rumoerige vrienden op de publieke tribune, die u uitgeleide
deden.
Als ik nog even de omstandigheden uit 1983 in Leeuwarden aan
mag halen, blijkt dat er in de loop van tien jaar nog steeds
geen einde is gekomen aan de grote werkeloosheid en men nog
steeds als gevolg van rijksmaatregelen dient te bezuinigen.
In uw installatierede gaf u al aan grote waarde te hechten
aan het contact met de bevolking, mevrouw Vlietstra heeft
daar ook al op gewezen, maar ik wil het toch niet onbesproken
laten. Dat hebt u in de loop der jaren ook duidelijk laten
zien. Wonende in de binnenstad kon men u regelmatig in het
stadscentrum aantreffen, vriendelijk en aanspreekbaar.
Verder heeft u veel contacten gelegd met het bedrijfsleven en
zijn door u tal van openingen en ingebruikstellingen ver
richt
Ik zou mijn verhaal in het bijzonder willen toespitsen op uw
functioneren in de raad en de door u voorgezeten commissies.
Uw eerste echte werkraadsvergadering vond plaats op 27 juni
1983. Meteen een dijk van een agenda, met punten als het
pleinafsluitend gebouw, dat met 21 stemmen voor en 14 tegen
werd aangenomen en daarnaast de bodemsanering van het Hoek-
sterend. Het eerste is een succes geworden, het tweede is nog
steeds een blok aan ons been.
Verder is er al niet veel veranderd, want ook toen klaagde
Hempens over de aanwezigheid van hekkelzoden en baggerspecie.
De behandeling van het punt mededelingen vergde al ruim een
uur, u wist meteen wat u te doen stond en later slaagde u er
in de behandeling van de ingekomen brieven drastisch te
beperken. Het hoeft dan ook geen betoog dat deze eerste
raadsvergadering met in totaal 49 punten, de volgende avond
werd voortgezet. Er zouden nog vele lange raadsvergaderingen
volgen
Met opzet heb ik deze eerste raadsvergadering als voorbeeld
aangehaald, u hoeft niet bang te zijn dat ik in dit af
scheidswoord alle vergaderingen te berde zal brengen.
Wat de lengte van vergaderen betreft bent u er als voorzitter
in geslaagd hier een flinke beperking in aan te brengen.
Door wijzigingen in het commissiestelsel vindt daar de voor
bereiding van de raadsvoorstellen plaats en konden de eigen
lijke plenaire zittingen aanzienlijk bekort worden, zonder
aan de kwaliteit van de behandeling tekort te doen.
Als er bij het indienen of formuleren van moties iets mis
dreigde te gaan, was u er als de kippen bij om een en ander
recht te zetten en u schroomde niet om, vaak nuttige sugges
ties te doen teneinde het desbetreffende raadslid voor mis
stappen te behoeden. Ik dien tevens te vermelden dat u altijd
bereid was zowel individuele raadsleden als fracties te
helpen bij het indienen van een verzoek tot het houden van
13
een interpellatie en de daartoe te volgen wettelijke weg.
Het reglement van orde als zowel het "smalle boekje" (de
Gemeentewet) waren daarbij tot grote steun. Dat laatste
boekje was er zelfs de oorzaak van dat u mevrouw Garms bij
haar afscheid enkele druppels van uw eigen bloed schonk.
Welke burgemeester is daartoe bereid 1
Als ik zo de afgelopen tien jaar overzie, mijnheer de Burge
meester, hebt u duidelijk een stempel gedrukt op het raads
werk in Leeuwarden. Soms ging een raadszitting met verbijste
rende snelheid, maar ook vaak moest u zich inhouden om niet
in te grijpen als men elkaar over en weer onderbrak. De een
was daar handiger in dan de ander, waarbij u trachtte de zaak
op zijn beloop te laten zonder direct ingrijpen, u was soms
wel bijzonder lankmoedig.
Uw voorganger, de heer Brandsma (hij is hier gelukkig in de
zaal aanwezig), uitte zijn ongeduld door op zijn stoel heen
en weer te gaan schuiven, u deed dat door veelvuldig keelge
schraap (hm, hm).
Tijdens de begrotingszittingen werden vaak veel moties inge
diend. U had dan de gewoonte deze te nummeren en de volgende
geijkte zin uit te spreken: "Ik geef deze motie nummer zo
veel, deze maakt deel uit van de beraadslagingen." Dat was
een vaste zin van u, daar konden wij op bouwen, u nummerde de
moties. Soms trachtte u er ook wel wat moties tussenuit te
krijgen, maar dat is een ander verhaal.
In uw beginjaren in Leeuwarden werden er ter voorbereiding
van de begrotingszitting zogenaamde afdelingsvergaderingen
gehouden. Dat vergde van u zes avonden, soms tot het midder
nachtelijk uur. Gelukkig is ook daar onder uw leiding een
eind aan gekomen. De taken zijn nu beter verdeeld.
Over de begrotingszittingen zelf moet mij nog een ding van
het hart dat ik als zeer positief heb ondervonden. Nu richt
ik mij specifiek tot u mevrouw Te Loo. U woonde altijd de
eerste middag van de begrotingszittingen bij ten einde de
algemene beschouwingen van de fractievoorzitters aan te
horen, vaak een brij van woorden. Ik heb het zeer in u ge
waardeerd dat u zich deze opoffering wilde getroosten.
Door het feit dat u hierdoor op de hoogte was van de hoofd
punten van beleid voor het komende jaar, kon uw man altijd
met zijn verhaal op de Nieuweburen terecht, zonder dat u zich
buitenstaander voelde. Door deze opvang werd uw man weer
gesterkt om met hernieuwde moed verder te gaan.
Naast voorzitter van de raad, mijnheer de Burgemeester, was
u tevens voorzitter van de Commissie Algemene Zaken en Open
bare Orde. Vooral in de laatste commissie heeft u nog al eens
kritiek aan moeten horen over het functioneren van de politie
en de wens meer politie op straat te krijgen ter bestrijding
van de kleine criminaliteit in het centrum. Wanneer daar,
14