heer Greving heeft gesproken, dat is een samenvatting van wat
ik in tweede termijn wilde zeggen. Ik denk dat het primaat
moet liggen bij de Commissie Middelen en zolang de Commissie
Middelen niet uitdrukkelijk heeft aangegeven dat zij die taak
niet aan kan, denk ik dat wij een stap te ver gaan. Daarom
wijzen wij die eerste motie af.
De tweede motie. Mevrouw De Haan heeft gesproken over de
denkrichting. Die denkrichting kunnen wij best onderschrij
ven, alleen waar het daarbij om gaat is de evaluatie van het
beleid. Daar zijn wij het volstrekt mee eens, wij hebben
gezegd dat je dat voortdurend moet doen. Maar in een groot
aantal gevallen mis je in beleidsvoorstellen nog toetsbare
elementen. Als je wilt evalueren zal je op z'n minst toetsba
re elementen in moeten bouwen. Wij zijn van mening dat dat
best in functionele commissies zal moeten kunnen. Dus op dit
ogenblik hebben wij nog geen behoefte aan deze motie, maar de
denkrichting, daar heeft mevrouw De Haan naar gevraagd,
kunnen wij onderschrijven.
De heer Krol: Voorzitter, ik heb weinig toe te voegen aan wat
ik in mijn eerste termijn heb gezegd. De heer Heins heeft mij
ook geen aanleiding gegeven om daarop terug te komen, nog om
daar anders over te denken. Wat dat betreft heb ik niets toe
te voegen.
Blijft over de reactie op de twee moties van de PvdA-fractie.
Motie 1 gaat over de begeleidingscommissie uit de raad enz.
Wij hebben niet voor niets met elkaar gesproken in de Commis
sie Middelen over het proces dat wij zijn ingegaan, de Ver
kenningennota, knelpuntenanalyse en dergelijke. Wij hebben,
dat heb ik in mijn eerste termijn betoogd, een en andermaal
aangedrongen op het inschakelen van de Commissie Middelen
daarbij om zo spoedig mogelijk wanneer er iets klaar is mee
te denken en mee te sturen. Dat is toegezegd, daar hebben wij
alle vertrouwen in en daar blijven wij voorlopig bij.
Vandaar dat wij geen behoefte hebben aan de eerste motie.
De tweede motie zullen wij ook niet steunen, maar daarbij wil
ik wel een aantal kanttekeningen en opmerkingen maken.
Het idee van evaluatie is ons niet onsympathiek en zou eigen
lijk een taak moeten zijn van elke functionele commissie die
er is. Dat zou een blijvende taak moeten zijn van een commis
sie. Maar daarvoor heb je een aantal elementen nodig, de heer
De Jong heeft daar ook over gesproken, produktbegroting,
produktbewaking en, niet onbelangrijk, meetbare doelen, omdat
je anders niet weet waar je aan begint. Dan kan je wel heel
wat evalueren, maar dan schiet je niet zoveel op. Dus wat mij
betreft brengen wij het idee van evaluatie in het verhaal van
58
Verkenningennota, knelpuntenanalyse en nemen dat mee in de
Commissie Middelen en komen daar te zijner tijd op terug en
kijken dan wanneer de voorwaarden daarvoor zijn vervuld of
wij daar wel of niet mee beginnen. Ik zei al, wij staan daar
niet onsympathiek tegenover, maar zoals de stand van zaken nu
is zullen wij de motie niet steunen.
(De heer Beina: Die tweede motie van de PvdA-fractie gaat
helemaal niet over financiën, die gaat over beleidsevaluatie
Als je dat zou moeten uitwerkenmoet je dat in de Commissie
Algemene Zaken doen.) Daar heeft de heer Heins gelijk in.
De heer Oreving: Voorzitter, ik wil eerst even stilstaan bij
het voorstel van de PAL/GL-fractie.
De heer Heins heeft mij gevraagd of er dan niet geanalyseerd
moet gaan worden hoe de situatie geweest is, hoe die tot
stand gekomen is, of je dat niet aan de hand van concrete
voorbeelden zou moeten doen. Ik zie daar toch niet zoveel
heil in. Waarom niet? Omdat wij daar denk ik niet veel verder
mee zullen komen dan nog eens de standpunten tegen het licht
te houden die wij zelf ingenomen hebben als fracties bij
bepaalde punten. Ik zie niet dat daar winst uit te halen is.
Eerlijk gezegd alleen verliezers, dat partijen misschien
zeggen dat het anders had gemoeten, maar zij zullen toch niet
gauw hun ongelijk bekennen. Ik denk ook dat die analyse van
de problematiek bij bepaalde activiteiten en projecten die
wij bij de kop hebben gehad, niet goed door onszelf kan
plaatsvinden, maar dat die analyse straks gegeven zal gaan
worden. Wat dat betreft zal het financiële beleid juist ook
inzet van de verkiezingen zijn, daar zit ik niet over in. Er
zijn gelukkig ook een aantal fracties die daar met frisse
moed tegen aan gaan. Er zijn een aantal fracties die heel wat
uit te leggen hebben. Het verhaal dat ik hier hoor, doet mij
toch al een beetje denken aan wat verkiezingskoorts. (De heer
Brinka: De heer Greving heeft het over, anderen zullen wel
een analyse maken. Wie zijn die anderen?Dat zijn de kie
zers, die zullen een analyse maken van het beleid dat de raad
in deze samenstelling heeft gevoerd en ook naar aanleiding
van de plannen die wij voor de toekomst hebben. Wij hoeven
ons daar geen illusies over te maken, dat zal gebeuren.
Het voorstel dat oorspronkelijk voorlag in de Commissie
Middelen beoogde om eventueel de werkwijze van de raad ook
ten aanzien van taakverdeling tussen commissies misschien wat
bij te sturen en dat aan de hand te doen van hoe wordt dat
bij de verschillende diensten ervaren, de communicatie, hoe
besluiten tot stand komen, waar liggen de knelpunten. Natuur
lijk komen daar actuele punten aan de orde die in het verle
den gespeeld hebben, maar dat is niet de inzet van dat onder
zoek. Nu ligt er een voorstel van de PvdA-fractie om met een
59