lingen waartoe wij hebben besloten voor de dienst haalbaar
zouden zijn ook zonder deze herstelactie. De directeur heeft
in elk geval naar mij toe altijd zeer goed het tegenoverge
stelde beweerd, namelijk pas als er sprake is van een uitke-
ringsfabriek, als alles op rolletjes loopt, kun je goed
praten over efficiëncyvoordelen en is het verantwoord om zo'n
herwaarderingstaakstelling in te voeren. Wij hebben als
college dan ook besloten dat begin volgend jaar de directeur
daarover moet rapporteren, tegen de achtergrond van het
succes van het herstel dat nu geboekt wordt als deze acties
plaatsvinden.
Dan de vraag of je de eenmalige investering van deze actie
wel of niet daar aan toe kunt voegen. Daar kunnen wij heel
uitgebreid over discussiëren, maar ik denk dat mevrouw Garms
de spijker op z'n kop sloeg toen zij zei, als het verhaal
waartoe wij nu verplicht zijn en waarbij wij op dit moment
met een project bezig zijn om dat te realiseren, er toe leidt
dat wij grote sommen geld binnen krijgen, komen die allemaal
ten gunste van de algemene middelen voor zover het onze
bijdrage is en wij ze niet aan het rijk hoeven af te dragen.
Of wij dat nu als taakstelling formuleren of niet, dat ge
beurt gewoon. Dus in die zin is een taakstelling alleen maar
relevant, kun je zeggen, als het betekent dat de Sociale
Dienst met minder mensen hetzelfde werk moet doen. (De heer
Burg: Voorzitterwanneer er in ieder geval van het grote
bedrag dat in de algemene middelen zou komen een bedrag van
f 3 ton gereserveerd is wat nu extra voor de Gemeentelijke
Sociale Dienst moet worden uitgetrokken, zie ik niet waarom
aan de ene kant een groot bedrag wel in de algemene middelen
gestort wordt, terwijl wij er nu f 3 ton uithalen wat er
helemaal niet meer inkomtDat is juist de grondslag van ons
voorstel.) De heer Burg legt de taakstelling op, hij stuurt
als het ware de toekomst. Wij denken dat die toekomst wat
minder stuurbaar is.
De heer Burg is begonnen met nog eens te herhalen dat hij
vindt dat de commissie eerder op de hoogte gesteld had moeten
worden. Ik heb in mijn eerste termijn gezegd dat de commissie
al op de hoogte gesteld was, dat heb ik ook drie keer in de
commissie nadrukkelijk aangegeven en onderbouwd. Ik heb niet
de indruk dat ik de heer Burg nog van mijn gelijk kan over
tuigen. Voor de vierde keer zal ik die poging niet wagen. (De
heer Burg: Een aantal knelpunten is toch heel wat anders dan
de rapportage waar ik hier op doel? Dat zal de wethouder
moeten toegevenIk vraag mij af of de heer Burg de knelpun
ten die ik genoemd heb, dat was een stuk van zo'n acht blad
zijden, vergeleken heeft met de rapportage die hij later
gekregen heeft, want daar stond wat de problemen betreft,
denk ik, voor 95% hetzelfde in. Maar dat vechten wij dan nog
wel eens buiten deze raad uit.
30
De heer Burg heeft aangegeven dat zijn interpretatie van het
rapport en de algemene beoordeling die hij geeft aan het
functioneren van de dienst gedurende een aantal jaren, dat
anderen dat anders kunnen lezen dan hij het gelezen heeft. Ik
denk dat de bespreking hier in de raad wel aangeeft dat je
het inderdaad anders kunt lezen en in elk geval dat die
andere manier van lezen meer oog voor de toekomst biedt dan
de manier waarop hij dit leest.
Mevrouw Garms is ingegaan op het antwoord van wethouder.
De heer Biemans en de heer Den Oudsten hebben op de heer Burg
gereageerd en de heer Greving heeft de motie van de WD-
fractie ondersteund.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over de motie
ingediend door de heer Burg.
De motie van de heer Burg van de WD-fractie wordt verworpen
met 5 tegen 31 stemmen. Voor stemden de leden van de WD- en
GPV/RPF/SGP-fractie.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over punt 11.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van b. en w.met de aantekening dat de WD-fractie
geacht wil worden tegen punt 2 van het besluit te hebben
gestemd.
Punt 12, 13 en 14 (bijlage nr. 168, 175 en 171).
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig de
voorstellen van b. en w.
Punt 15 (bijlage nr. 179)
De Voorzitter: Aan de orde is Wijzigen concernbegroting voor
het dienstjaar 1993.
De heer Brinks: Het gaat over punt 2 op bladzijde 3, Aanvul
lend reclamebudget voor het sport- en recreatiebad De Blauwe
31