Punt 22 (bijlage nr. 193).
De Voorzitter: Aan de orde is Goedkeuring jaarrekening 1992
van de Stichting Gemeenschappelijke Kredietbank Friesland.
De heer Graving: Mevrouw de voorzitter, de Gemeenschappelijk
Kredietbank is in de commissie ook aan de orde geweest. Er is
daar ook gesproken over de wat zorgelijke ontwikkeling als
het gaat om de betalingsachterstanden die er op dit moment
zijn, die dreigen wat op te lopen. Wat dat betreft wil ik
toch wel onder de aandacht brengen dat het van belang is dat
wij er naar blijven streven - en het bestuur van de stichting
uiteraard ook - dat wij zoveel mogelijk proberen betalings
achterstanden te voorkomen. Dat vraagt een nauwkeurige admi
nistratie, maar dat zal ongetwijfeld, gezien de accountants
verklaring, in orde zijn.
Een zorgelijke ontwikkeling is tegelijkertijd dat het aantal
schuldregelingsverzoeken toeneemt, alhoewel er voor Leeuwar
den een afname is te constateren als je de cijfers 1991 en
1992 vergelijkt. Wij hebben er nog geen duidelijk zicht op
waar dat aan ligt.
Ik heb in de commissie nog wel een opmerking gemaakt over de
inbreng die Leeuwarden levert in het totale krediet dat de
bank op deze manier weer beschikbaar kan stellen, dat in
verhouding erg hoog is. Met de vaststelling van deze jaarre
kening komen wij tegelijk tot de conclusie dat het bedrag dat
Leeuwarden beschikbaar Btelt om deze bank te laten functione
ren niet alleen uitstijgt boven het bedrag dat in Leeuwarden
weer uitgezet is, daar zit meer dan f 2 miljoen tussen, maar
het tegelijk zo is dat wij met het bedrag dat wij op dit
moment beschikbaar gesteld hebben in deze bank, het bedrag
wat het college vraagt onder agendapunt 28 reeds hebben
overschreden. Ik kom daar straks bij punt 28 op terug.
De heer Janssen (weth.De heer Greving heeft niet gezegd
dat hij de jaarrekening afkeurt, hij heeft een aantal opmer
kingen gemaakt waar ik kennis van wil nemen.
De heer Greving: Dat betekent dat de wethouder mijn zorg niet
deelt ten aanzien van de hoogte van de achterstand enz.?
De heer Janssen (weth.): Waar het hier om gaat is dat de raad
een rekening goedkeurt van een stichting en daarbij een
aantal argumenten de revue laat passeren. Die argumenten
28
zaten natuurlijk in de achterliggende stukken, er was een
rapportage. Daarin was ook de opmerking gemaakt die de heer
Greving maakt; die zaken spelen, daar is een oorzaak voor
aangegeven en er is geconcludeerd dat het stichtingsbestuur
die zorg onderkent en daar in de toekomst naar gehandeld zal
worden. Dat heeft het college de raad doen voorstellen om nu
in de stemmen met deze jaarrekening.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van b. en w.
Punt 23 (bijlage nr. 197).
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van b. en w.
Punt 24 (bijlage nr. 181).
De Voorzitter: Aan de orde is Vaststellen van het verslag van
het gemeentelijk discriminatiemeldpunt over 1992.
De heer Greving: Mevrouw de voorzitter, het gemeentelijk
discriminatiemeldpunt is een belangrijk punt. Zoals u weet
hebben wij in de vergadering van 14 juni besloten om het
werkgebied van het gemeentelijk discriminatiemeldpunt te
verbreden. Dat is inmiddels gebeurd. Op dit moment ligt het
verslag voor van 1992, een verslag dat toen nog niet klaar
was voor behandeling in de raad. Ik heb daar in de commissie
een opmerking over gemaakt, dat wordt niet genotuleerd en
kennelijk daarna ook niet goed opgepakt. Wat frappant is, is
dat in het verslag al de besluitvorming van 14 juni j.l.
staat beschreven, terwijl het verslag van het discriminatie
meldpunt gedateerd is mei 1993. Ik heb opheldering gevraagd
hoe het kan dat een verslag gedateerd kan worden en daar
besluiten in worden meegedeeld die daarna genomen zijn, of
het wellicht zo is dat het verslag nog een oppoetsbeurt heeft
gehad. Ik heb ook aan de wethouder gevraagd om het gewaar
merkte exemplaar, dat hier in de raad in behandeling zou
zijn, van een correcte datum te voorzien, maar ik heb het
gewaarmerkte exemplaar bekeken en daar staat nog steeds
29