De heer Heins: Ook de PAL/GL-fractie is het eens met de reactie van b. en w.met name onze complimenten voor de intergemeentelijke reactie op het streekplan. Het ontwikkelingsperspectief Westergo-zone is een goede invulling c.q. uitwerking van het streekplan. Ik denk dat het zo in de toekomst gezien moet worden, niet een tegenzet maar een uitwerking, niet een actie tegen het streekplan, maar een uitwerking van. In de afgelopen maanden heeft het college alle ruimte gekre gen om het Westergo-plan tot ontwikkeling te brengen, ik heb het dan met name over het MTC. Onze complimenten voor het resultaat, de "letter of intent" zoals die is opgesteld lijkt mij een goede zet voor de toekomst. De wethouder heeft het al uitgesproken in de Commissie Stads ontwikkeling, maar toch zou ik graag willen - want je weet nooit wat daarvan nog in de commissie op papier terecht komt - dat de wethouder nog een keer de toezegging wil doen om de raad en niet alleen de raad maar ook de drie commissies die hierbij betrokken zijn: dan heb ik over de invulling van de MTC in de Commissie Economische en Sociale Zaken, de Commissie Stadsontwikkeling en de Commissie Stadsbeheer en Milieu, alle drie op de een of andere manier bij de verdere totstandkoming van het MTC te betrekken. Want ik denk dat er nog gediscussieerd moet worden over hoe, wat, waarom en op welke plek. De heer Hoogeveen: Voorzitter, inhoudelijk is mijn fractie volledig akkoord met de reactie zoals die door het college voorgesteld wordt. Terecht wordt geconstateerd dat Leeuwarden als stedelijk knooppunt wel erg mager uit de verf komt in het Streekplan Friesland zoals dat nu in ontwerp voorligt. De complimenten, zoals die gemaakt zijn ten aanzien van de ontwikkeling van de plannen rond de Westergo-zone, wil ik mij graag bij aansluiten. Ik vind het erg goed dat zo snel op de ontwikkelingen is ingespeeld. Als kritiekpunt gaf mevrouw Tiemersma terecht aan dat wij misschien op sommige punten niet altijd even snel overal bij hebben gezeten, misschien moeten wij in de toekomst daar wat duidelijker vooraan gaan zitten. Eén kritische opmerking zou ik toch nog willen maken, ik heb die in de commissie ook al gemaakt. In het heetst van de discussie hebben wij af en toe wat twijfel gehad of de toon zetting zoals die door het college is gekozen wel tactisch de meest verstandige was. Ik heb begrepen dat in een bijeenkomst tussen ons college en het College van GS de lucht inmiddels wat opgeklaard is. Ik hoop dat daar wat meer mogelijkheden 22 uitkomen, zodat de discussie wat zakelijker kan worden. Rest mij niets anders dan mij aan te sluiten bij de opmerkin gen van mevrouw Jongedijk die het college succes wenst in haar pogingen om nog meer voor Leeuwarden binnen te slepen in het streekplan. De heer Timmermans (weth.): Voorzitter, alle sprekers zijn akkoord met de reactie die het college heeft voorbereid ten aanzien van het provinciaal bestuur. Ik denk dat wij heel blij met die constatering zijn. Ook is van verschillende kanten waardering uitgesproken voor de totstandkoming van de Westergo-zone, ook dat is denk ik een goede zaak, want wij zijn op dit moment heel hard bezig met de nadere uitwerking. Ik kom daar dadelijk nog even op terug. Algemeen wordt ook de constatering onderschreven dat in het ontwerp-streekplan de positie van het stedelijk knooppunt ondergewaardeerd is, immers in de provinciale benadering is de waarde, het belang van het stedelijk knooppunt als cen trumgemeente, gelijk gesteld aan die van andere centrumge meenten. Dat is in feite een ontkenning van het door het rijk ook vastgestelde bovenregionale belang van een stedelijk knooppunt. Het concept dwingt gewoon een andere hiërarchie af, het is hoger abstractieniveau dan de vergelijkbare cen trumgemeenten zoals die in het streekplan naar voren zijn gebracht. Wij hebben dat een en andermaal ook naar voren gebracht in de richting van het College van Gedeputeerde Staten. Tot op heden hebben wij hen niet kunnen overtuigen. Ik denk dat wij dat punt voortdurend naar voren zullen moeten brengen. De reactie van rijksoverheid is voor ons wat dat betreft een ondersteuning. Mevrouw Jongedijk heeft vervolgens gevraagd of het niet verstandig is om in het besluit ook de reactie van het stads gewest op te nemen en daarmee in te stemmen. Dat had gekund, er is een klein verschil, dat is ook de enige verklaring waarom het niet gebeurd is. De reactie van het stadsgewest is een integrale zelfstandige reactie geweest, waar het hier om gaat is dat de gemeentelijke reactie een aanvulling is en dat het ook niet losgekoppeld kan worden, van de reactie van de Westergo-zone-gemeenten. Dat is de enige verklaring, maar in de tekst zult u op pagina 1 zien dat daar inhoudelijk over eenstemming over bestaat. Met de heer Heins heeft mevrouw Jongedijk ook gepleit voor het bereiken dat de Westergo-zone plannen worden gezien als een uitwerking van het streekplan. Ik ben het eens met de heer Heins als hij constateert dat dat niet als reactie op 23

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1993 | | pagina 12