toen gebeurd is wat er toen gebeurd is en waarom het gebeurd is. Daarom hebben wij wat dat betreft geen behoefte aan dat onderzoek dat de PAL/GL-fractie voorsteltMaar als de heer Heins dat zelf niet kan, is dat een ander verhaal, ik spreek alleen voor onszelfVele zaken zijn best redelijk te ver klaren, dat geef ik ook wel toe, alleen het punt is dat wij in deze raadsperiode zijn geconfronteerd met een opeenstape ling van overschrijdingen, met een opeenstapeling van tegen vallers en elke keer is er over één bepaald onderwerp gepraat en is dat ene onderwerp hier ter discussie gekomen. Wat nog nooit ter discussie gekomen is, is de rol van de raad daarbij in algemene termen. (Mevrouw De Baan: Ik denk dat wij het nu over dingen hebben waar het om gaat. De heer Krol zei, daar ben ik het mee eens: wij wisten het precies, het is uitste kend uitgelegdwaarom er bepaalde tegenvallers kwamen. Ik denk niet dat het waar is dat wij geconfronteerd zijn met aan één stuk door maar tegenvallersDat is een beeld dat over dreven wordt. Maar nogmaalsik denk dat wij het eens zijn over het feit dat het hartstikke vervelend is dat het ge beurt De enige vraag waar wij ons druk over maken is hoe voorkom je het en welke aanpak kies je dan. Daar lopen onze meningen over uiteen. Hoe voorkom je dat dit soort dingen gebeurenwant dat het vervelend is, dat vinden wij alle maal.) (Mevrouw Van Ulzen: Daar heeft mijnheer Heins toch volkomen gelijk in, je kan toch niet zeggen het verleden heeft nu plaatsgevonden, wij gaan eens kijken hoe wij het kunnen voorkomen(Mevrouw De Baan: Met die analyse weten wij exact dat er met name door het college alles aan gedaan is, door heel openhartigiedere keer weer iedere overschrij ding, alles op een rijtje te zetten. Dat weten wij dus wel.) (Mevrouw Van Ulzen: Nee, mevrouw De Haan, dat weten wij niet. In 1989 heeft mijnheer Kessler van uw partij nog gesproken over een bezuiniging van f 5 miljoen die toen nodig was, dat bedrag zijn we niet ergens tegen gekomen. Ik weet het niet, ik kan het er niet uithalenIk weet wel dat mevrouw De Haan in 1989 bij de algemene beschouwingen gejuicht heeft dat er nu een nieuwe regering was en dat er nu veel meer geld van de overheid kwam en dat zij nooit meer in de problemen zou komen. Dat heeft mevrouw De Haan gezegd.) (De Voorzitter: Ik moet wat orde zien te scheppen in deze regen van interrup ties. Ik verzoek de heer Heins zijn betoog te vervolgen.) Ik vind het wat gemakkelijk om te zeggen, wij kunnen alles verklaren. Ik denk dat er heel wat verklaringen ook redelijk snel op tafel te leggen zijn, maar waar wij vooral op aan koersen is het verhaal van als je naar het functioneren van de raad daarbij kijkt, zou je dan niet op een bepaalde manier in bepaalde gevallen meer moeten sturen en in andere gevallen minder moeten sturen. Mevrouw De Haan gaat er in haar voor stellen vanuit dat je als raad altijd moet sturen. Misschien 52 was het zinvoller geweest achteraf dat je niet had gestuurd, maar dat weet je niet dan moet je eerst die zaak eens op een goede manier onderzoeken en de parallellen die tussen al die verschillende overschrijdingen hebben plaatsgevonden proberen te ontdekken. Het is mij opgevallen dat zij het in haar betoog heeft over, waar wij het hebben over overschrijdingen en tegenvallers, incidenten. Het zouden incidenten zijn waardoor wij in de financiële problemen zijn gekomen. Ik denk dat het structurele problemen zijn waar wij mee te maken hebben. (Mevrouw De Baan: Als het over incidenten gaat, gaat het over de werkwijze en de lijst van voorbeelden die de heer Heins daarbij gehouden heeft.) Ik kom toch op een bedrag van enkele tientallen miljoenen. (Mevrouw De Haan: Wat ik veel belangrijker vind is dat wij het eens zijn over dat er hel derheid moet komen over wat exact de taak van de raad is, op welke punten je stuurt en op welke punten niet. Ik vind het heel nodig dat die discussie plaatsvindtDe vraag is alleen of je daar een onderzoek naar moet gaan doen aan de hand van een aantal gevallen die zich hebben voorgedaan. Ik denk bij mijzelf dat wij best als raad die discussie van hoe wij als raad willen sturen op welke punten, wanneer en op welke processenconcreet inhoud kunnen geven. Dat is wat ik gepro beerd heb met het voorstelNeem nu dat uitvoeringsproces zo meteen van al die maatregelen ter verbetering van de fin&nci- ele situatieWij gaan nu een periode in waarin al die maat regelen moeten worden uitgevoerdZorg nu als raad dat je daar bovenop zit, de vinger aan de pols houdt, maar ga alstu blieft heel nadrukkelijk kijken wat je daarin als raad tot jouw verantwoordelijkheid neemt en ga niet op de stoel zitten van uitvoeringsachtige zaken enz. Vandaar dat ik een aantal aspecten heb genoemd die ik daarin wil betrekken die naar mijn idee de verantwoordelijkheid van de raad aangaan. Ik ben het met de heer Heins eens dat die taakafbakening helderder moet en dat wij ook naar onszelf moeten kijken. De vraag is alleen of je daar zo'n onderzoek voor nodig hebt zoals de heer Heins suggereertDat is dan een kwestie van inschat ting. Wij pretenderen niet dat alle antwoorden al op tafel liggen en bovendien ook al liggen ze op tafel, ze liggen altijd op tafel op een moment dat wij midden in dat proces bezig zijn. Ik denk aan het verhaal van de Westerkerk of de nieuwe Harmonie of het Stadskantoor. Het is altijd van belang dat je op een gegeven moment wanneer het project is afgerond nog eens terug kijkt om te proberen te achterhalen wat de lessen zijn die wij eruit kunnen leren. Maar ik hoor van mevrouw De Haan dat zij haar lesje al geleerd heeft, dan zie ik toch graag eens van de PvdA-fractie een overzicht van de lessen die zij uit het verleden heeft geleerd, want ik denk dat er vele zijn. 53

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1993 | | pagina 27