleef nog een aanmerkelijk bedrag over en dat is nu bestemd voor een groot kunstwerk op het Ooster goplein. Wij willen het bestuur van het Torenfonds bedanken voor deze schenking en wij denken dat dat echt een verrijking van een van de toegangen van de stad is. Ik zou bijna de wens willen uitspreken dat wij in de toekomst op al onze pleinen van dit soort kunstwerken krijgen en dan liefst via een geschenk. Ik wil toch nog een paar opmerkingen maken, die overigens in de commissie ook al zijn gemaakt, maar wij willen die toch, omdat wij ze van belang vinden, in de raad herhalen. Bij het voorstel van het Oostergoplein is sprake van de schenking van het kunstwerk, maar als gemeente nemen wij de fundering voor ons rekening, f 25.000,Dan staat er ook nog een zinnetje in de raadsbrief: "het geheel zal uitgevoerd worden onder verantwoordelijkheid van het college". Dat betekent dat er natuurlijk heel goed gelet moet worden op bewaking van de 48 kosten. Maar ik vind de opmerking het belangrijkste dat wij hier niet hebben gezegd: wij krijgen f 140.000,en binnen dat budget moet alles gebeuren, daar moet alles in zitten. Dan maak ik met uw goedvinden eventjes een sprongetje naar punt 20 waar eenzelfde type opmerking valt te maken. Bij het vrouwenmonument is begonnen met f 30.000,later is dat verhoogd naar f 40.000,intussen ligt een voorstel om f 62.000,beschikbaar te stellen. Weer een verhoging van wat oorspronkelijk de bedoeling was. Wij weten dat daar dekking voor is, maar verhoging van dit soort posten betekent dat andere kunstwerken niet gerealiseerd kunnen worden. Wij willen er naar toe dat wanneer voor een bepaald kunstwerk een budget wordt vastgesteld, ook binnen dat budget gebleven wordt. Het is een aantal keren vaker gebeurd dat er toch weer verhogingen optreden. Het beschikbare bedrag moet taakstel lend zijn. Bij dit laatste kunstwerk valt overigens ook nog op te merken dat de procedure op zich in 1989 is gestart, er is vier jaar over heen gegaan en - dat geldt dan weer voor beide - als je ziet wat voor administratieve begeleiding en wat voor procedures hier allemaal aan te pas komen, dan denk ik dat je er nog een redelijk bedrag bij kunt optellen aan ambtelijke kosten. Wat dat betreft zouden wij er ook voor willen pleiten om die proceduregang te bekorten en te bezien of bepaalde, natuurlijk heel belangrijke, adviescolleges toch korter of minder kunnen adviseren waardoor de realisatie wat sneller plaats kan vinden. Nog een opmerking is, dat het ons op zich een aardige gedach te leek dat het jublieumfonds de gemeente een aardig koepel tje wilde schenken in de Prinsentuin, maar doordat de archi tect en de kunstenares elkaar niet konden vinden, dat er niet uit is gekomen. Ik denk dat wij het nog wel leuk zouden vinden wanneer wij dat geschenk zouden kunnen krijgen. Dus ik zou het college willen vragen of er met het jubileumfonds, weliswaar niet in dit kader, nog overleg te plegen is voor toch een koepeltje in de Prinsentuin. Mijn laatste opmerking is, dat gezien de lange weg wij ak koord gaan met beide voorstellen, maar dat wij bij volgende voorstellen moeilijk zullen kunnen accepteren dat er weer van dit soort uitloopbedragen te voorschijn komen. De heer Oreving: Ik wou mij voor wat betreft agendapunt 19 van harte aansluiten bij wat de heer Ten Hoeve heeft gezegd. Ik neem aan dat agendapunt 20 hierna aan de orde komt, daar wil ik een aparte bijdrage over geven. 49

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1993 | | pagina 25